You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Jean Bilquin

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Opvoeding en vorming[bewerken]

Jean Bilquin

Jean Bilquin wordt geboren op 10 juli 1938 in Gent. Al in de vroegste tekeningen die hij als liefhebberend leek maakte, wordt zijn talent en opmerkingsgave zichtbaar. Hij volgt een opleiding als graficus en volgt tegelijkertijd les aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent. In de snel veranderende jaren zestig gaat Jean Bilquin als graficus aan de slag in de reclame. In die dagen echt een ‘booming business’. Hoewel hij daar goed verdiende en enig aanzien genoot, zei de wereld van de commercie hem steeds minder. In 1967 liet hij een succesvolle baan met maatschappelijk aanzien achter en besliste voltijds voor zijn roeping, instinct en kunst te gaan. Jean Bilquin woonde eerst langs de Leie in Afsnee en daarna in een verlaten, gammel boerderijtje in ( Drongen ). 'Jong' de jongerenbijlage van de krant Het Laatste Nieuws kopt: 'Kunst in een koeiestal'.

Het talent van Jean Bilquin wordt heel snel opgepikt. Anno 1969 wordt hem de Provinciale Prijs voor Schilderkunst 1968 uitgereikt. In de Abdij van Drongen laat hij voor het eerst een staalkaart van zijn kunnen zien. Anno 1969 heeft Jean Bilquin zijn eerste grote solo in Antwerpen, onder de vleugels van galerij Campo[1], toen nog op de Meir. De tentoonstelling is zowel artistiek als commercieel een groot succes. Jean Bilquin blijft artistiek zoekende, hij wenst zijn bestaande figuratieve voorstellingstellingswereld niet trouw te blijven omwille van het commerciële succes er van. Bilquin verkent nieuwe horizonten. Stap voor stap, altijd voorwaarts. In 1979 wordt hij docent schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent . In 2002 zwaait hij daar af als docent van het hoogste jaar schilderkunst en wijdt zich opnieuw passioneel en meer dan voltijds aan zijn schilderijen, grafiek, tekeningen en beeldhouwwerken.

Jean Bilquin was gehuwd met Eline Creemers (1939-2021). Het echtpaar kreeg twee kinderen. Pascal werd architect. Zijn zus Isabelle juwelenontwerpster.

Van Vlaamse Fantastiek naar universele Zoektocht[bewerken]

Jean Bilquin, Voetbalclub, 1965, olieverf op paneel, 66 x 77 cm

Midden jaren zestig werd Jean Bilquin beschouwd als een exponent van wat toen ‘De Vlaamse Fantastiek’[2] werd genoemd. Bilquin woonde langs de Leie en daarna in Drongen. De wereld die hij als kind goed had gekend, leek stilaan te verdwijnen. Met tederheid en respect voor de mensen om hem heen, bracht Bilquin de restanten van een verdwijnende volkscultuur in beeld. Virtuoos geschilderd, meteen getuigend van een grote beheersing van alle vakmatige aspecten van de eeuwenoude schilderkunst en haar wetmatigheden. Jean Bilquin schilderde een voetbalploeg, een coureur, een boogschutter, een biljarter en André de Melkboer. Zijn werk is nooit neerbuigend. De schilderijen uit de vroegste jaren ademen een diepgeworteld respect voor het dorpse leven. Met een vertederde knipoog. Met een ironische weerhaak. Het vroege werk van Bilquin ademt niet alleen de Leie maar ook de geest, de blik en respecteert de erfenis van Gust De Smet, Hubert Malfait en Frits Van Den Berghe, hoofdrolspelers en dirigenten van de Latemse School.

Jean Bilquin, Landschap met Rode Wolk in Blauwe boord, 1975, olieverf op paneel, 125 x 112 cm.

Begin jaren zeventig, na deze in hoofdzaak figuratieve periode, zocht Jean Bilquin naar nieuwe mogelijkheden en horizonten om zijn voorstellingswereld vorm te geven. De omtreklijn van zijn menselijke figuren wordt minder duidelijk, diffuser, verder weg, raadselachtiger. Zijn palet wordt zachter van toon. Een rooie stip. Een pijl. Aanwijzingen om met riempjes en gespen de brokstukken van een nieuwe wereld aaneen te rijgen. De eeuwige vormschoonheid van kegel, kubus en pyramide neemt bezit van een uitdeinend landschap. Diezelfde lijn en betrachting wordt doorgetrokken in gladgepolijste sculpturen, in hout, polyester en later brons. Bilquin verpakt zijn kunnen in een kist (1974). Sculptuur en lithografie vermeerderd met poëzie (Nic van Bruggen), eigentijdse muziek (Lucien Goethals). Een jaar later, op de kunstbiënnale van Assenede steekt Jean Bilquin een installatie met een houten pyramide en stro in brand. Panta rei, het vuur reinigt alles.

Jean Bilquin houdt niet van stilstaan. Jean Bilquin is altijd in beweging, op zoek, nieuwe horizonten verkennend. Begin jaren tachtig gaat hij voluit voor materieschilderijen. Verf eist de hoofdrol op. Voor zichzelf sprekend, de verbeelding van de kijker prikkelend. De wet van de gulden snede wordt gerespecteerd en eist haar sturend belang op. Niet het geploeter van de mens maar de wetten van de natuur verdelen het speelveld. Van ons leven en onze verbeelding, van gisteren en morgen, van geboorte en dood, van toen en altijd.

Jean Bilquin, De man die de boot zag in de lucht, 2006, Triënnale van Beaufort, Zeebrugge [3]

Eind 20ste eeuw keert de mens terug in zijn werk. Het wezen van de mens in zijn verhouding tot de natuur en zijn al of niet terecht opgeëiste plek in het universum. De Griekse mythologie blijft Bilquin inspireren. Net als het wezen van de uiterwaarden van de grote religies: de maan, de zon, een ster, een kruis. Het licht. Bronzen beelden krijgen oeroude namen: ‘De stap’, ‘Ingetogen’, ‘De dag dat ik denk’. Voor de prestigieuze open lucht kusttentoonstelling ‘ Beaufort ’ maakt Bilquin het meerduidige werk 'De man die de boot zag in de lucht' [4], lang voor de vluchtelingencrisis het nieuws zou beheersen. Een voorlopige synthese van een voortdurend begeesterd zoeken naar de essentie van het mens-zijn en de betekenis van het bestaan, door onszelf vorm en inhoud gegeven.

Jean Bilquin heeft, als een rusteloos zwervende zoeker langs grillige lijnen van literatuur, poëzie, natuur en geestesleven de weg naar binnen bewandeld. Het werk van Jean Bilquin noopt tot introspectie en zelfbevraging, ver weg van de spektakelkunst die de internationale kunstmarkt beheerst. Door de druk en de dwingende dominantie van kunstpausen en hun lakeien raakte het werk en de waarde van Jean Bilquin langere tijd ondergesneeuwd. Net als het werk van generatiegenoten Pjeroo Roobjee, Yvan Theys, Jan Burssens en Karel Dierickx, de rij is veel langer. Neen, de schilderkunst is niet dood zoals waarzeggers de kunstmarkt, kunstliefhebber en verzamelaar hebben voorgehouden. Een willekeurig bezoek aan een hippe, toonaangevende galerij in binnen- of buitenland onderlijnt dat ook kunstpausen zich kunnen vergissen.

Werken in openbare collecties (selectie)[bewerken]

Bibliografie (selectie)[bewerken]

  • Jean Bilquin – Belgisches Haus – Keulen (van 19 mei tot 2 juli 1983)
  • Jean Bilquin – Socio-Cultureel en Congrescentrum Elzenveld in samenwerking met Galerie Hugo Minnen – Antwerpen (van 15 september tot 29 oktober 1995). Tekst: professor Claire Van Damme.
  • Jean Bilquin – Campo-Santo Kapel – Sint-Amandsberg (van 25 april tot 25 mei 1997)
  • Jean Bilquin (monografie) – Provinciaal Museum voor Moderne Kunst (nu MUZEE) - Oostende (van 13 maart tot 18 april 1999). Teksten : Willy Van den Bussche, Freddy Decreus, Willem Elias, Katrien Noblesse
  • Jean Bilquin. Caermersklooster – Provinciaal centrum voor kunst en cultuur. Gent (van 11 juli tot 31 augustus 2003). Teksten : Professor Karel Boullart, Professor Freddy Decreus, Marc Ruyters.
  • Jean Bilquin – Kunsthal/Sint-Pietersabdij Gent – van 21 maart tot 7 september 2008 [5] [6]
  • Jean Bilquin – Retrospectieve 1960 – 1980 – Mudel Deinze – van 4 mei tot 17 juni 2018.

Gerelateerde artikelen:[bewerken]

Externe links[bewerken]

Scriptfout: de module "Authority control" bestaat niet.


Dit artikel "Jean Bilquin" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Jean Bilquin.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]