Ledtransitie

Met de ledtransitie wordt de overgangsperiode bedoeld waarin van oude verlichtingsbronnen zoals gloei- en spaarlampen en tl-buizen overgaat naar ledverlichting. Deze overgang komt tot stand onder invloed van wetgeving en marktwerking.

Wetgeving[bewerken]

Door energieverspillende vormen van verlichting te verbieden worden deze langzaam uit de markt gefaseerd en blijft ledverlichting als het voor de hand liggende alternatief over. Vanaf 2012 is in Europa de verkoop van gloeilampen verboden en vanaf 2018 ook van halogeenlampen.^[1] In de maatregel 'Ecodesign Lampen' doe door minister Wiebes op 5 december 2019 is aangenomen staat dat vanaf 1 september 2021 de meeste vormen van tl-verlichting verboden zullen worden.^[2]

Marktwerking[bewerken]

Door het lagere energieverbruik van ledlampen ten opzichte van andere vormen van verlichting stappen mensen zelf vaak over omdat het goed voor het milieu en/of de portemonnee is. Een ledlamp zet namelijk 85% van zijn energie om in licht, terwijl dat bij gloeilampen maar 5% is; de rest wordt omgezet in warmte.^[3]

Recycling[bewerken]

Naast het lagere energieverbruik hebben ledlampen ten opzichte van gloei- en spaarlampen een veel langere levensduur. In plaats van de gloeilamp (1 jaar)^[bron?] en de spaarlamp (3-5 jaar)^[bron?] gaat een ledlamp, afhankelijk van gebruikswijze, 10 tot 20 jaar^[bron?] mee. Dit vermindert de hoeveelheid afval aanzienlijk. Door deze langere levensduur vindt er in de inzameling van verlichting een tijdelijke daling plaats.

Bronnen, noten en/of referenties