Jakov Dzjoegasjvili
Jakov Dzjoegasjvili (18 maart 1907 - 14 april 1943) was de zoon van Jozef Stalin, die toentertijd Ioseb dze Besarionis Dzjoegasjvili[1] heette. Hij overleed in 1943 in een Duits gevangenkamp.
Biografie[bewerken]
Jonge jaren[bewerken]
Jakov Dzjoegasjvili werd op 18 maart 1907 geboren. Hij was de zoon van de Sovjet-leider Jozef Stalin en diens vrouw Jekaterina Svanidze. Hij verloor zijn moeder op 5 december 1907, omdat zij besmet was met vlektyfus. Hoeweel Dzjoegasjvili de zoon was van de Sovjetleider, was zijn band uitermate slecht met hem. Nadat hij in bed werd betrapt met de 16-jarige dochter van een priester, schold Stalin hem flink uit, daardoor deed Dzjoegasjvili een zelfmoordpoging door zichzelf in het hart te schieten, maar die zelfmoordpoging mislukte. Stalin reageerde: "Hij kan niet eens goed schieten."[2]
Tweede Wereldoorlog[bewerken]
In 1941 werd Zjoegasjvili als luitenant naar het front gestuurd door het Rode Leger. Na een aantal nederlagen werd Dzjoegasjvili opgepakt door het Duitse leger. In 1943 weigerde zijn vader Stalin een gevangenruil. Stalin vermoedde dat zijn zoon hem verraden had.[3] Op 14 april 1943 overleed hij in het concentratiekamp Sachenhausen aan zelfmoord; hij werd doodgeschoten toen hij het elektrische hek van het kamp beklom.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Jakov Dzjoegasjvili" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Jakov Dzjoegasjvili.
![]() |
This page exists already on Wikipedia. |