Doopnaam van Guido Gezelle
Doopnaam van Guido Gezelle. De dichter Guido Gezelle ontving van zijn peter een in het voormalige graafschap Vlaanderen eerder ongebruikelijke voornaam of doopnaam. Hij interesseerde zich later als taalkundige in de oorsprong ervan.
Oorsprong van de naam[bewerken]
De voornaam Guido heeft als oorsprong het Germaanse Wido of Wyt, die in het Latijn als Vitus klonk en in het Romaans of Frans Vith werd. Guido Gezelle was zich, als taalbeoefenaar en onderzoeker, bewust van deze oorsprong, waarbij 'Wido' omgevormd was tot 'Guido'. Enkele keren heeft hij een brief ondertekend met Wyt.[1]
Naam van de dooppeter[bewerken]
In 1830, toen Gezelle geboren werd als oudste zoon van het echtpaar Pieter-Jan en Monica Gezelle-De Vriese, was de voornaam Guido in het voormalige graafschap Vlaanderen ruim onbekend en werd aanzien als een 'Brabantse' voornaam.
Zoals het vaak gebeurde, had men aan deze oudste zoon de voornaam van zijn vader of van een van zijn grootvaders kunnen geven. Maar hier verkoos men de andere gewoonte, namelijk de voornaam van de peter. Het lag des te meer voor de hand omdat het een lid van de Brugse adel was die zich bereid had verklaard het peterschap te aanvaarden. Het ging om de twintigjarige baron Guy van Zuylen van Nyevelt (1809-1852).
De patroonheilige[bewerken]
Er zijn een paar heiligen aan te wijzen die als de patroonheilige hadden kunnen doorgaan en van wie er een werd uitgekozen.
Vitus[bewerken]
Vitus was een Siciliaanse vermeende wonderdoener en martelaar uit het einde van de derde - begin van de vierde eeuw.
Guido van Anderlecht[bewerken]
Einde tiende-begin elfde eeuw woonde in Anderlecht een heilige man die Guido heette. Na zijn dood werd hij als Guido van Anderlecht (950-1012) door de volksverering tot zalige verheven. Zijn naam werd daarop in het Brabantse vaak als doopnaam gegeven. Hij werd de patroon die vereerd werd door kooplui, veehandelaars, boeren, knechten, kosters, beiaardiers, klokkenluiders, pelgrims en vrachtvervoerders. Hij werd ook aangeroepen als genezer (dysenterie). Hij is het die door Gezelle als zijn patroonheilige werd vereerd en wiens feestdag hij vierde op 12 september. In 1863 bracht Guido een bezoek aan zijn graf in Anderlecht en kreeg zelfs een relikwie van zijn gebeente evenals een stukje hout uit de eik waar Guido van Anderlecht nog onder had gebeden. Hij herinnerde hieraan toen hij in 1869 een uitgebreider levensbeschrijving wijdde aan zijn patroon.[2] Een paar jaar eerder had hij al in zijn 'Dagklapper' vermeld dat de zalige patroon van Anderlecht vereerd werd als de beschermer van het vee en dat tot hem gebeden werd in gevallen van rode loop, pest, kwade ziekten of plotse dood.[3]
Guido van Cortona[bewerken]
Guido van Cortona (1185-1245) was een derde heilige naamdrager. Deze edelman werd, na een ontmoeting met de heilige Franciscus van Assisi kluizenaar. Na zijn dood werd hij door de 'vox populi' zaligverklaard. Zijn reputatie verspreidde zich over Europa.
De filiatie[bewerken]
- Guy of Guido van Zuylen van Nyevelt, de peter van Gezelle, was de kleinzoon en het doopkind van Guido Arents (1741-1812), heer van Beerteghem.
- Guido Arents was de neef en het doopkind van kanunnik Guido Moentack (1709-1766).
- Guido Moentack had als dooppeter de houthandelaar Guido Danckaert (ca.1630-1716).
- Guido Danckaert had als dooppeter de meester-tegeldekker Guido van Doorne (ca.1570-ca.1632). Danckaerts' vader (ca.1600) had ook de voornaam Guido en had waarschijnlijk dezelfde Van Doorne als peter.
- Van Guido van Doorne is, bij gebrek aan doopregister, niet bekend aan wie hij zijn doopnaam te danken had. Misschien had hij Brabantse voorouders.
Hiermee eindigt de voorgeschiedenis die kan worden nagegaan. Zekerheid over wie nog vroeger Guido heette en als peter optrad is er niet.
Gewijde[bewerken]
In Vlaanderen werd in de romantische negentiende eeuw Guido soms vervormd tot Gewijde of Gwijde. Hendrik Conscience schreef over Gwijde van Dampierre. De graaf van Vlaanderen is met deze voornaam blijvend het collectieve geheugen ingetreden.[4] Guido Gezelle heeft dit later opgezocht en vastgesteld dat de evolutie naar deze vorm taalkundig niet mogelijk was. Hij heeft hem dan ook nooit voor zichzelf gebruikt en ook niet voor de Vlaamse graaf die hij afwisselend Guido, Wyd of Wyde van Dampierre noemde.
Guido als doopnaam[bewerken]
Vooral in West-Vlaanderen is in de twintigste eeuw de voornaam Guido vaak gegeven, als eerbetuiging aan Guido Gezelle. Voorbeelden hiervan zijn Guido Maertens en Guido Depraetere.
Dit gebeurde ook ruimer in de Vlaamse provincies en zelfs in Nederland. De schrijver Antoon Coolen koos de naam voor een van zijn zoons, ter ere van de Vlaamse Meester.
Literatuur[bewerken]
- Guido GEZELLE, Dagklapper. Over Sint Wijde, in: Rond den Heerd, 1869, blz. 330-333.
- Antoon VIAENE, De doopnaam van Guido Gezelle, in: Biekorf, 1955, blz. 13-19.
- Baron JANSSENS DE BISTHOVEN, Gezelle's doopnaam, in: Biekorf, 1955, blz. 38.
- Albert DE SCHIETERE DE LOPHEM, De doopnaam van Guido Gezelle, in: Biekorf, 1955, blz. 85-88.
Voetnoten[bewerken]
Dit artikel "Doopnaam van Guido Gezelle" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Doopnaam van Guido Gezelle.