Brandende braambos (Bijbel)

De brandende braambos of brandende braamstruik is een object beschreven in het boek Exodus (hoofdstuk 3). Volgens de Bijbel zou de struik zich bevonden hebben op de Sinaïberg. In het verhaal wordt er verteld dat de struik in brand stond, maar niet verteerd werd door de vlammen. Op de plek van de braambos zou Mozes de opdracht van God gekregen hebben om de Israëlieten uit Egypte te leiden.

Verhaal[bewerken]

In het verhaal wordt een engel van de Heer beschreven die verschijnt in de struik. God wordt vervolgens beschreven als de stem van de engel die Mozes aanroept. Wanneer Mozes nadert, vraagt God Mozes zijn sandalen uit te doen (omdat de plek heilige grond is). In het verhaal verbergt Mozes zijn gezicht. Sommige oudtestamentische geleerden beschouwen het verhaal van de brandende struik als een samensmelting van de Jahwist en de Elohistteksten, omdat er een engel van Jahweh en het verwijderen van sandalen die deel uitmaken van de Yahwist-versie en de parallellen van de Elohist aan bod komen.

Wanneer hij wordt uitgedaagd om zijn identiteit bekend te maken, antwoordt Jahweh dat hij de God van de aartsvaders (Abraham , Isaak en Jacob) is en dat hij Jahweh is.

Theorieën[bewerken]

Een controversiële hypothese van professor Benny Shanon beweert dat de gebeurtenis in het Oude Testament zou kunnen verwijzen naar een psychedelische ervaring door Dimethyltryptamine. Sommige soorten Acacia-bomen die groeien in het heilige land bevatten die psychedelische stof DMT. In zijn paper Biblical Entheogens: a Speculative Hypothesis beschrijft Shanon parallellen tussen de effecten veroorzaakt door het entheogene DMT-bevattende brouwsel ayahuasca en het Bijbelverhaal over het leven van Mozes.