Greveningen
Greveningen was een plaats op de westoever van het Zwin. Voor het eerst wordt het genoemd als Willibrord in 690 vanuit Engeland aankomt op het continent. Hij landt dan in de ostia Reni (de Monden van de Rijn) in de novus portus de Greveninga (de nieuwe haven van Greveningen).[1] Aangenomen wordt dat met de ‘Monden van de Rijn’ de grote Zuid-Nederlandse rivierendelta van Rijn, Maas en Schelde bedoeld wordt.[2]
De naam komt voor in 723 als Karel Martel schenkingen doet aan Willibrord in Traiectum. Willibrord krijgt o.a. schaapsweiden in Graveningo. [3]Verder zien we de naam terug in een schenkingsakte van het Liber Traditionum uit 737 van de Sint-Pietersabdij uit Gent : “Ambrico schonk voor het onderhoud van de broeders in de pagus Rodanensis (het distrikt Aardenburg), op de plaats genoemd Grifningas[4] een weide die in de zomer 30 schapen kan voeden en een lijfeigene die Berthlende wordt genoemd”.[5]
De laatste bron geeft duidelijk een plaats aan voor Greveningen. De bron is uit dezelfde vroege tijd.
De naam komt terug rond 1160 in de Greveningedijk bij een inpoldering ter plaatse. “Een van de oudste polders die in het gebied van de Zwin-monding als zgn. kernpolder ca. 1210 werd ingedijkt was de Greveningepolder, aangelegd rondom een wellicht hoog opgewassen schorre.”[6] Na de inpoldering wordt het gebied Watering Greveninge genoemd.[7] “Vanaf de weg Brugge-Dudzele waaieren opgehoogde schapenwegels uit naar de schorrenweiden en de terpen: o.m. naar Greveninge en de terp Westkapelle.”[8]
Rond 1200 ontstaat in deze buurt St. Anna ter Muiden als voorhaven van Brugge. Dat is nog vóór het ontstaan van Sluis.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Greveningen" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Greveningen.
