C.S.A.T.A. Per Fidem Studiumque ad Rostra

	C.S.A.T.A. P.F.S.A.R.
	Corpus Studiosorum in Academia Theologica Applenthornae cui nomen adiunctum est Per Fidem Studiumque ad Rostra P.F.S.A.R.
Type	Christelijke studentenvereniging
Plaats	Apeldoorn
Instelling	Theologische Universiteit Apeldoorn
Oprichting	1904
Ledental	28
Website	www.pfsar.com

Het Corpus Studiosorum in Academia Theologica Applenthornae cui nomen adiunctum est Per Fidem Studiumque ad Rostra (C.S.A.T.A. P.F.S.A.R.) is een studentencorps in Apeldoorn, verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, uitgaande van de Christelijke Gereformeerde Kerken.

Geschiedenis[bewerken]

De geschiedenis van het Corps begint op 9 december 1904, met de oprichting van DINDUA, Door Inspanning Nuttig, Door Uitspanning Aangenaam, een reciteervereniging, opgericht in Rijswijk, waar de Theologische School der Christelijke Gereformeerde Kerk gevestigd was. DINDUA is steeds met de toenmalige Theologische School meeverhuisd en belandde zodoende in 1919 in Apeldoorn. In 1925 is de naam van de vereniging naar Per Fidem Studiumque ad Rostra veranderd. Op 1 April 1963 werd de naam naar het huidige C.S.A.T.A. P.F.S.A.R. veranderd. Ter ere van het 100-jarig bestaan van het Corps in 2004, is er besloten een jubileumboek te vervaardigen. Dit boek, het Liber Amicorum, is in 2015 gedrukt.

Theologische Universiteit Apeldoorn[bewerken]

Het Corps is zeer nauw verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, zozeer dat alleen studenten van deze universiteit in aanmerking komen lid te worden.

Activiteiten[bewerken]

C.S.A.T.A. P.F.S.A.R. heeft als doelstelling de onderlinge gemeenschap van de leden te bevorderen en mede te werken aan hun theologische vorming en ontwikkeling. Dit doel wordt nagestreefd door de lezingen, vergaderingen, bijbelstudies en overige activiteiten, benevens de wekelijkse borrels op de sociëteit. Bij de lezingen is regelmatig een verslaggever, doorgaans van het Reformatorisch Dagblad of het Nederlands Dagblad aanwezig. Van deze lezingen zijn dan ook meermaals verslagen in eerdergenoemde dagbladen gepubliceerd. Ook hebben er enkele malen interviews met leden en senatoren plaatsgevonden door verslaggevers van Trouw en het NRC Handelsblad.