You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Citaten uit het werk van Belle van Zuylen

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken


In Citaten uit het werk van Belle van Zuylen worden enkele citaten uit het werk van Belle van Zuylen met vertaling of bewerking weergegeven. Het gaat om de beginalinea's van briefromans en een bekend los citaat uit een brief, alles in chronologische volgorde. De Nederlandse veelschrijver Simon Vestdijk verwoordde het literaire belang van de opening van een boek in zijn uitspraak dat hij als auteur steeds probeerde zijn boeken "glanzende beginregels" mee te geven om de lezer over te halen tot doorlezen en aankoop van het boek.

Belle van Zuylen of Belle de Zuylen (volledige naam Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken; na haar huwelijk ook Madame Isabelle de Charrière, Zuilen, 20 oktober 1740Colombier, 27 december 1805) was een Nederlandse achttiende-eeuwse Franstalige schrijfster en componiste. Ze schreef brieven, fabels, novelles, pamfletten, toneelstukken, opera's (libretti en muziek) en componeerde verder liederen, klaviersonates en strijkkwartetten.

Le Noble, conte moral, 1762, begin[bewerken]

Belle van Zuylen publiceerde deze vertelling toen ze 22 was in een Franstalig tijdschrift bij de Amsterdamse uitgeverij van Evert van Harrevelt. Van Zuylens ouders kochten de gehele oplage van de uitgave in boekvorm in 1763 op, om verdere verspreiding van deze satire op de adel te voorkomen.[1] Maar deze "moralistische vertelling" vond toch zijn weg in Europa, want de Duitse dichter en staatsman Johann Wolfgang Goethe recenseerde de Duitse vertaling Die Vorzüge des alten Adels op 3 november 1772 in de Frankfurter Gelehrten Anzeigen.[2][3][4]

Bovendien had de Heer van Obdam & Cie Le Noble al eerder bewerkt tot de opera buffa De Deugd is den Adel waerdig (Vertu vaut bien noblesse). Deze Compagnie bestond uit Jacob Jan van Wassenaer Obdam, een zoon van de componist Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam, en de toneelspeelster en zangeres Rosette Bapiste, tevens minnares van Jacob.[5][6] De Deugd is den Adel waerdig werd op 2 maart 1769 in de Fransche Comedie in Den Haag opgevoerd, op muziek die vader Unico gecomponeerd zou kunnen hebben.[7][8][9] Het verhaal begint als volgt:

Aanhalingsteken openen

- On ne suit pas toujours ses Aïeux, ni son Père (La Fontaine)
Il y avait dans une des provinces de France un château très ancien, habité par un vieux rejeton d'une famille encore plus ancienne. Le baron d'Arnonville était très sensible au mérite de cette ancienneté, et il avait raison, car il n'avait pas beaucoup d'autres mérites. Mais son château se serait mieux trouvé d'être un peu plus moderne: une des tours comblait déjà une partie du fossé; on ne voyait dans le reste qu'un peu d'eau bourbeuse, et les grenouilles y avaient pris la place des poissons. Sa table était frugale, mais tout autour de la salle à manger régnaient les bois des cerfs tués par ses aïeux. Il se rappelait, les jours gras, qu'il avait droit de chasse, les jours maigres, qu'il avait droit de pêche, et content de ces droits, il laissait sans envie manger des faisans et des carpes aux ignobles financiers. Il dépensait son modique revenu à pousser un procès pour le droit de pendre sur ses terres; et il ne lui serait jamais venu dans l'esprit qu'on pût faire un meilleur usage de son bien, ni laisser à ses enfants quelque chose de mieux que la haute et basse justice. L'argent de ses menus plaisirs, il le mettait à faire renouveler les écussons qui bordaient tous les planchers, et à faire repeindre ses ancêtres.

Aanhalingsteken sluiten
— Le Noble, 1762. athena.unige.ch Le Noble, conte moral.
(Vertaling: De Edelman - We doen niet altijd hetzelfde als onze grootouders of vader (La Fontaine).
In een Franse provincie stond een oeroud kasteel, bewoond door een oude telg van een nog oudere familie. De baron van Arnonville gaf hoog op van deze ouderdom (/was erg gesteld op deze ouderdom), en hij had gelijk, want veel andere verdiensten had hij niet. Maar zijn kasteel kon best wat gemoderniseerd worden: het puin van een van de torens had al een deel van de slotgracht gedempt. Verder zag je alleen maar wat modderwater waarin de kikkers de vissen hadden vervangen. Zijn tafel was sober, maar de eetkamer werd gedomineerd door de geweien van de herten die zijn grootouders geschoten hadden. Op vleesdagen herinnerde hij zich dat hij het jachtrecht bezat, op visdagen dat hij het visrecht had. Tevreden met deze rechten liet hij zonder jaloezie de fazanten en karpers opeten door platte belastingpachters. Hij besteedde zijn bescheiden inkomen aan een rechtszaak over het recht om mensen op te hangen op zijn grondgebied, en het zou nooit in hem opkomen dat hij zijn bezit beter kon gebruiken of dat hij zijn kinderen iets beters kon nalaten dan de hoge en lage rechtspraak. Het geld van zijn kleine pleziertjes stopte hij in de vernieuwing van de wapenborden overal langs de vloeren, en in nieuwe schilderijen van zijn voorouders.)

Brief aan James Boswell, 19 juni 1764[bewerken]

De Britse schrijver James Boswell, die later beroemd zou worden als biograaf van Samuel Johnson, studeerde korte tijd rechten aan de Universiteit in Utrecht waar Belle van Zuylen aan de Nieuwe Gracht met haar ouders de winters doorbracht en deelnam aan het sociale leven. Boswell stond bekend als losbol die prostituées frekwenteerde, maar ze sloten vriendschap en het kwam tot een huwelijksaanzoek van zijn kant. Van Zuylen moest dit aanzoek vriendelijk doch beslist afslaan, want ze zouden als echtgenoten zeker in botsing komen. Boswell wilde zijn toekomstige vrouw namelijk bij voorbaat allerlei verboden opleggen, zoals om ook maar iets te ondernemen zonder zijn toestemming, bijvoorbeeld haar letterkundige werk te publiceren. Van Zuylen legde hem per brief uit dat hij er dus beter aan deed om van haar af te zien, vanwege onverenigbaarheid van karakter. Zij koos voor het Franse ambtelijke woord "subalterne", dus voor een ondergeschikte in een dienstbetrekking.[10] Zie voor een vertaling van dit citaat de foto rechts van een opschrift op een muur in het kantoor van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis te Amsterdam.

Citaat van Belle van Zuylen op een muur in het kantoor van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam, 2014. Vertaling van Je n'ai pas les talents subalternes, brief aan James Boswell.
Aanhalingsteken openen

Je n'ai pas les talents subalternes

Aanhalingsteken sluiten
— Afwijzing in een brief aan James Boswell van zijn huwelijksaanzoek[10]
Madame de Charrière: Lettres Neuchâteloises, Amsterdam, 1784. Eerste brief.

Lettres neuchâteloises, 1784, eerste brief, begin[bewerken]

De Lettres neuchâteloises is de eerste gepubliceerde briefroman van Van Zuylen. Het begin luidt:

Aanhalingsteken openen

Julianne C. à sa Tante à Boudevilliers.
Ma chère Tante, J'ai bien reçu votre chère lettre, par laquelle vous me marquez que vous & le cher oncle êtes toujours bien, de quoi Dieu soit loué! & pour ce qui est de la cousine Jeanne-Marie, elle sera, qu'on dit, bientôt épousé avec le cousin Abram; et j'en suis, je vous assure, bien aise, l'ayant toujours aimée; & si ça ne se fait qu'au printems, nous pourrions bien, nous deux la cousine Jeanne-Aimée aller danser à sa noce; ce que je ferois de bien bon coeur.

Aanhalingsteken sluiten
— Lettres neuchâteloises, première lettre

[11][12]

(Vertaling: Eerste brief. Julianne C. aan haar tante te Boudevilliers. Mijn lieve tante, Ik heb uw lieve brief in goede orde ontvangen, waarin u me vertelt dat u en mijn lieve oom het Godzijdank steeds goed maken! en wat betreft mijn nicht Jeanne-Marie, ze zal naar verluidt binnenkort trouwen met neef Abram; en dat vind ik prima, ik heb altijd van haar gehouden; en als dat pas in de lente gebeurt, kunnen nicht Jeanne-Aimée en ik best gaan dansen op haar bruiloft, wat ik graag zou doen.)

Lettres de Mistriss Henley, publiées par son amie (1784), begin[bewerken]

Deze Brieven van Mrs. Henley, uitgegeven door haar vriendin horen met de Lettres neuchâteloises uit hetzelfde jaar tot de eerste gepubliceerde briefromans van Van Zuylen. Ze verwijst naar een roman van Samuel Constant, Sentimental Husband in de Engelse vertaling, en begint zó:

Aanhalingsteken openen

Première lettre. Quel aimable et cruel petit livre que celui qui nous est arrivé de votre pays il y a quelques semaines ! Pourquoi ne vous m'en avez-vous pas rien dit, ma chère amie, dans votre dernière lettre ? Il est impossible qu'il n'ait pas fait sensation chez vous : on vient de le traduire, et je suis sûre que le Sentimental Husband va être entre les mains de tout le monde ! Je l'avais lu en français et il m'avait tourmentée. Ces jours passées je l'ai lu en anglais à mon mari. Ma chère amie, ce livre, si instructif en apparence fera faire bien des injustices : les dames Bomprés ne s'y reconnaîtront pas, ou ne s'en embarassèront guère ; et leurs maris pourront se casser la tête, comme si jamais il n'avait été écrit. Les femmes qui ressemblent peu à Madame Bompré, et qui sont pourtant des femmes, s'en tourmenteront, et leurs maris...

Aanhalingsteken sluiten
Madame de Charrière - Lettres Neuchâteloises, Mistress Henley, Le Noble. Préface de Philippe Godet, 1908, p. 111 (132 van 222, pdf)
(Vertaling/bewerking: Brieven van Mrs. Henley, uitgegeven door haar vriendin (1784). Eerste brief.
Wat is dat boekje, dat ons een paar weken geleden uit uw land bereikte, aardig en wreed! Waarom, lieve vriendin, zei je er niets over in je laatste brief? Het kan niet anders of het heeft bij jullie opschudding veroorzaakt: het is net vertaald en ik weet wel zeker dat iedereen de Sentimental Husband in handen zal krijgen! Ik had het in het Frans gelezen en me erover opgewonden. De afgelopen dagen heb ik het in het Engels voorgelezen aan mijn man. Maar lieve vriendin, dat boek dat zo leerzaam lijkt gaat tot heel wat onredelijke protesten leiden: de dames Bompré zullen zich er niet in herkennen, of geven geen krimp, en hun echtgenoten kunnen stampij maken over de vraag waarom dit boek eigenlijk geschreven werd. Vrouwen die weinig gemeen hebben met mevrouw Bompré, maar toch vrouwen zijn, gaan zich aanstellen, en hun echtgenoten...)

Caliste, 1785, eerste brief, begin[bewerken]

Aanhalingsteken openen

Le 30 novembre 1784.
Combien vous avez tort de vous plaindre ! Un gendre d’un mérite médiocre, mais que votre fille a épousé sans répugnance ; un établissement que vous-même regardez comme avantageux, mais sur lequel vous avez été à peine consultée ! Qu’est-ce que cela fait ? que vous importe ? Votre mari, ses parents et des convenances de fortune ont tout fait. Tant mieux.

Aanhalingsteken sluiten
— Caliste ou Lettres écrites de Lausanne/Lettre 1, 1785. wikisource
(Vertaling: Eerste brief. 30 november 1784. U heeft geen reden tot klagen! (/Wat zeurt u nou!) Een middelmatige schoonzoon, maar uw dochter trouwde hem zonder tegenzin; een huwelijk dat uzelf voordelig noemt, maar waar u bijna niet in gekend bent! Nou en, wat kan het u schelen? Dankzij uw echtgenoot, zijn ouders en voldoende geld kwam alles op zijn pootjes terecht. Des te beter.)

Bien-né. Nouvelles et anecdotes. Apologie de la flatterie. Inconnue, 1788 (p. 30-32), begin[bewerken]

Aanhalingsteken openen

Un grand Roi, à qui l’on vouloit ériger une ſtatue, a dit qu’il n’en étoit pas encore tems, & comme perſonne ne comprenoit ſa reponſe, il a ajouté : je veux ou n’en point avoir, ou que l’amour & la reconoiſſance l’érigent. Il n’en eſt qu’une dans ma capitale qu’on regarde comme je voudrois qu’on regardât la mienne. Les courtiſans très-ſurpris ſe ſont mis à balbutier on ne ſait quoi : mais le monarque s’eſt écrié en riant : Ventre St. Gris, gardez vos louanges ; il en eſt comme des ſtatues : dans dix ans, ſi je vis, j’eſpere que vous pourrez les donner ſans baſſeſſe & moi les recevoir avec plaiſir.

Aanhalingsteken sluiten
— Bien-né. Nouvelles et anecdotes. Apologie de la flatterie wikisource
(Vertaling/bewerking: Van goede afkomst. Nieuwtjes en anekdotes. Verdediging van de vleierij. Onbekende vrouw, 1788.
Een koning van formaat, voor wie men een standbeeld wilde oprichten, zei dat het nog te vroeg was, en omdat niemand dit antwoord begreep, zei hij verder: Ik wil alleen maar een standbeeld, als het uit liefde en dank voor mij wordt opgericht. Er is maar één standbeeld in mijn hoofdstad dat men bekijkt zoals ik zou willen dat ze mijn standbeeld gaan bekijken. De hovelingen waren stomverbaasd en stamelden iets onbegrijpelijks, maar de vorst riep lachend: Potverdorie, houdt uw loftuitingen voor u! Het zit net zo als met standbeelden: over tien jaar, als ik dan nog leef, hoop ik dat u mij uit uw hart kunt danken en ik uw waardering met plezier kan aannemen.)

Trois femmes, 1798, deel 1, begin[bewerken]

Aanhalingsteken openen

Pour qui écrire désormais ? disoit l’Abbé de la Tour. Pour moi, dit la jeune Baronne de Berghen. On ne pense, on ne rêve que politique, continua l’Abbé. J’ai la politique en horreur, répliqua la Baronne, et les maux que la guerre fait à mon pays, me donnent un extrême besoin de distraction. J’aurois donc la plus grande reconnoissance pour l’Écrivain qui occuperoit agréablement ma sensibilité et mes pensées, ne fût-ce qu’un jour ou deux. Mon Dieu ! Madame, reprit l’Abbé après un moment de silence, si je pouvois… ? Vous pourriez, interrompit la Baronne. Mais non, je ne pourrois pas, dit l’Abbé ; mon stile vous paroîtroit si fade au prix de celui de tous les Écrivains du jour ! Regarde-t-on marcher un homme qui marche tout simplement, quand on est accoutumé à ne voir que tours de force, que sauts périlleux ? Oui, dit la Baronne, on regarderoit encore marcher quiconque marcheroit avec passablement de grâce et de rapidité vers un but intéressant.

Aanhalingsteken sluiten
— Isabelle de Charrière: Trois femmes. Pierre Philippe Wolf, Leipzig, 1798 (I, p. 1-175). Begin deel 1. wikisource Trois femmes/Première partie
(Vertaling/bewerking: Drie vrouwen Deel 1. "Voor wie moet ik nu nog schrijven?", vroeg pastoor de la Tour. "Voor mij", zei de jonge Barones de Berghen. "Iedereen denkt en droomt over niets anders dan politiek", vervolgde de pastoor. "Ik heb een hekel aan politiek", antwoordde de Barones, "en met de ellende in mijn land door de oorlog heb ik een enorme behoefte aan afleiding. Ik zou dus de Schrijver bijzonder dankbaar zijn die mijn hart en hoofd aangenaam kan bezighouden, al was het maar voor een dag of twee." "Allemachtig! Mevrouw", zei de pastoor na een korte stilte, "als ik kon...". "Dat zou u kunnen", onderbrak de Barones. "Toch niet, dat zou me niet lukken", zei de pastoor. U zou mijn stijl zo flauw vinden vergeleken met de moderne schrijvers! Wie wil er nog naar gewoon wandelen kijken, als je normaal alleen maar acrobatiek te zien krijgt?" "Jawel", zei de Barones, "we willen heus nog steeds lezen hoe wie dan ook met voldoende elegantie en tempo een interessant onderwerp behandelt.")


Dit artikel "Citaten uit het werk van Belle van Zuylen" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Citaten uit het werk van Belle van Zuylen.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]