You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Arrest niet-betaalde taxirit

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Het arrest niet-betaalde taxirit (HR 28 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8087, m.nt. Y. Buruma) is een uitspraak van de Nederlandse Hoge Raad die betrekking heeft op noodweerexces en culpa in causa.

Casus[bewerken]

Taxichauffeur S heeft van zijn collega H vernomen dat zij problemen had met een klant Z die in Haulerwijk woonde. De taxichauffeur S ging samen met zijn collega's B en W naar de woning van Z om een regeling te treffen voor het feit dat Z zijn taxirit bij hun collega H niet had betaald. Taxichauffeur S en diens mannelijke collega's waren er van op de hoogte dat Z wel eens agressief kon worden als hij hen zou zien, aangezien zij halverwege de rit H tegenkwamen, die hen hiervoor waarschuwde. Voorts heeft taxichauffeur S onderweg telefonisch contact gehad met de vrouw van Z, die hem zei dat hij niet naar Haulerwijk moest komen omdat daar zeker problemen van zouden komen: haar man zou de auto kapot maken met een koevoet of iets anders doen. Taxichauffeur S en diens mannelijke collega's sloegen deze waarschuwingen in de wind en besloten alsnog naar de woning van Z te gaan. Uiteindelijk ontstond er een worsteling tussen taxichauffeur S en Z, waarbij Z ernstige letsels heeft opgelopen.

Taxichauffeur S werd vervolgd voor het met een koevoet slaan tegen het hoofd van Z en het stompen en schoppen tegen het lichaam van Z.

Taxichauffeur S deed een beroep op noodweer, subsidiair noodweerexces.

Hof[bewerken]

Het Hof heeft het door en namens de verdachte aangevoerde als volgt samengevat en verworpen (r.o. 3.4.2):

Aanhalingsteken openen

Verdachte en diens raadsman hebben ter terechtzitting een beroep gedaan op noodweer subsidiair noodweerexces. Het Hof verwerpt dit beroep op grond van het navolgende. (...) Verdachte is dus meerdere keren gewaarschuwd dat Z. wel eens gewelddadig zou kunnen worden. Ondanks die waarschuwingen wilde verdachte een regeling treffen met Z. Verdachte heeft zich daarmee willens en wetens in een situatie begeven waarin een agressieve reactie van het latere slachtoffer te verwachten was. Een dergelijke reactie heeft ook daadwerkelijk plaatsgevonden. Immers, toen ze eenmaal bij het huis van Z. waren aangekomen, belandden deze en verdachte in een worsteling, waarbij Z. over een koevoet beschikte. Verdachte en diens medeverdachte hadden alsnog weg kunnen en dienen te gaan op het moment dat B. verdachte te hulp schoot en deze de koevoet van Z. afpakte. Dit hadden zij echter niet gedaan.

Door aldus te handelen is er geen sprake van een noodzakelijke verdediging en is er dus ook geen sprake van noodweer subsidiair noodweerexces in de zin van art. 41 Sr.

Aanhalingsteken sluiten

Voorts overwoog het Hof in r.o. 3.5.2:

Aanhalingsteken openen

Gedragingen van de verdachte voorafgaande aan de wederrechtelijke aanranding door het latere slachtoffer kunnen onder omstandigheden in de weg staan aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) door de verdachte. Dat is bijvoorbeeld het geval indien de verdachte de aanval heeft uitgelokt door provocatie van het latere slachtoffer en hij aldus uit was op een confrontatie.

Aanhalingsteken sluiten

Hoge Raad[bewerken]

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, omdat het Hof het gevoerde verweer op ontoereikende gronden heeft verworpen.

De Hoge Raad overwoog in r.o. 3.5.1:

Aanhalingsteken openen

Indien door of namens de verdachte een beroep is gedaan op noodweer dan wel noodweerexces, zal de rechter moeten onderzoeken of de voorwaarden voor de aanvaarding van dat verweer zijn vervuld. Die houden blijkens art. 41 Sr in: wat betreft noodweer: dat het begane feit was geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding - waaronder onder omstandigheden mede is begrepen een onmiddellijk dreigend gevaar voor zo een aanranding; wat betreft de overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging (het zogenoemde noodweerexces): dat die overschrijding het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging die is veroorzaakt door een aanranding als vorenbedoeld.

Aanhalingsteken sluiten

Vervolgens overwoog de Hoge Raad in r.o. 3.5.2:

Aanhalingsteken openen

Gedragingen van de verdachte voorafgaande aan de wederrechtelijke aanranding door het latere slachtoffer kunnen onder omstandigheden in de weg staan aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) door de verdachte. Dat is bijvoorbeeld het geval indien de verdachte de aanval heeft uitgelokt door provocatie van het latere slachtoffer en hij aldus uit was op een confrontatie.

Aanhalingsteken sluiten

Voorts overwoog de Hoge Raad in r.o. 3.6:

Aanhalingsteken openen

(...) de omstandigheid dat de verdachte daarmee zich 'willens en wetens in een situatie heeft begeven waarin een agressieve reactie van het latere slachtoffer te verwachten was' sluit op zichzelf niet uit dat ten aanzien van de ten laste van de verdachte bewezenverklaarde gedragingen sprake was van noodzakelijke verdediging in de zin van art. 41 Sr. Hetgeen het Hof heeft overwogen - zoals hiervoor onder 3.4.2 weergeven - is evenmin voldoende om te kunnen aannemen dat hier sprake is van zodanige 'eigen schuld' als onder 3.5.2 bedoeld dat dit aan aanvaarding van het beroep op noodweer(exces) in de weg staat.

Aanhalingsteken sluiten

Ten slotte overwoog de Hoge Raad in r.o. 3.7:

Aanhalingsteken openen

Wat betreft hetgeen het Hof aan het slot van zijn hiervoor onder 3.4.2 weergegeven overwegingen heeft geoordeeld - inhoudende dat de verdachte diens medeverdachten alsnog weg hadden kunnen en dienen te gaan op het moment dat B. de verdachte te hulp schoot en de koevoet van Z. afpakte, mede op grond waarvan, naar het Hof heeft geoordeeld, 'er geen sprake is van een noodzakelijke verdediging'- verdient nog het volgende opmerking. Die voor wat betreft dat tijdstip vastgestelde omstandigheid sluit niet uit dat, zoals is aangevoerd en steun vindt in de gebezigde bewijsmiddelen, er voordien sprake is geweest van een wederrechtelijke aanranding waartegen verdediging geboden was.

Aanhalingsteken sluiten

Conclusie[bewerken]

Een beroep op noodweer(exces) wordt niet te snel geblokkeerd door gedragingen van de verdachte (i.c. de taxichauffeur S) (zie r.o. 3.6).

Een beroep op noodweer(exces) wordt slechts niet aangenomen in gevallen van moedige provocatie (culpa in causa); in zo'n geval faalt een beroep op noodweer(exces) vanwege (mede)schuld van de verdachte (zie r.o. 3.5.2).


Dit artikel "Arrest niet-betaalde taxirit" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Arrest niet-betaalde taxirit.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]