You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Klaas Pijlman

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Klaas Pijlman (1917-2007) was kunstschilder, beeldhouwer, graficus, zanger, dichter, voordrachtskunstenaar en leraar cultuur en tekenen. Hij is geboren in Amsterdam op 5 januari 1917 en hij overleed in Amsterdam op 18 juli 2007. Hij was de op één na jongste zoon uit een muzikaal en kunstzinnig gereformeerd gezin met negen kinderen. Zijn vader was de dirigent/componist/organist/muziekuitgever en muziekleraar Fetze Pijlman, en z'n moeder was Maria Johanna Stoffels, afkomstig uit een geslacht van kunstschilders, tekenaars en ontwerpers. Zijn nagelaten oeuvre omvat naar schatting meer dan 10.000 tekeningen, aquarellen, schilderijen en beeldhouwwerken. Een overzicht van zijn leven en ruim 600 afbeeldingen van zijn werk zijn te vinden in ''Klaas Pijlman, een ongekend kunstenaar' (uitgave 2020)'*

Klaas doet op 16-jarige leeftijd toelatingsexamen bij het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in de Hobbemastraat bij het Rijksmuseum in Amsterdam (de latere Rijksacademie voor Beeldende Kunst). Ook doet hij toelatingsexamen voor het Amsterdamse Conservatorium. Hij wil daar zang en piano studeren. Op beide opleidingen wordt hij -in 1933, zestien jaar oud- toegelaten, zonder te voldoen aan de vereiste vooropleiding maar op basis van zijn getoonde talenten. Hij kiest voor de kunstopleiding, omdat deze het hem mogelijk maakt zonodig als tekenleraar de kost te verdienen. Hij studeert in 1937 af (MO-A , N IXa,) en in 1939 behaalt hij de akte MO-B). In juli 1940 haalt hij ook z'n MO-akte handvaardigheid.

Na z'n afstuderen tekent hij vele reclamefolders, briefhoofden voor firma's, kerkfolders, omslagen voor bladmuziek, ex-librissen et cetera, en neemt opdrachten aan voor het tekenen en schilderen van portretten. In 1941 gaat hij gedurende korte perioden aan de slag als inval-leraar tekenen aan diverse scholen in Amsterdam. Daarna wordt dat werk als jonge man te gevaarlijk omdat de bezetter aast op goedkope arbeidskrachten die in Duitsland te werk gesteld kunnen worden. Intussen zingt hij in het koor van zijn vader. Daar ontmoet hij begin 1943 zijn toekomstige vrouw, Gré van der Weijden, dan 22 jaar oud. Zij vestigen zij zich in het hartje van Amsterdam op de Marnixstraat 362 drie hoog. In de achterkamer creëert Klaas z'n eerste eigen atelier. Daar worden ook hun vier kinderen geboren, Peter Ireen (1944), Mirjam (1947), Jeroen Klaas (1951) en Jolande Maria (1956). Aan het begin van de oorlog schildert hij nog veel landschappen in de natuur die hij later ruilt voor voedsel, daarna thuis stillevens.

In september 1950 neemt hij z'n eerste voltijdse benoeming aan als tekenleraar, aan het Christelijk Lyceum in Sneek. Vervolgens gaat hij in september 1952 aan de slag op het Christelijk Lyceum in Amersfoort, totdat hij m.i.v. september 1957 een aanstelling krijgt aan de Da Costa Kweekschool in Bloemendaal en de Gereformeerde Kweekschool in Amsterdam. Ook geeft hij tekenles en didactiek aan de Vormschool voor Kleuterleidster, gevestigd aan de Keizersgracht in Amsterdam. Enkele jaren later wordt hij fulltime docent tekenen en Cultuur aan eerder genoemde Gereformeerde Kweekschool, later Christelijke Pedagogische Academie, en weer later aan de Pedagogische Aacademie Jan van Eyk in Amsterdam. Hij blijft daar tot zijn pensionering in 1982. Naar eigen zeggen heeft hij dit werk met hart en ziel gedaan.

In de periode na de oorlog tot zijn aanstelling als docent op de beide genoemde Pedagogische Academies krijgt hij veel opdrachten voor illustraties. Die komen aanvankelijk van vooral van protestantse kerken voor hun wijkbladen en speciale bijeenkomsten. Verder tekent hij illustraties bij korte verhalen in het weekblad De Spiegel. Het zijn de opmaten naar een grote opdracht om een bijbel te illustreren met maar liefst 250 tekeningen (zie later). In deze jaren geeft hij enkele kinderboeken uit bij Mulder & Zoon, bekend van onder meer de Gouden Boekjes. Op internet zijn nog af en toe de kinderboekjes 'Adjes luchtreis' en 'Bij de Negerkoning' te vinden, Hij tekent een Dieren-ABC-boek,door Clinge Doorenbos voorzien van vierregelige gedichtjes. Het succes van deze illustraties levert meer illustratiewerk op, onder meer van boeken van K. Norel (In en uit Siberië, Coasters varen uit, De Watersnoodramp). Ook de NCRV benadert hem voor tekeningen in de omroepbode. Hij tekent en schrijft in 1948-1949 een serie van 19 beeldverhalen/stripboekjes onder het pseudoniem Claus, uitgegeven door Jago in Haarlem.

Al dat werk verhindert hem niet portretten van zijn vrouw en kinderen te tekenen, en ook nog tijd te vinden om fantasiewerk met een sterk compositorische en stilerende inslag te maken. Plus stillevens van talloze voorwerpen die hij verzamelde, en tenslotte niet te vergeten talloze naaktstudies, soms naar model, vaak uit het hoofd. Hij experimenteert nadrukkelijk met diverse stijlen, zonder zich ooit dogmatisch tot één stijl te bekeren.

Een heel andere vorm van illustreren komt aan bod in de vele jaren omspannende opdracht van de Graf- en Steenhouwerij Botterman en De Ruig aan de Weteringschans te Amsterdam. Om kopers van een grafmonument een idee te geven van hoe een steen of groter monument eruit komt te zien, ontwerpt Pijlman tientallen grafmonumenten, afgebeeld in hun toekomstige omgeving. Het zijn aquarellen met détails in zwarte pen op A5 formaat. Op de begraafplaats Zorgvlied aan de Amstel zijn ongetwijfeld zijn creaties nog aanwezig.

Tussen 1950 en 1960 neemt hij vele jaren privé-zangles. Als bas-bariton zingt hij dan nog steeds in het koor van zijn vader dat dan het 'Christelijk Gemengd koor Sweelinck' heet. Klaas zingt als solist samen met de sopranen Christina Deutekom en Jo Vincent en de alt Aafje Heijnis samen met het koor onder leiding van zijn vader in de Bachzaal en het Concertgebouw van Amsterdam, Koorbewerkingen van psalmen maken vader Fetze bekend in protestantse kringen. Hij drukt en geeft ze zelf uit met z'n eigen uitgeverij 'De Harp'. De omslagen worden getekend door Klaas. Bekend zijn de sterk grafisch vormgegeven schallende trompetten, engelen en orgelpijpen. De eigen muzikale kanten van Klaas Pijlman komen aan bod tijdens Kerst- en Paasdiensten als hij als solist gaat zingen en declameren. De teksten maakt hij zelf, gebruikmakend van bestaande en zelfgeschreven gedichten. Met muzikale en kunstzinnige studenten van de Kweekscholen is hij dan gedurende de weken voor de kerkelijke feestdagen op pad met zang, declamatie en lichtbeelden van religieuze kunstwerken uit de kunsthistorie en van hemzelf. Hij houdt deze optredens vol tot in de jaren negentig. Daarnaast zingt hij in het kerkkoor van de Agneskerk op het Haarlemmermeercircuit hoek Amstelveenseweg. Hij bekwaamt zich op latere leeftijd nog in het zingen van gregoriaanse composities en zingt daarin vele solopartijen, totdat z'n stem op z'n 85ste levensjaar wat minder wordt en hij zelf besluit te stoppen. Voor zijn verdiensten als zanger in de kerk krijgt hij in 2002 een pauselijke onderscheiding.

In 1955 krijgt hij samen met z'n collega, vriend en studiegenoot Wim van Amstel (ook Amsterdam, later docent aan de Kunstacademie in Rotterdam) een stipendium om gedurende een maand in Parijs te schilderen en tekenen.

Klaas Pijlman illustreert eind jaren vijftig voor de Bijbel Kiosk Vereniging in Amsterdam de door Mej. Ingwersen geschreven 'Bijbel in vertelling en beeld'. Hij had dan al de kleine kinderbijbel van mevrouw Ingwersen van enkele illustraties voorzien. Hij tekent en schildert 250 aquarellen en zwart-wit tekeningen voor deze kloeke bijbel voor volwassenen. De Bijbel is voor de uitgever een groot succes en beleeft talloze herdrukken (zeker 30, uitgave in 2012!). Bovendien wordt hij in vele talen en landen uitgegeven, onder meer in Roemenië, Hongarije, Canada (...) en zelfs in China, telkens met dezelfde illustraties van Klaas Pijlman. Hij weet daar niks van. De originele pentekeningen en (oorspronkelijk zeer) kleurige aquarellen zijn volgens de huidige uitgever samen met het archief van de Bijbel Kiosk Vereniging ondergebracht in de religieuze bibliotheek van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij krijgt nog een opdracht om een bijbel te illustreren, de door U. van Houten geschreven Friese bijbel, 'De Hillige Histoarje, forteld foar it Fryske Folk', uitgegeven door Wever in Franeker. Hij maakte hiervoor 14 pentekeningen, afgedrukt op paginaformaat, verdeeld over twee kloeke delen. Deze bijbel is later in het Nederlands vertaald en opnieuw uitgegeven met dezelfde illustraties.

In de zomer van 1958 vertrekt Klaas dankzij -opnieuw- een stipendium voor een maand naar de Dolomieten in Italië en werkt daar vanuit Alba di Canazei. Ook maakt hij op de gevel van het pension waar hij verblijft een grote fresco, geheel met de oude technieken die hij op de academie had leren kennen. Ook z'n bezoek aan Venetië legt hij in -gecombineerde- technieken vast. Eenmaal weer thuis, boordevol indrukken, schildert hij meerdere berglandschappen (Pordoi, Sella, Marmolada) opnieuw in olieverf.

In 1959 sterft plotseling z'n vrouw Gré, amper 38 jaar oud, aan een ernstige ziekte. Klaas blijft achter met vier kinderen in de leeftijd van 5 tot 14 jaar. Deze gebeurtenis zal naar later blijkt een enorme impact hebben, niet alleen op het gezinsleven, ook op zijn kunstenaarschap.

Na een jaar trouwt hij in juli 1960 met Ida Maria Cornelia Harks uit 's Hertogenbosch, dan 28 jaar oud. Zijn huwelijk met een katholieke vrouw met een totaal andere cultureel-maatschappelijke achtergrond valt in de gereformeerde familie Pijlman aanvankelijk niet goed en ook de kinderen hebben het met deze 'nieuwe moeder' met haar geheel eigen regime moeilijk. Feitelijk valt het oude gezin uiteen. De kinderen trekken zich terug in ieder hun eigen wereld. Klaas en Maria maken er het beste van, ieder op eigen wijze en met eigen middelen. In de inmiddels nieuwe woning in Amsterdam Zuid, op de Lomanstraat 29boven, wordt op aandringen van Maria op het hebben van een 'eigen kind', het vijfde kind van Klaas Pijlman geboren, Rogier Petrus Johannes (1962). Maria Pijlman-Harks is in 2020 overleden.

Klaas trekt zich gaandeweg steeds meer terug in zijn werk op de Pedagogische Academie in de Dintelstraat (Rivierenbuurt, Amsterdam), en 's avonds in z'n eigen wereld op het atelier. Dat resulteert in een ongekende explosie van creativiteit en werkdrift, De periode van 1960 tot en met 2000 blijkt achteraf z'n meest vruchtbare te zijn. Dat heeft niet alléén te maken met de huiselijke omstandigheden, ook het snelle vertrek van de kinderen uit z'n eerste huwelijk en z'n pensionering geven hem veel meer vrij te besteden tijd en energie.

De stijging van de onderwijssalarissen in de jaren 70 maakt het Klaas en echtgenote mogelijk te reizen, eerst naar Frankrijk, daarna vele zomerse reizen naar Noord-Italië. Dat vertaalt zich in een eindeloze reeks aquarellen en pentekeningen van dorpen, steden en berggezichten. In Caldonazzo (Trentino) krijgt hij enkele opdrachten als de bewoners hem buiten zien schilderen. Voor de familie Von Trapp (ja die van The sound of Music) schildert hij zowel de buitenkant als de binnenplaats van hun 'Castello'. Klaas schildert ook in opdracht vier portretten van de plaatselijke schoenlappersfamilie (Menegini). Met die opdrachten worden deze zomervakanties bekostigd. Tot verdriet van Klaas vrouw weigert hij meermaals als hij buiten aan het schilderen is z'n werk te verkopen aan een passant. Het is het verschil tussen de kunstenaar die iets creëert omdat hij er geld mee wil (of moet) verdienen en bekend te worden onder een groot publiek, of er plezier aan beleeft omdat het vanuit een een innerlijke drang tot scheppen als het ware 'moet.'

Na jaren in dezelfde streek te zijn geweest is het wat Klaas betreft welletjes. Hij zoekt z'n eigen weg en gaat in de nabije bedding van een bergbeek de 's winters door het water meegesleurde boomstronken vastleggen in aquarel (soms met daarbij pen). Tussendoor maken hij met z'n vrouw tochten van enkele dagen naar Trento, Bolzano, Merano, opnieuw de Dolomieten met Canazei, Vigo di Fassa, Cortina d'Ampezzo en de bergmassieven daaromheen. Naar het zuiden bezoeken ze Verona, Venezië, Padua, Mantova en Florence en Siëna. De villa's van Palladio legt hij vast in aquarellen en pentekeningen. Vele bezoeken aan musea doen z'n op de Kunstacademie ontstane bewondering voor de Italiaanse schilder- en beeldhouwkunst alléén maar toenemen. Klaas nestelt zich in de hoek van een plein of op een terras en tekent het leven van de Italianen en van hun fraaie pleinen en overige architectuur.

Naast de bezoeken aan Italië maakt hij met z'n dochter Mirjam in 1972 een wereldreis waarbij zij onder meer Bangkok, Hong Kong, Hawaï en Los Angeles bezoeken. Thuis werkt hij zoals zo vaak z'n schetsen uit tot pen- en krijttekeningen in zwart-wit en kleur. De indrukken in Bangkok opgedaan verwerkt hij in pastelkrijt en tempera, met bijna iconisch afgebeelde, gestileerde Thaise vrouwen, tempels, Boeddha's, en draken. In de loop van de jaren tachtig bezoekt hij z'n zuster in Pasadena (California) en van daaruit reist hij naar het noorden van Mexico waar hij gefascineerd raakt door zowel de straattaferelen als de enorme cactussen. Die verschijnen in gestileerde vorm op grote olieverfdoeken en kleinere aquarellen.

Na zijn pensionering als leraar, zoals gezegd in 1982, maken Klaas en Maria vele reizen, naar Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, (het voormalige) Oost-Duitsland en Denemarken. Later zakken ze zuidelijker af en bezoeken de talloze steden en stadjes in de streken van Toscane, Umbrië en de Marche om uiteindelijk ook Rome, Napels, Cinque Terre en Pisa te bezoeken. Het resulteert -alweer- in vele pentekeningen en aquarellen.

Thuis in de Lomanstraat in Amsterdam vervaardigt hij al z'n schilderijlijsten en passe-partouts zelf. Maar ook tientallen keramieken beeldjes en beeldengroepen van mensen, mannen èn vrouwen. Op basis van een ruwe compositie op papier, kneedt hij van chamotte-klei organische vormen. Op (soms grote) plakken hout van omgezaagde bomen maakt hij dansende figuren in guirlandes, maar ook opengewerkte vormen van gezichten, christuskoppen en kruismotieven. Van het bestuur van de (voormalige) Johannes Postschool in Amstelveen krijgt hij de opdracht een kunstwerk voor het nieuwe schoolgebouw -in het kader van een rijksregeling- te ontwerpen. Het is een enkele meters hoge en brede, van hout vervaardigde beschilderde allegorie van opgroeiende, spelende en lerende kinderen rond een levensboom. Het is voor zover bekend de laatste opdracht die Klaas Pijlman heeft aangenomen.

Klaas Pijlman heeft tot z'n 87ste levensjaar getekend, geschilderd, geboetseerd, gezongen, piano gespeeld, gedichten geschreven, gecauseerd, kwinkslagen gemaakt, gedebatteerd. Hij volgde altijd het nieuws bij actualiteitenrubrieken als Brandpunt en later Nieuwsuur. Hij was en bleef uitstekend op de hoogte van het wereldnieuws en wat er in de kunstwereld gebeurde.

Hij laat een enorm oeuvre na. Hij had als academisch gevormd kunstenaar z'n eigen opvattingen over kunst, waarbij het ambachtelijke vermogen een belangrijk aspect was en bleef. Er kwam hoogst zelden een afkeuring van andermans werk over z'n lippen. Altijd zag hij wel iets interessants in nieuwe stromingen en pikte hij er uit wat paste bij zijn vormentaal. De actualiteit komt in sommige werken nadrukkelijk voor (vluchtelingen, branden, beroemde zangeressen, dans), maar hij maakte nooit politieke manifesten. Nooit abstracte werken die alleen toegankelijk zijn met kennis van de kunstenaar en zijn of haar bedoeling(en)). Zelf zei hij een halfjaar voor zijn dood, terugkijkend op z'n werk: 'Ik denk dat ik toch in wezen een neo-impressionist ben'. Klaas Pijlman heeft nooit aan naamsbekendheid gewerkt. Ook onderhield hij geen contacten met schildersgroepen en musea; hij besteedde z'n tijd liever aan het scheppend werk.

Klaas Pijlman is begraven op de katholieke begraafplaats Buitenveldert in Amsterdam Zuid, na een sobere dienst, met twee toespraken en fraaie muziek, óók van het Agneskoor waarin hij jarenlang heeft gezongen. Op z'n graf staat een donkergroene marmeren steen met z'n naam en de tekst: Kunstschilder. Het doet maar ten dele recht aan wat hij in z'n lange leven wilde en wie hij was. Hij werd ruim negentig jaar. * NB: deze tekst is gebaseerd op delen uit het boek 'Klaas Pijlman, een ongekend kunstenaar', uitgave voorjaar 2020.(inlichtingen: tel. 0031 6 43 80 85 73)

'



Read or create/edit this page in another language[bewerken]