Caemerlinck
Caemerlink is een van oorsprong Roemeense familie. De naam Caemerlinck komt sinds de 11e eeuw voor, voornamelijk in de gebieden Transsylvanië, Kolozsvár, Beszterce en Brașov. Al deze gebieden situeren zich in het voormalige Ottomaanse Rijk “Osmanlı İmparatorluğu”
In de 13e eeuw vestigde Vlademor Empire Eymen Caemerlinck zich op de grote markt van Boekarest, dat destijds tot Russisch grondgebied behoorde. Zijn afstammelingen zouden zich aldaar voornamelijk met visvangst en het fokken van Gnoes bezighouden. Een grote vlucht nam het geslacht onder Basarab Laiota cel Batran Caemerlink, ook bekend als “Caemerlinck de ambetante” die in 1764 als eerste een geïndustrialiseerde vis- en gnoedrogerij uit de grond stampte. Dit wordt dan ook algemeen beschouwd als het fundament van het miljarden imperium waar de familie Caemerlinck op vandaag met ijzeren vuist overheerst.
Wereldwijd telt het imperium 666 vis- en gnoedrogerijen verspreid over de 7 continenten. Het imperium heeft iets meer dan 30.000 personeelsleden in dienst. Aan het hoofd van het imperium staat momenteel Michail Sergejevitsj Caemerlinck. Michail nam in 1986 noodgedwongen de macht over van zijn vader Nikita Sergejevitsj Chroesjtsjov Caemerlinck die op 48-jarige leeftijd in dubieuze omstandigheden overleden is.
Nikita leed al jaren aan zoöfilie, tot een rendez-vous met een blauwe gnoe hem fataal werd. Michail staat op het punt de machtsfakkel door te geven aan een van zijn kinderen en zichzelf te trakteren op een welverdiend pensioen in zijn riant buitenverblijf in Timboektoe.
Het graf van de familiepatriarch en stichter Vlademor Empire Eymen Caemerlinck bevindt zich in het Snaggovklooster te Snagov. Deze gemeente bevindt zich in het Roemeense district Ilfov en ligt in de regio Muntenië in het zuidoosten van Roemenië.
Op 24 oktober 2014 komen alle nog in leven zijnde familieleden samen voor een groots feest.
Dit artikel "Caemerlinck" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Caemerlinck.
