You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Lijst van valse vrienden

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Dit is een (onvolledige en subjectieve) lijst van valse vrienden van Nederlandse woorden per taal en van valse vrienden tussen andere talen en tussen taalvariëteiten.

Valse vrienden zijn woorden uit verschillende talen die in hun vorm of klank op elkaar lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben, en die voor verwarring kunnen zorgen.

Die verwarring uit zich in versprekingen, in vertaalfouten of in verkeerd begrijpen. Ze kunnen ook bewust gebruikt worden om een humoristisch effect te verkrijgen, bijvoorbeeld met meertalige woordspelingen.


Nederlands en andere talen[bewerken]

Afrikaans[bewerken]

aankondig
niet alleen "aankondigen", ook "bekendmaken" (van iets dat er al is) en "afkondigen".
aardig
niet "aardig" maar "onaangenaam", "snaaks". Ook "aantrekkelijk".
amper
niet "nauwelijks" maar "bijna".
amptelik
niet "ambtelijk" maar "officieel".
applikasie
niet alleen "applicatie" maar ook "sollicitatie".
braai
niet "braden" maar "barbecueën". Verwant hieraan is braaivleis (niet "braadvlees" maar "barbecuevlees").
dadelik
niet "straks" maar "onmiddellijk" (deze betekenis wordt soms ook in het Nederlands gebruikt).
dam
niet de "dam" van een stuwmeer maar het meer zelf.
die
niet "die" maar "de" of "het".
dit
niet "dit" maar "het" (persoonlijk voornaamwoord, 3e persoon enkelvoud, onzijdig).
eland
niet eland (Alces alces) maar elandantilope (Taurotragus oryx).
e-pos
niet epos maar e-mail.
hoof
niet alleen "hoofd" (van een mens of een paard) maar ook "kop" (andere dieren).
kaasburger
In het Nederlands bevindt zich kaas in een burger, i.t.t. een cheeseburger. In het Afrikaans is een "kaasburger" een leenvertaling van "cheeseburger". De kaas zit onder of op het vlees.
klaarkom
niet "klaarkomen" maar "goed met iemand op kunnen schieten".
kombuis
de "keuken", niet alleen op een schip maar ook in huis of een restaurant (letterlijk en figuurlijk).
kop
niet alleen hoofd van een dier maar ook van een mens (niet informeel).
kophou
niet "zijn kop houden", "zwijgen" maar "kalm blijven", "zich niet van de wijs laten brengen", "zijn kop erbij houden".
lemoen
niet "limoen" maar "sinaasappel".
lokasie
niet "locatie" maar een type woongebied. Tegenwoordig wordt hiervoor, ook in het Afrikaans, het Engelse woord township gebruikt.
na
niet "na" maar "naar" (ná is na).
net
niet "zojuist" en niet alleen "precies" maar (ook) "slechts".
neuk
niet "geslachtsgemeenschap hebben" maar
ek gaan jou neukik ga je een klap verkopen
hou op om met die stoel te neuk en eet jou koshou op met klieren met die stoel en eet je bord leeg
jy neuk al weer stroomop, knapieje gaat de verkeerde kant op, joh.
parmantig
eerder "brutaal" dan "zelfbewust" of "al te deftig".
seekoei
niet "zeekoe" maar "nijlpaard".
skarminkel
niet "mager mens of dier" maar "onbetrouwbaar, onguur persoon".
triljoen
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
vinnig
niet "vinnig" maar "snel".
visarend
niet "visarend" (Pandion haliaetus) maar "Afrikaanse zeearend" (Haliaeetus vocifer).
wat
kan ook die of dat betekenen: ek sien 'n man, wat daar loopik zie een man die daar loopt.

Albanees[bewerken]

dyzet
niet "duizend" maar "veertig".
jo
niet "ja" maar "nee".
mokër
niet "mokerhamer" maar "molensteen".
pjepër
niet "peper" maar "meloen".

Arabisch[bewerken]

rabbi
niet een "rabbi" maar "mijn Heer" (doorgaans God).

Deens[bewerken]

advisere
niet "adviseren" maar "aankondigen", "melden", "op de hoogte brengen".
agurk
niet "augurk" maar "komkommer".
ansvar
niet "antwoord" maar "verantwoordelijkheid".
artig
niet "aardig" maar "welopgevoed".
beklage
niet "zich beklagen" maar "betreuren".
bekvem
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
belemre
niet "belemmeren, versperren" maar "opzadelen, opschepen" (met iets), "lastig vallen".
bonbon
niet "bonbon" (praline) maar "zuurtje".
bord
niet "bord" maar "tafel".
brutal
niet "brutaal" maar "bruut".
drops
niet "dropje(s)" maar "snoepje".
dåse
niet "doos" maar "blikje".
enkel
niet "enkel" maar "simpel", "eenvoudig", "gemakkelijk".
fare
niet "varen" maar "racen", "jagen", "stormen".
flink
niet "flink" maar "aardig".
flæsk
niet (willekeurig) "vlees" maar specifiek "varkensvlees".
forælder
niet "voorouder" maar "ouder".
gammel
niet "gammel" maar "oud".
klarlægge
niet "klaarleggen" maar "uitleggen".
klodsmajor
niet "kletsmajoor" maar "klungel" of "sukkel".
kludder
niet "klodder" maar "rommel", "gedoe".
kommune
niet "commune" maar "gemeente".
kreatur
niet "creatuur" maar "stuk vee".
lærling
niet "leerling" maar "leerjongen".
mulig
niet "moeilijk" maar "mogelijk".
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
ørlog
niet "oorlog" maar alleen "oorlog op zee".
padde
niet "pad" maar "amfibie".
paprika
niet "paprika" maar "paprikapoeder".
prop
niet "prop" maar "kurk".
pukkel
niet "pukkel" maar "bochel".
rar
niet "raar" maar "aardig", "mooi".
rumpe
niet "romp" maar "billen, achterwerk".
seværdig
niet "zeewaardig" maar "bezienswaardig".
sjofel
niet "sjofel" maar "obsceen", "schunnig".
skoleinspektør
niet "schoolinspecteur" maar "schoolhoofd".
skubbe
niet "schoppen" maar "duwen".
skøn
(enkel valse vriend in Nederland) niet "schoon" (rein) maar "mooi".
slikke
niet "slikken" maar "likken".
snabel
niet "snavel" maar "slurf".
sprog
niet "spraak" maar "taal".
stovt
niet "stout" (ondeugend) maar "dapper", "stoutmoedig".
straks
niet "zo dadelijk" maar "onmiddellijk".
strejke
niet "strijken" maar "staken".
strikke
niet "strikken" maar "breien".
strop
niet "strop" maar "lusje, riempje".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".
tegl
niet "tegel" maar "baksteen" of "dakpan".
trods
niet "trots" maar "koppig".
tryk
niet "trekken" maar "duwen" of "drukken".
uvejr
niet "onweer" maar "slecht weer".
vaffel
niet "waffel" maar "(ijs)wafel" of "hoorntje".
vaje
niet "waaien" maar "wapperen".
vrede
niet "vrede" maar "woede", "boosheid".

Duits[bewerken]

abstimmen
niet alleen "afstemmen", ook "stemmen".
Agitation (die)
niet "agitatie" maar "propaganda" (agitatie=Erregung).
Altertum (das)
niet "ouderdom" maar "oudheid" (de ouderdom=das Alter).
Andacht
niet "aandacht" maar "devotie", "vroomheid", "gebed" (de aandacht=die Aufmerksamkeit)
Arsch
niet "aars" (feitelijk) maar "kont" (vulgair).
artig
niet "aardig" maar "goed gedragen", "braaf", "gehoorzaam".:
Artist
niet "artiest" maar "acrobaat" (de artiest=der Künstler)
aufrecht
niet "oprecht" maar "rechtop" (oprecht=aufrichtig).
Ausflug
niet "uitvlucht" maar "uitstap" (uitvlucht=Ausflucht).
augenblicklich
niet alleen "ogenblikkelijk" maar ook "momenteel".
ausbilden
niet "uitbeelden" maar "onderwijzen" of "trainen" (uitbeelden=darstellen).
B (muzieknoot)
niet "B" maar "Bes".
Bauer
niet "bouwer" maar "boer" (bouwer=Erbauer).
Bedarf
niet "bederf" maar "behoefte" (het bederf=der Verderb)
belanglos
niet "belangeloos" maar "onbelangrijk" (belangeloos=uneigennützig).
belebt
niet "beleefd" maar "levendig", "druk" (beleefd=höflich).
Beleg
niet "beleg" maar "bewijsstuk" of "(kassa)bon" (het (brood)beleg=der Aufstrich).
bellen
niet "bellen" maar "blaffen" ((op)bellen=anrufen, telefonieren, bellen (op fiets)=klingeln)
bequem
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
Bergente
niet "bergeend" maar "toppereend".
Bericht
niet "bericht" maar "rapport" (het bericht=die Nachricht).
beschildern
niet "beschilderen" maar "bewegwijzeren" (beschilderen=bemalen).
betrachten
niet "betrachten" maar "beschouwen".
bissig
niet "bezig" maar "bijterig" (bezig=beschäftigt).
bitten
niet "bidden" maar "verzoeken" (bidden=beten).
blöd
niet "bloot" maar "stom" (bloot=bloß)
Bock
meestal niet "bok" maar "zin" (in iets hebben).
Bonbon
niet "bonbon" (chocolade) maar "zuurtje" (de bonbon=die Praline)
Brandgans
niet "brandgans" maar "bergeend".
brauchen
niet "gebruiken" maar "nodig hebben, behoeven" (gebruiken=verwenden, benutzen, gebrauchen).
Brombeere
niet "brombeer" maar "braam".
brutal
niet "brutaal" maar "bruut" (gewelddadig, agressief)
bummeln
niet "boemelen" (in de betekenis van zuipen) maar "slenteren".
Dachboden
niet "dakbodem" maar "zolder".
Decke
niet "dek" maar "plafond" of "deken" (het dek (schip)=das Deck).
deftig
niet "deftig" maar "voedzaam", "stevig" (deftig (NL)=vornehm; deftig (Vlaams)= fatsoenlijk (NL) = anständig).
die
meestal niet "die" maar "de" (bij vrouwelijke znw. of meervouden in de 1e en de 4e naamval).
doof
niet "doof" maar "dom" (doof=taub).
Doofheit
niet "doofheid" maar "stommiteit".
Dose
niet "doos" maar "blikje" (doos=Schachtel).
Drops
niet "dropjes" maar "zuurtje" (dropjes=Lakritze(n)).
Dutzend
niet "duizend" maar "dozijn" (duizend=tausend). In het meervoud ook wel:Dutzende von Menschen wurden verhaftet = Tientallen mensen werden gearresteerd.
dürfen
niet "durven" maar "mogen", "kunnen" (durven=sich zu etw. trauen)
Egel
niet "egel" maar "bloedzuiger". (de egel = der Igel)
einmalig
niet alleen "eenmalig" maar soms ook "weergaloos".
einstellen
niet alleen "instellen" maar ook "opheffen" en "aanstellen" (als werknemer)
eng
niet "eng" in de zin van "griezelig, akelig", alleen "nauw" (eng=beängstigend, gruselig).
Enkel
niet "enkel" (van voet) maar "kleinkind" (enkel=Fußgelenk).
erkennen
niet "erkennen" maar "herkennen" (erkennen=eingestehen).
fahren
niet alleen "varen" maar ook "rijden".
falsch
vaak niet "vals" maar "verkeerd".
faul
niet "vuil" maar "lui" of "bedorven" (vuil=schmutzig (bnw.), Schmutz (znw.))
Fäulnis
niet "vuilnis" maar "rotting" (het vuilnis=der Müll).
fechten
meestal niet "vechten" maar "schermen" (vechten=sich schlagen, kämpfen).
Feierabend
niet "feestavond" maar "einde van de werktijd", "vrije tijd".
Flieder
niet "vlier" maar "sering".
flink
niet "flink" maar "snel".
Flur (der)
niet "vloer" maar "hal" of "gang" (de vloer=der Boden)
fördern
niet "vorderen" (vooruitgaan) maar "bevorderen, ondersteunen" of "ontginnen".
Freier
niet "vrijer" maar "klant van prostituee".
Gasthaus
niet "gasthuis" maar "herberg".
Gebäck
niet alleen "gebak" maar ook "koekjes".
gehen
niet alleen "gaan" maar ook "lopen" (Nederland)/"stappen" (Vlaanderen), vergelijk laufen.
geistig
niet "geestig" maar "geestelijk" (geestig=geistreich).
gekocht
niet "gekocht" maar "gekookt" (gekocht=gekauft).
Gemeindehaus
meestal niet "gemeentehuis" (deze betekenis komt vooral in de Alpen voor), maar "kerkelijk centrum" (gemeentehuis=Rathaus).
gesellig
meestal niet "gezellig" maar "sociaal", "in kudden".
Gesellschaft
niet "gezelschap" maar "maatschappij" (zowel bedrijf als samenleving).
geschickt
niet "geschikt" maar "handig" (geschikt=geeignet).
gleich
niet alleen "gelijk" maar "straks" (deze spraakverwarring ontstaat in Vlaanderen niet, enkel in Nederland).
Gottesdienst
niet "godsdienst" maar "kerkdienst" (de godsdienst=der Glaube, die Religion)
grau
meestal niet "grauw" maar "grijs".
gruselig
niet "groezelig" maar "griezelig".
hat
niet "had" maar "heeft".
Hecke
niet "hek" maar "haag", "heg" (het hek=der Zaun)
herstellen
niet "herstellen" maar "vervaardigen", "tot stand brengen" (herstellen=wiederherstellen).
hinweisen (auf)
meestal niet "heenwijzen" maar "wijzen (op)" (fig.), iets opmerken.
Jungfrau
niet "jonkvrouw" maar "maagd" (jonkvrouw=enkel Nederlandse adelstitel)
Kachel
niet "kachel" maar "tegel" (de kachel=der Ofen).
keilen
niet "keilen" maar "wiggen".
klarkommen
niet "klaarkomen" maar "goed overeenkomen" (klaarkomen=fertig werden, abspritzen).
Kleinkind
niet "kleinkind" maar "kleuter" (het kleinkind=das Enkelkind).
klettern
niet "kletteren" maar "klimmen, klauteren".
knuddeln
niet "knoedelen" maar "knuffelen".
komisch
niet "komisch" maar "merkwaardig" (komisch=lustig).
Kreuzungsweiche
niet "kruiswissel" maar "Engels wissel".
Kuchen
niet "koek" maar "gebak" of "taart".
Kugel
niet alleen "kogel" maar ook "bol(vormig voorwerp)".
laufen
(enkel valse vriend in Nederland) vaak niet "lopen" (Vl. stappen) maar "hardlopen" (rennen), vergelijk gehen. Met betrekking tot dieren wel: laufen = lopen.
lehren
niet "leren" maar "lesgeven" ("unterrichten") (zelf leren=lernen; iemand iets leren=jdm. etwas beibringen).
Lesezeichen
niet "leesteken" maar "bladwijzer" (het leesteken=das Satzzeichen).
lieb
niet alleen "lief", ook formeel ("beste").
liegen
niet "liegen" maar "liggen" (liegen=lügen).
Lust
meestal niet "(wel)lust" maar "zin".
machen
niet alleen "maken" maar ook "doen".
Magd
niet "maagd" maar (dienst)meid (de maagd=die Jungfrau)
manche
niet "menige" maar "sommige" (menige=verschiedene).
Marmelade
wordt niet alleen voor "marmelade", maar ook voor "jam" in het algemeen gebruikt.
Meer
niet "meer" maar "zee" (het meer=die See).
mögen
niet "mogen" in de zin van "toestemming hebben" maar alleen "graag hebben".
müssen
niet "moeten" in het algemeen, alleen in de betekenis van noodzaak.
nachweisen
meestal niet "nawijzen" maar "aantonen".
nett
niet "net" maar "aardig", "leuk" (net=gepflegt, anständig).
nie
niet "niet" maar "nooit" (niet=nicht).
niedrig
niet "nederig" maar "laag(hartig)" (nederig=demütig).
nuttig
niet "nuttig" maar "hoerig" (nuttig=nützlich).
Oberst
niet "overste (luitenant-kolonel)" maar "kolonel".
offenbar
niet "openbaar" maar "duidelijk, blijkbaar" (openbaar=öffentlich).
Otter
niet alleen "otter", ook "adder".
Pappe
geen "pap" maar "karton" (de pap=der Brei).
Parole
niet alleen "parool", ook "wachtwoord".
passieren
niet "passeren" maar "gebeuren" (passeren=vorbeigehen).
pfeifen
niet "pijpen" (op een fluit spelen) maar "fluiten" (met de mond of een signaalfluitje).
Politesse
niet "politesse" (fatsoen) maar een "vrouwelijke parkeerwachter".
Posaune
niet "bazuin" maar "trombone".
Postbus
niet de brievenbus maar het vervoermiddel (postbus=Briefkasten).
prüfen
niet "proeven" maar "onderzoeken" (proeven=kosten, schmecken, probieren).
rar
niet "raar" maar "zeldzaam" (raar=seltsam, komisch).
Recherche
niet "recherche" (politie) maar "opzoeking", "nasporing".
rein
niet "rein" (schoon (Nl.) / proper (Vl.)) maar "zuiver", "enkel"
reiten
niet "rijden" (op wielen) maar "paardrijden".
Rente
niet "rente" maar "pensioen" of "uitkering" (rente=die Zinsen).
Reue
niet "rouw" maar "berouw" (de rouw=die Trauer).
rodeln
niet alleen "rodelen" maar ook "sleeën".
rüstig
niet "rustig" maar "kranig", "energiek" (rustig=ruhig).
satt
niet "zat", "dronken" maar "verzadigd" (na maaltijd) (zat (dronken)=im Rausch, im Suff).
Sarg
niet "zerk" maar "doodskist".
sauber
niet "zuiver" maar "rein" (Nl. zuiver=De. rein)
schattig
niet "schattig" maar "schaduwrijk" (schattig=süß, niedlich, goldig)
Schild
vaak niet "schild" maar "bord" (naambord, wegwijzer enz.). Das Schild = het verkeersbord; der Schild = het schild.
schlicht
niet "slecht(s)" maar "gewoonweg", "eenvoudig".
schlimm
niet "slim" maar "erg" (slim=schlau).
schmierig
niet "smerig" maar "vettig" (smerig=dreckig).
schön
(enkel valse vriend in Nederland) niet "schoon" (rein) maar "mooi".
schreien
niet "huilen" maar "schreeuwen, roepen" (huilen=weinen).
See (m)
niet "zee" maar "meer" (der Genfer See = het meer van Genève).
See (v) betekent wél "zee" (die Nordsee = de Noordzee).
seltsam
niet "zeldzaam" maar "vreemd", "eigenaardig" (zeldzaam=rar).
Sessel
alleen "fauteuil", niet "zetel" in een parlement (zetel=Sitz)
sicher
niet alleen "zeker" maar ook "veilig".
sollen
niet "zullen" maar "moeten" (dwang of verplichting) (zullen=werden).
Sonnabend
niet "zondagavond" maar "zaterdag".
Sprache
niet alleen "spraak" maar ook "taal".
Sprossen
niet "spruitjes" maar "kiemgroenten" (zoals taugé).
Stadthaus
niet "stadhuis" maar "stadskantoor" (een stadhuis is een "Rathaus"; overigens zetelen wel vaak afdelingen van een Duits stadsbestuur in een "Stadthaus").
Stärke
niet alleen "sterkte" maar ook "dikte" of "zetmeel"; "stark" kan ook "dik" betekenen, bijv. een boom of een laag materiaal.
steigern
niet "steigeren" maar "doen stijgen".
Stockbrot
niet "stokbrood" maar alleen het aan een stokje boven een kampvuur gebakken brood.
stracks
niet "straks" maar "onmiddellijk" (straks=gleich, später)
stramm
niet "stram", "stijf" maar "stevig", "kloek".
Streit
meestal niet "strijd" maar "ruzie" (de strijd=der Kampf).
stur
niet "stoer" maar "stug", "koppig" (stoer=hart, cool).
suchten
niet "zuchten" maar "hunkeren" (zuchten=seufzen).
Tafel
niet "tafel" maar "tabel", "tablet", "schoolbord" of "reep" (Schokolade).
Tanne, Tannenbaum
niet "den, dennenboom" maar "zilverspar". Zie ook: O dennenboom.
Tapete
niet "tapijt" maar "behang" (het tapijt=der Teppich).
Tasse
(enkel valse vriend in Nederland) niet "tas" maar "kopje".
Taugenichts
niet "deugniet" ("kwajongen") maar "nietsnut", "onbenul" (de deugniet=der Bengel).
tief
niet alleen "diep" maar ook "laag". Das Tief = het lagedrukgebied (weerkunde).
toll
niet vaak "dol" maar meestal "geweldig", "heel erg leuk" (omgangstaal; = rond 1950 wel NL: "dolletjes")
überflüssig
niet "overvloedig" maar "overbodig" (overvloedig (bnw.)=üppig, (bw.) reichlich)
um, in
die Inflation hat um 1,1% nachgelassen = de inflatie is met (niet: circa) 1,1% gedaald.
Unwetter
niet "onweer" maar "noodweer" (slecht weer) (het onweer=das Gewitter).
verführen
niet "vervoeren" maar "verleiden" (vervoeren=befördern, transportieren)
vergönnen
niet “vergunnen” maar “niet gegund zijn” (vergunnen=genehmigen)
verrückt
niet "verrukt" maar "gek" (verrukt op iets zijn=entzückt sein von etwas)
versprechen
meestal niet "verspreken" maar "beloven".
verständlich
niet "verstandelijk" of "verstandig" maar "verstaanbaar" of "begrijpelijk" (verstandelijk=geistig; verstandig=vernünftig).
verstehen
niet alleen "verstaan" maar ook "begrijpen".
verstören
niet "verstoren" maar "in de war brengen" (verstoren=stören).
versuchen
niet "verzoeken" maar "proberen" (verzoeken=bitten).
Volkslied
niet (nationaal of regionaal) "volkslied" maar "folkloristisch lied".
Vorjahr
niet "voorjaar" maar "het vorige jaar" (het voorjaar=der Frühling)
vorüber
niet "voorover" maar "voorbij" (voorover=nach Vorne, kopfüber).
wandern
zeer zelden "wandelen", nagenoeg altijd "een trektocht maken", "trekken" (wandelen=spazieren)
Weh
nooit "zwangerschapskramp", wel "wee" in de betekenis van "pijn".
weil
niet "terwijl" maar "wijl", "omdat" (terwijl=während)
werden
vaak niet "worden" maar "zullen".
wie
niet "wie" maar "hoe" (wie=wer).
Wohnwagen
niet alleen "woonwagen" maar ook "caravan".
Zaun
niet "tuin" maar "(om)heining", "schutting" (de tuin=der Garten).
zeitlich
niet "tijdelijk" maar "de tijd betreffend" (tijdelijk=vorübergehend).
zerstören
niet "verstoren" maar "verwoesten" (verstoren=stören).
Ziegel
niet "tegel" of "zegel" maar "baksteen" (tegel=Kachel, Fließe, Platte).

Engels[bewerken]

accolade
niet alleen "accolade" ook "eerbewijs".
acorn
(uitspraak ongeveer als eekhoorn) niet "eekhoorn" maar "eikel".
actual
niet "actueel" maar "echt", "werkelijk".
adequate
niet "adequaat" (positief) maar "net voldoende" (neutraal tot licht negatief).
administration
niet alleen "administratie" maar ook "regering", "bestuur".
alarm
niet alleen "alarm" maar ook "wekker".
ale
niet "aal" maar "bier".
all but
niet "allesbehalve" maar juist "nagenoeg".
amber
niet "amber" maar "barnsteen".
ampersand
niet "amper zand" maar "&".
another
niet alleen "een andere" maar ook "nog een".
anti-social
niet "antisociaal", eerder "asociaal", ook wel "ongezellig".
argument
niet alleen "argument", ook "ruzie".
armed
niet "gearmd" maar "gewapend".
arse
niet "aars (anus)" maar de hele bilpartij.
Austria
niet "Australië" maar "Oostenrijk".
bake
niet "beek" maar "bakken".
barracks
niet "barakken" maar "kazerne".
barrel
niet "barrel" maar "vat".
basketball
te vertalen als "korfbal", maar basketball en korfbal zijn verschillende spellen.
bassoon
niet "bazuin" maar "fagot".
bathroom
niet alleen "badkamer" maar ook "toilet".
bear
uitsluitend "beer", geen mannelijk varken.
become
niet "bekomen" maar "worden".
been
niet "been" maar "geweest".
beer
niet "beer" maar "bier".
bend
niet "bende" maar "gebogen".
Bill
niet "bil" maar "Willem".
billion
niet "biljoen" maar "miljard" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
blackberry
niet "zwarte bes" maar "braam".
bond
niet "bond" maar "band" of 'obligatie".
brand
niet "brand" maar "merk".
brave
niet "braaf" maar "dapper", "moedig".
brigadier
niet "brigadier" maar "brigadegeneraal".
Brittany
niet "(Groot-)Brittannië" maar "Bretagne".
broken
niet alleen "gebroken" maar "kapot" in het algemeen.
brook
niet "broek" maar "beek".
broom
niet "broom" maar "bezem".
brutal
niet "brutaal" maar "bruut".
buffalo
niet alleen "buffel" maar ook (in Noord-Amerika: gewoonlijk) "bizon".
can
niet alleen een "kan" maar ook andere, meestal cilindervormige houders, bijvoorbeeld een vuilnisbak of een "conservenblik".
cap
niet "cap" of "kap" maar "pet".
capsule
niet "kapsel" maar "capsule, sonde".
car
niet "kar" maar "auto".
car park
niet "wagenpark" maar "parkeerterrein".
caravan
(Amerikaans) niet "caravan" maar "karavaan".
carbon
eerder "koolstof" dan "carbon".
champion
niet "champignon" maar "kampioen".
checkers
"check!" betekent "schaak!" maar checkers (Amerikaans Engels) betekent niet "schaken" maar "dammen".
chef
niet "chef" maar "chef-kok".
chips
(Brits) niet "(aardappel)chips" maar "friet".
Christendom
niet "christendom" maar "christenheid".
clove
niet "kloof" maar "kruidnagel".
club
niet alleen "club" maar ook "staaf".
coffee shop
niet "coffeeshop" (verkooppunt van cannabis) maar "koffiehuis".
collaboration
samenwerking, anders dan het Nederlandse collaboratie ook in positieve zin.
coke
niet "kook" maar "cola, cocaïne".
comic
niet alleen komiek maar ook stripverhaal.
competition
niet "competitie" maar "concurrentie".
confection
niet "confectiekleding" of "confetti" maar "snoepgoed".
consequent
niet "consequent" maar "daaruit volgend".
construction
niet "constructie" maar "bouw" (bouwnijverheid, aannemerij)
copy
niet alleen een "kopie", maar ook een "exemplaar" (van een boek, krant of iets dergelijks).
corn
(Amerikaans) niet "koren" maar "mais".
coster
niet "koster" maar "straatverkoper".
craft
niet "kracht" maar "ambacht, vakman".
crafty
niet "krachtig" maar "gewiekst".
crippled
niet "kreupel" maar "verminkt".
cunt
niet "kont" maar "kut" of "klootzak" (scheldwoord).
curious
meestal niet "curieus" maar "nieuwsgierig" of "leergierig".
daffodil
niet "affodil" maar "narcis".
damp
niet "damp" maar "vochtig".
dapper
niet "dapper" maar "goedgekleed".
decade
niet "decade" (tien dagen) maar "decennium" (tien jaar).
deception
niet "deceptie" maar "bedrog".
deer
niet "dier" maar "hert".
diamond
niet alleen "diamant" maar ook "ruit" (meetkundige figuur en kaartkleur).
dick
niet "dik" maar "lul".
dimension
niet alleen "dimensie" maar ook "afmeting" of "maat".
direction
niet alleen "directie" maar ook "richting".
douche
niet een stortbad maar een instrument voor vrouwelijke hygiëne.
drake
niet "draak" maar "woerd".
drama
niet (alleen) "drama", maar "toneel(stuk)"
drug
niet alleen "narcoticum" maar ook "geneesmiddel".
Dutch
niet Duits maar Nederlands (echter ook wel voor 'Duits' gebruikt zoals in Pennsylvania Dutch).
eagle
niet "egel" maar "arend" of "adelaar".
eland
niet "eland" maar "elandantilope".
event
niet alleen "evenement" maar ook "gebeurtenis".
eventual
niet "eventueel" maar "uiteindelijk".
fabric
niet "fabriek" maar "textiel", "weefsel".
factory
niet "factorij" maar "fabriek".
false
zelden "vals", meestal "onjuist".
feel
niet alleen "voelen" maar ook "vinden", "van mening zijn".
find out
niet "een uitvinding doen" maar "ontdekken" of "betrappen".
folder
niet "(reclame)folder" maar oorspronkelijk een "hechtmap" of een "ordner".
fresh
meestal niet "fris" maar "vers".
fresh water
meestal niet "fris water" of "vers water" maar "zoet water".
frivolous
eerder "onbeduidend" dan "frivool".
gallop
alleen "rengalop", geen "arbeidsgalop".
game
niet alleen "(video)gamen" maar ook "gokken".
gas
niet alleen "gas" maar in Amerikaans-Engels ook "benzine".
genie
niet "genie" maar "(Arabische) geest".
global
niet "globaal" maar "mondiaal" of "wereldwijd".
gun
niet "gun" maar "vuurwaper".
gym
niet alleen "gymnastiek, gymnasium", maar ook "sportschool".
half, bijvoorbeeld half three
niet "half drie" maar "half vier" (spraakgebruik, correcter is "half past three").
it goes well
niet "Het gaat wel" maar "Het gaat goed".
goldfinch
niet "goudvink" maar "putter".
grief
eerder "leed" dan "grief".
guest house
niet "gasthuis" maar "pension".
hairdos
niet "haardos" maar "kapsels" (meervoud van "hairdo").
half, bijvoorbeeld half three
niet "half drie" maar "half vier" (spraakgebruik, correcter is "half past three").
harness
niet "harnas" maar "tuig", "veiligheidsriemen".
harvest
niet "herfst" maar "oogst".
hat
niet alleen "hoed", maar ook "muts".
haven
niet "haven" maar "toevluchtsoord".
headline
niet "hoofdlijn" maar "krantenkop".
heaven
niet "haven" maar "hemel".
hernia
niet "(rug)hernia" maar "liesbreuk".
high school
niet "hogeschool", maar "hoger secondair onderwijs".
hockey
in Amerika meestal niet "hockey" maar "ijshockey".
hood
niet "hoed" maar "kap", "muts".
hound
niet "hond" maar specifiek "jachthond".
jacob's ladder
niet alleen "jakobsladder" (in diverse betekenissen) maar ook "touwladder".
kerosene
niet "kerosine" maar "petroleum".
knight
niet "knecht" maar "ridder".
lame
niet "lam", "verlamd" maar "kreupel".
landing
kan naast "landing" ook "overloop" betekenen.
landscape
niet alleen een "landschap" als zodanig, maar ook een afbeelding (schilderij, foto) van een landschap.
lane
niet "laan" maar "pad", "landweg", "straatje", "vaargeul" of "rijstrook".
(the) last time
niet "de laatste tijd" maar "de laatste keer".
late
niet alleen "laat" maar ook "recent", "voormalig" en "wijlen".
leader
bij bridge niet "leider" maar "degene die uitkomt" (links van de leider).
legal
niet alleen "legaal", ook "juridisch".
lemon
niet "limoen" maar "citroen".
lent
niet "lente" maar "vastentijd".
lime
niet "leem" maar "kalk", ook "limoen" of "vogellijm".
liquor
niet uitsluitend "likeur" maar "sterkedrank" in het algemeen.
loan
niet "loon" maar "lening".
lorry
niet "lorrie" maar "vrachtauto".
man/men
niet alleen "man/mannen" maar ook "mens/mensen", "mensheid".
map
niet "map" maar "landkaart".
meerkat
niet "meerkat" maar "stokstaartje".
mental
niet alleen "mentaal" maar ook "geschift".
minister
niet alleen "minister" maar ook "dominee".
mishandle
niet "mishandelen" maar "verkeerd afhandelen".
missionary
niet alleen (katholieke) "missionaris" maar ook (protestantse) "zendeling".
moth
niet alleen "mot" maar "nachtvlinder" in het algemeen.
neck
niet alleen "nek" maar de hele hals.
nightshade
niet het geslacht "nachtschade" (Solanum) maar de soort "bitterzoet" (Solanum dulcamara) of juist de hele "nachtschade-familie" (Solanaceae).
Norse
niet "Noors" maar "Noords (Scandinavisch)".
novel
niet "novelle" maar "roman".
number
niet alleen "nummer", ook "aantal".
obligation
niet "obligatie" maar "verplichting".
offer
meestal niet "offeren" maar "aanbieden" (offreren).
officer
vaker "(belangrijke) functionaris" dan "officier".
old-timer
niet "oldtimer (auto van meer dan 25 jaar oud)" maar "oud persoon" of "iemand met ervaring".
ordinary
niet "ordinair" (vulgair) maar "gewoon".
the other day
niet alleen "de andere, volgende dag" maar ook "onlangs".
overdo
niet "opnieuw doen" maar "overdrijven".
panty
niet "panty" maar "damesslip" (Noord-Amerika).
paraffin
niet "paraffine" maar "petroleum" (Brits-Engels en Zuid-Afrikaans-Engels).
paragraph
niet "paragraaf" maar "alinea" of "(artikel)lid".
parallel key
niet "parallelle toonsoort" maar "gelijknamige toonsoort".
pathetic
meestal niet "pathetisch" maar "zielig", "barslecht".
pencil
niet "penseel" maar "potlood".
period
niet alleen "periode" maar ook "menstruatie" en (in het Amerikaans) "punt" (taalkunde).
pet
niet "pet" maar "huisdier".
petrol
(Brits) niet "petroleum" maar "benzine".
petroleum
niet "petroleum" maar "aardolie".
physician
niet "fysicus" maar "arts".
pick
niet "pik" maar "plukken".
pig
niet "big" maar "varken".
pilot
niet alleen "piloot" maar ook "loods" (navigator).
plant
niet alleen "plant" maar ook "fabriek".
pretend
vaker "doen alsof" dan "beweren".
pretty
niet "prettig" maar "goed", "aantrekkelijk", "aanzienlijk".
proper
niet "proper" (rein) maar onder (vele) andere "goed", "juist" en "degelijk".
psychic
niet "psychisch" maar "paranormaal begaafd".
rare
niet "raar" maar "zeldzaam".
receipt
niet "recept" maar "ontvangstbewijs" (reçu).
recreant
niet "verpozing zoekende" maar "lafaard, afvallige".
rest
niet alleen "rest" maar ook "rust".
round-trip
(Amerikaans) niet "rondreis" maar "retour".
rover
niet "rover" maar "zwerver".
rumour
niet "rumoer" maar "gerucht".
run
niet alleen "rennen" maar diverse vormen van "gaan".
sailor
niet "zeiler" maar "zeeman, matroos".
sale
niet enkel "uitverkoop" maar in het algemeen "verkoop".
Santa Claus
(voornamelijk Amerikaans) niet "Sinterklaas" maar de "Kerstman".
scholar
niet alleen "scholier" maar ook "geleerde".
Secretary of State
in de VS niet "staatssecretaris" maar minister van Buitenlandse Zaken.
section
niet "sectie" maar "paragraaf".
selected
niet alleen "geselecteerd" maar ook "enkele", "sommige".
serious
soms "serieus" maar vaak ook "ernstig" (bv. bij verwonding).
service
niet alleen "service" of "dienst" maar ook "reparatie", "onderhoudsbeurt".
shave
meestal niet "schaven" maar "scheren".
shellfish
niet "schelvis" maar "schaaldieren".
silicon
niet "silicone" maar "silicium".
since
niet alleen "sinds" maar ook "aangezien".
sinew
niet "zenuw" maar "pees".
to sleep
niet "slepen" maar "slapen".
slip
niet "onderbroekje" maar "onderjurk".
small
niet "smal" maar "klein".
smart
niet "smart" maar "slim".
smite
niet "smijten" maar "slaan, treffen".
soda
niet "natriumcarbonaat" maar "frisdrank met prik".
soldier
niet alleen "soldaat" maar in het algemeen "militair".
solicitor
niet "sollicitant" maar "procureur", "juridisch adviseur" of "notaris".
song
niet "zang" maar "lied".
sorrow
niet "zorg" maar "verdriet".
sparrow
niet "spreeuw" maar "mus".
spot price
niet "spotprijs" maar "direct te betalen prijs".
staff
niet "staf" (leidinggevenden), maar "personeel" (in tegenstelling tot klanten, bezoekers).
starve
niet "sterven" maar "verhongeren" (vaak spreekwoordelijk gebruikt: "rammelen van de honger").
stool
niet "stoel" maar "kruk", ook "stoelgang".
stout
niet "stout, ondeugend" maar "dik, gezet" of "dapper".
structural
niet alleen "structureel" (economie) maar ook "constructief" (van fysieke objecten)
structure
niet alleen "structuur" maar ook "constructie".
stuck
niet "kapot" maar "vastgelopen".
surgery
niet alleen "chirurgie" of "operatie" maar ook "spreekuur van een parlementslid met inwoners van zijn/haar kiesdistrict".
table
niet alleen "tabel" maar ook "tafel".
taylor
niet "teler" maar "kleermaker".
theatre
niet alleen "theater" maar ook "operatiekamer".
thrifty
niet "driftig" maar "zuinig".
thus
niet "dus" maar "zo", "aldus".
tin
niet alleen "tin" maar ook (vooral in Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk) "blikje".
town
niet "tuin" maar "stad".
trillion
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
turtle
niet "tortel" maar "schildpad".
underarm
niet "onderarm" maar "oksel".
undertaker
niet "ondernemer" maar "begrafenisondernemer".
uproar
niet "oproer" maar "tumult".
upset (zelfstandig naamwoord)
niet "opzet" maar "verstoring".
vacancy
niet "vakantie" maar "vacature" of "vrije kamer", bijvoorbeeld in een hotel.
ventilator
niet "ventilator" maar "beademingstoestel".
vicar
niet "vicaris" maar "dominee".
violist
niet "violist" (dat is violinist) maar "altviolist".
warehouse
niet "warenhuis" maar "magazijn".
welfare
niet "welvaart" maar "welzijn".
West Frisian
niet "West-Fries" maar "Westerlauwers Fries".
whitefish
niet "witvis" maar verzamelnaam voor houtingen of "marenen".
who
niet "hoe" maar "wie".
wife
niet "wijf" maar "echtgenote".
will (hulpwerkwoord)
zelden "willen", vrijwel steeds "zullen".
who
niet "hoe" maar "wie".
Notatie van getallen

Ook verschilt het gebruik van de leestekens "." en "," in getallen: in het Engels wordt de punt gebruikt als decimaalteken en de komma voor cijfergroepering. In het Nederlands zijn de functies omgekeerd.

Esperanto[bewerken]

homo
niet "homo(seksueel)" maar "mens".
milono
niet "miljoen" maar 1/1000. "Miljoen" is "miliono".
sabato
niet alleen "sabbat" maar ook "zaterdag". Ook niet-joodse Esperantisten gebruiken dit woord.

Estisch[bewerken]

hani
niet "haan" maar "gans".
hunt
niet "hond" maar "wolf".
keel
niet "keel" maar "taal, tong".
korvpall
niet "korfbal" maar "basketbal".
lind
niet "linde" maar "vogel".
piin
niet "pijn" maar "foltering".
puder
niet "poeder" maar "pap".
saalihoki
niet "zaalhockey" maar "unihockey".
soldat
niet "soldaat" maar "boer" (in kaartspellen).
viin
niet "wijn" maar "wodka".

Faeröers[bewerken]

epli
niet "appel" maar "aardappel"

Fins[bewerken]

he
niet "hij" maar "zij" (meervoud).
me
niet "mij" maar "wij".
viina
niet "wijn" maar "vloeistof".

Frans[bewerken]

amateur
niet "hobbyist", maar "liefhebber" (bijvoorbeeld van lekker eten).
un(e) autre
niet alleen "een andere", maar ook "nog een".
l'autre jour
niet "de andere, volgende dag", maar "onlangs".
bah
niet "bah", maar "och kom".
bonbon
niet "bonbon" (praline), maar "snoepje".
brave
niet "braaf", maar "moedig".
campagne
niet alleen "campagne", maar ook "platteland".
canard
niet "kanarie", maar (onder andere) "eend".
canon
niet alleen "kanon", maar ook "loop" (van elk vuurwapen).
carrière
niet alleen "carrière", maar ook "steengroeve".
cerf-volant
niet alleen "vliegend hert (kever)" maar ook "vlieger (speelgoed)"
chagrin
niet "chagrijn", maar "bezorgdheid".
chalet
niet alleen "chalet", maar ook "vakantiehuisje".
champignon
niet "champignon", maar "paddenstoel" in zijn algemeenheid.
chaud
lijkt een beetje op "koud", maar betekent "warm".
chauffeur
bij de spoorwegen niet "machinist" (komt overeen met de chauffeur van een auto), maar "stoker".
coffre
niet "koffer", maar "kluis".
comédien
niet alleen "komediant", maar ook "toneelspeler".
conducteur
niet "conducteur" (kaartjesknipper), maar bestuurder.
di
niet de afkorting van "dinsdag", maar van "zondag".
dur
niet "duur", maar "hard".
endive
niet "andijvie", maar "witlof".
enlever
niet "inleveren", maar "wegnemen".
ÉU
niet de "Europese Unie", maar de "Verenigde Staten" (États-Unis).
faculté
niet "faculteit", maar "universiteit" (dit geldt in Frankrijk, in Wallonië noemt men dit "une université).
formellement interdit
niet "formeel verboden", maar "streng verboden".
glace
niet "glas", maar "ijs" of "spiegel".
horloge
niet "horloge", maar "klok", "uurwerk".
hôtel
niet alleen "hotel", maar ook "herenhuis".
hôtel de ville
niet "stadshotel", maar "stadhuis".
je
niet "jij", maar "ik".
jus
niet een soort "saus", maar "sap".
location
niet alleen "locatie", maar ook "huur".
M.
meestal niet de beginletter van een voornaam, maar "Monsieur" ("Mijnheer").
ma
niet de afkorting van "maandag", maar van "dinsdag".
mal (adj.)
niet "gek", maar "slecht".
magasin
niet alleen "magazijn", maar ook "winkel".
menteur
niet "mentor", maar "leugenaar".
mer
niet "meer", maar "zee".
midi
niet "midden" of "centrum", maar "zuiden"; Station Bruxelles-Midi is Brussel-Zuid. Kan ook "12 uur 's middags" betekenen.
milieu
niet "min of meer natuurlijke leefomgeving", maar "onderwereld" of "midden".
mousse
niet "moes", maar "schuim".
O(uest)
niet "O(ost)", maar "West".
occasion
niet "tweedehands auto", maar o.a. "tweedehands" in het algemeen, "gelegenheidskoopje".
ordinaire
niet "ordinair", maar "gewoon" (geen negatieve bijklank in het Frans).
parole
niet alleen "parool", maar (vooral in het meervoud) ook "woord".
pasteur
niet "pastoor", maar "dominee".
perron
niet "perron", maar "bordes".
perroquet
niet "parkiet", maar "papegaai".
pisselit
niet "pissebed", maar "paardebloem".
pont
niet "veerpont", maar "brug" of "dek" (scheepsvloer).
professeur
niet alleen "professor", maar ook "leraar".
rare
niet "vreemd", maar "zeldzaam".
soupe
niet alleen "soep", maar ook (onder meer in soldatenjargon) "eten".
spectacle
niet "spektakel", maar "voorstelling".
stagiaire
niet alleen "stagiaire", maar ook "stagiair".
temple
niet alleen "tempel", maar ook "protestants kerkgebouw" (Frankrijk).
V(alet)
bij speelkaarten niet de "V(rouw)", maar de "Boer".
volontaire
niet "volontair(e)" of "stagiair(e)", maar "vrijwillig(st)er".

Fries[bewerken]

baarch
niet "barg" maar "varken" in het algemeen.
brea
niet "brij" of ('gewoon') "brood" maar "roggebrood".
bil
niet alleen "bil" maar ook "dij".
dyk
niet alleen "dijk" maar ook "weg".
fergees
niet "vergeefs" maar "gratis".
heal
niet "heel" maar "half".
mich
niet "mug" maar "vlieg".
net
niet "ternauwernood" maar "niet".
panne
niet alleen "kookgerei" maar ook "eetbord".
rinne
niet "rennen" maar "lopen".
slikke
niet "slikken" maar "likken".
sop
niet "(zeep)sop" maar "soep".
suertsje
niet "zuurtje" maar "snoepje" in het algemeen.
sûpe
niet "soep" maar "karnemelk".
wei
niet "weide" maar "weg".

Nieuwgrieks[bewerken]

nai
uitgesproken als : niet "nee" maar "ja".
stoma
niet "stoma" maar "mond".
apothiki
niet "apotheek" maar "opbergruimte".


Hindi[bewerken]

teen, tiin (fonetisch)
niet "tien" maar "drie".

Hongaars[bewerken]

bor
niet "bier" maar "wijn".
orr
niet "oor" maar "neus".
persze!
niet "persé" maar "natuurlijk!", "vanzelfsprekend!"
templom
niet "tempel" maar "kerk"

IJslands[bewerken]

kind
niet "kind" maar "schaap".
leikhús
niet "lijkenhuis" maar "theater".
strax
niet "straks" maar "onmiddellijk".
svangur
niet "zwanger" maar "hongerig".
tún
niet "tuin" maar "akker".
vík
niet "wijk" maar "baai".
vin
niet alleen "wijn" maar ook "sterkedrank".

Indonesisch[bewerken]

air
niet "arrogante houding" of "lucht" maar "water".
(h)ampir
niet "amper" maar "bijna".
jus
niet een soort saus maar "sap".
koran
niet alleen het heilige boek voor moslims maar (zeker zonder hoofdletter): "krant".
sop
niet "(zeep)sop" maar "soep".

Italiaans[bewerken]

argomento
niet alleen "argument", ook "onderwerp" (thema).
avvisare
niet "adviseren" maar "laten weten", "waarschuwen".
caldo
niet "koud" maar "warm", "heet".
cantina
niet "kantine" maar "kelder".
caramella
niet "karamel" maar "snoepje".
carta
niet enkel "kaart" maar ook "papier".
casino
niet "casino" maar "bordeel", ook "herrie" en "rotzooi" (het Italiaanse woord voor "casino" is "casinò").
cocomero
niet "komkommer" maar "watermeloen".
dirigente
niet "dirigent" maar "manager", "leider".
macchina
niet alleen "machine" maar ook "auto".
Monaco
niet alleen "Monaco" maar ook "München" (voor de duidelijkheid ook: Monaco di Baviera).
morbido
niet "morbide" maar "zacht".
nonna
niet "non" maar "oma".
notizia
niet "notitie" maar "(nieuws)bericht".
papa
niet "papa", "vader" maar "paus".
raro
niet "raar" maar "zeldzaam".
scampi
niet zoetwaterreuzengarnaal (Macrobrachium rosenbergii) of andere grote garnaal maar Noorse kreeften (Nephrops norvegicus).
trampolino
niet "trampoline", maar "duikplank" en "skischans".

Japans[bewerken]

katana
niet specifiek een samoeraizwaard, maar zwaard in het algemeen.
sake
niet specifiek rijstwijn of -bier, maar alcoholische drank in het algemeen.

Latijn[bewerken]

(Geldig voor het klassiek Latijn)

adventus
niet "advent" maar "aankomst"
barbarus
niet enkel "barbaars, onbeschaafd" maar ook vaak "vreemd".
campus
niet "campus" maar "vlakte, veld".
crocus
niet "krokus" maar "saffraan".
cultura
niet "cultuur" maar "bebouwing van het land" of "verering van een god(in)".
cunnilingus
niet "het oraal bevredigen van een vrouw" maar "man die een vrouw oraal bevredigt".
datum
niet "datum" maar "gegeven".
debattuere
niet "debatteren" maar "tegen elkaar stoten".
debilis
niet "debiel" maar "verlamd" of "zwak".
dictator
niet "(absolute) alleenheerser" maar "tijdelijke bevelhebber".
familia
niet "familie" maar "huishouden".
fortuna
niet "fortuin" maar "(nood)lot".
frater
niet "kloosterbroeder" maar "broer".
homo
niet "homofiel" maar "mens".
imbecillus
niet "imbeciel" maar "zwak", "onzelfstandig".
incestum
niet alleen "incest" maar "onkuisheid" in het algemeen.
larva
niet "larve" maar "monster" of "masker".
lector
niet "docent zonder professorstitel" maar "lezer".
mus
niet "mus" maar "muis".
pater
niet "priester" maar "vader".
penna
gewoonlijk niet "pen" maar "veer".
pilum
niet "pijl" maar "speer".
princeps
niet "prins" maar "legeraanvoerder".
qua
niet "wat betreft" maar "waarheen" of "als", "in hoedanigheid van".
rarus
niet "raar" maar "zeldzaam".
solarium
niet "zonnebank" maar "dakterras" of "zonnewijzer".
stola
niet "exclusieve sjerp" maar "jurkachtig gewaad".
tabula
niet "tafel" maar "plankje".
toga
niet "zwart uniform voor juristen en geestelijken" maar "gedrapeerde witte bovenkleding voor mannen".
tuba
niet "tuba" maar "trompet".
vestis
niet "vest" maar "kledij".

Lets[bewerken]

gaiss
niet "gas" maar "lucht".

Nedersaksisch[bewerken]

anmaken
niet "aanmaken" maar "opschieten".
goud
(Gronings): niet "goud" maar "goed".
hai (doorgaans tweemaal) (Gronings)
niet "hai" of "hoi" maar "o jee!" of "vreselijk!"
houwn
niet "houden" maar "slaan" (houwen).
slim
niet "gewiekst" maar "erg".

Noors[bewerken]

agurk
niet "augurk" maar "komkommer".
bergand
niet "bergeend" (Tadorna tadorna) maar "topper(eend)" (Aythya marila).
bord
niet "bord" maar "tafel".
forelder
niet "voorouder" maar "ouder".
gammel
niet "gammel" maar "oud".
hage
niet "haag" maar "tuin".
hav
niet "haven" maar "zee".
hun
niet "hun" maar "zij".
isregn
niet "ijsregen" maar "ijzel" (Nynorsk).
jeg (uitgesproken als "jij")
niet "jij" maar "ik".
kake
niet "cake" maar "taart".
kappe
niet "kap" maar "mantel".
karbonade
niet een "karbonade" (kotelet), maar een soort platte "gehaktbal".
kinn
niet "kin" maar "wang".
klem
niet "klem" maar "knuffel/omhelzing".
kolonial
niet "koloniaal persoon" maar "kruidenier".
kommune
niet "commune" maar "gemeente".
loff
niet "lof" maar "witbrood".
løk (uitgesproken als "leuk")
niet "leuk" maar "ui"/"-look".
mulig
niet "moeilijk" maar "mogelijk".
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
regne
niet alleen "rekenen" maar ook "tellen", ook "regenen".
saft
niet "sap" maar "limonade" (van siroop).
skjørt (uitgesproken als "shirt")
niet "shirt" maar "rok".
slikke
niet "slikken" maar "likken".
straks
niet "straks" maar "nu meteen".
stor
niet "stoer" maar "groot".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".

Papiaments[bewerken]

kandela
niet "kandelaar" maar "vuur" of "brand".
kaya
niet "kade" maar "straat".

Pools[bewerken]

biały [biaauwi]
niet "blauw" maar "wit".
kantor
niet "kantoor" maar "wisselkantoor" (valuta).
mucha
niet "mug" maar "vlieg".
schab
niet "schaap" maar "varkenskarbonade".
stól
niet "stoel" maar "tafel".
syrop
niet "siroop" maar "hoestdrank".
szlachta
niet "geslacht" maar "adel".
tapeta
niet "tapijt" maar "behang".
witraż
niet "vitrage" maar "gebrandschilderd glas".

Portugees[bewerken]

advertência
"niet "advertentie" maar "waarschuwing".
assistir
niet "assisteren" maar "kijken" (naar een film).
carta
niet "kaart" maar "brief".
ler
niet "leren" maar "lezen".
rato
vaker "muis" dan "rat".
viola / violão
niet "viool" maar "gitaar".
concerto
niet "concert" maar "reparatie".

Roemeens[bewerken]

cald
niet "koud" maar "warm".
strand
niet "strand" (aan zee) maar "zwembad".

Russisch[bewerken]

doerak
niet "deugniet" maar "idioot".
familija
niet "familie" maar "achternaam" of "familienaam".
klej
niet "klei" maar "lijm".
kopit
niet "kopen" maar "sparen".
limon
niet "limoen" maar "citroen".
magazin
niet "magazijn" maar "winkel".
na
niet "na" maar "op" of "aan".
ob
niet "op" maar "over".
staryj
niet "star" maar "oud".
stat'
niet "staan" maar "worden".
stol
niet "stoel" maar "tafel".
vakansija
niet "vakantie" maar "vacature".
vy
niet "wij" maar "u" of "jullie".

Schots-Gaelisch[bewerken]

bòrd
niet "bord" maar "tafel".
uisge
niet "whisky" maar "water" of "regen".

Spaans[bewerken]

aceite
niet "azijn" maar "olie".
agua fuerte
niet "sterk water" maar "zoutzuur".
advertencia
niet "advertentie" maar "waarschuwing".
América
niet "Verenigde Staten" maar "(Zuid-)Amerika".
asistir
niet "asisteren" maar "aanwezig zijn", "meedoen"
autobombo
niet "autobom" maar "zelfverheerlijking".
avisar
niet "adviseren" maar "informeren" of "waarschuwen".
bomba
niet alleen "bom" maar ook onder meer "pomp".
carro (in Zuid-Amerika)
niet "kar" maar "auto".
carta
niet "kaart" maar "brief".
constipado
niet "verstopt in de darmen" maar "verkouden".
copa
niet "kop" maar "(wijn)glas".
cruz
betekent "kruis", maar bij het opgooien van een munt betekent het niet "kruis" maar "munt".
dirigente
niet "dirigent" maar "leider".
do
niet de afkorting van "donderdag", maar van "zondag".
espectáculo
niet "spektakel" maar "voorstelling".
fallecimiento
niet "faillissement" maar "overlijden".
gracioso
niet "gracieus" maar "grappig".
guante
niet "want" maar "handschoen".
leer
niet "leren" maar "lezen".
ma
niet de afkorting van "maandag" maar van "dinsdag".
mascota
niet "mascotte" maar "huisdier".
molestar
niet "molesteren" maar "hinderen".
noticia
niet "notitie" maar "(nieuws)bericht" of "kennis".
olivo
niet "olijf" maar "olijfboom".
pan
niet "pan" maar "brood".
papa
niet alleen "papa" maar ook "paus" en (in Zuid-Amerika) "aardappel" ("vader" is "papá").
patata
(noordelijk Nederlands) niet "patat" (frites) maar "aardappel".
plátano
niet "plataan" maar banaan (plantain).
suegro/a
niet "zwager" maar "schoonouder".
vaso
niet "vaas" maar "drinkglas".

Tsjechisch[bewerken]

Anglican
niet "Anglicaan" maar "Engelsman".
komplexní
niet "ingewikkeld" maar "geïntegreerd" of "totaal-".
mol
niet "mol" maar "mot".
proti-
niet "proto-" of "pro-" maar "anti-".
stul
niet "stoel" maar "tafel".

Turks[bewerken]

trilyon
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).

Zweeds[bewerken]

andakt
niet "aandacht" maar "toewijding" en "korte gebedsdienst".
artig
niet "aardig" maar "hoffelijk".
avisera
niet "adviseren" maar "aankondigen", "melden".
axel
niet "oksel" maar "schouder".
bekväm
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
bergand
niet "bergeend" maar "toppereend".
besiktiga
niet "bezichtigen" maar "inspecteren".
bisätta
niet "bijzetten", "begraven" maar "naar een mortuarium brengen".
bliva
niet "blijven" maar "worden".
bord
niet "bord" maar "tafel".
brunn
niet "bron" maar "waterput" en "kuuroord".
café
niet "café", "kroeg" maar "koffiehuis".
dike
niet "dijk" maar "sloot" of "greppel".
dimljus
niet "dimlicht" maar "mistlamp".
dra
niet "dragen" maar "trekken".
dränka
niet "drinken" maar "verdrinken" en "onder water zetten".
därför
niet "daarvoor" maar "daarom".
endiver
niet "andijvie" maar "witlof".
ett
niet "het" maar "een".
flicka
niet "flik" of "flikker" maar "meisje", "jonge vrouw".
flink
niet "flink" maar "behendig".
flott
niet "vlot", "gezwind" maar "chic", "fraai".
fläsk
niet (willekeurig) "vlees" maar specifiek "varkensvlees".
ful
niet "vuil" maar "lelijk".
fäkta
niet "vechten" maar "schermen" en "druk gebaren".
förbanna
niet "verbannen" maar "vervloeken".
fördöma
niet "verdoemen" of "verdommen" maar "afkeuren", "veroordelen".
förklena
niet "verkleinen" maar "kleineren", "geringschatten".
förlisa
niet "verliezen" maar "vergaan", "schipbreuk lijden".
förlåta
niet "verlaten" maar "vergeven".
försöka
niet "verzoeken" maar "proberen".
förälder
niet "voorouder" maar "ouder".
gammal
niet "gammel" maar "oud".
gemak
niet "gemak", "wc" maar "salon", "vertrek".
glasögon
niet "glazen oog" maar "bril".
gudstjänst
niet "godsdienst" maar "kerkdienst".
gurka
niet enkel "augurk" maar ook "komkommer".
hav
niet "haven" maar "zee".
höger
niet "hoger" maar "rechts", "aan de rechterzijde".
kind
niet "kin" maar "wang".
klant
niet "klant" maar "kluns" of "sukkel".
klarlägga
niet "klaarleggen" maar "verklaren", "uitleggen", "verhelderen".
klen
niet "klein" maar "zwak", "broos", "ziekjes".
klok
niet "kloek" maar "wijs".
klä ut
niet "uitkleden" maar "verkleden".
kommun
niet "commune" maar "gemeente".
konstig
niet "kunstig" maar "vreemd", "raar".
korn
niet "koren" maar "gerst".
kurator
niet "curator" maar "maatschappelijk werker".
lapp
niet enkel "lap" maar ook "papiertje", "biljet".
lasarett
niet "lazaret" of "veldhospitaal" maar "ziekenhuis".
lat
niet "laat" maar "lui".
lustig
niet "lustig" maar "komisch", "maf", "mal".
lärjunge
niet "leerjongen" maar "apostel", "volgeling".
mixer
niet "mixer" maar "blender".
mule
niet "muil" maar "bovenlip" (van grote hoefdieren).
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
nog
niet "nog" maar "wel", "waarschijnlijk", "genoeg".
obeveklig
niet "onbeweeglijk" maar "onverzettelijk", "onvermurwbaar".
olika
niet "olijk" maar "verschillend".
om
niet "om" maar "over"
ordförande
niet "woordvoerder" maar "voorzitter".
orm
niet "worm" maar "slang".
oväder
niet "onweer" maar "slecht weer", "noodweer".
plåga
niet "plagen" maar "pijnigen", "kwellen".
polotröja
niet "polotrui" maar "coltrui".
rar
niet "raar" maar "lief", schattig" en soms "zeldzaam".
rock
niet "rok" maar "overjas".
rumpa
niet "romp" maar "achterwerk", "billen".
semester
niet "semester" maar "vakantie".
sirat
niet "sieraad", "juweel" maar "versiering", "ornament".
skicklig
niet "schikkelijk" maar "handig", "vakkundig".
skärp
niet "sjerp" (zoals het ongeveer wordt uitgesproken) maar "ceintuur".
skön
(vooral valse vriend in het noordelijk Nederlands) niet "schoon" (rein) maar "aangenaam", "lekker", "mooi".
slaktoffer
niet "slachtoffer" maar "dierenoffer".
slicka
niet "slikken" maar "likken".
snabel
niet "snavel" maar "slurf".
snäll
niet "snel" maar "aardig", "lief".
sorg
niet "zorg" maar "verdriet" en "rouw".
springa
niet "springen" maar "rennen".
spårväg
niet "spoorweg" maar "trambaan".
stor
niet "stoer" maar "groot".
strax
niet "straks" maar "onmiddellijk".
stuva
niet "stoven" (langzaam koken) maar "in witte saus bereiden".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".
tegel
niet "tegel" maar "baksteen".
tidig
niet "tijdig" maar "vroeg".
torp
niet "dorp" maar "boerderijtje" en "zomerhuisje op het platteland".
trots
niet "trots" maar "koppigheid", "onwil". Als voorzetsel: "ondanks".
tydlig
niet "tijdelijk" maar "duidelijk".
underdel
niet "onderdeel" maar "onderste deel".
uppfordra
niet "opvorderen", "opeisen" maar "verzoeken", "sommeren".
vikariat
niet "vicariaat" (kerkelijk ambt) maar "tijdelijke aanstelling", "vervangingsbetrekking".
villkor
niet "willekeur" maar "voorwaarde".
vintergröna
niet "wintergroen" (Pyrola) maar "maagdenpalm" (Vinca).
vrede
niet "vrede" maar "woede", "boosheid".
våning
niet "woning" maar "verdieping" en vandaar ook "appartement", "etagewoning".
överse
niet "overzien" maar "over het hoofd zien".

Taalvariëteiten onderling[bewerken]

West-Vlaams en Standaardnederlands[bewerken]

aardig
niet "aardig, sympathiek" maar "eigenaardig, raar".
diek
niet alleen "dijk" maar ook "gracht".
droef
niet "verdrietig, droevig" maar "stout" (ondeugend).
fraai
niet "mooi, knap, welgevormd", maar "braaf, deugdzaam".
je
niet overal "je" maar ook "hij".
knecht
niet "knecht" maar jongen (ook soms knechtejongen of knechtebrok).
preu(t)s
niet "preuts" maar "fier/trots".
snel
niet "vlug" maar "mooi, knap of ook slim" (van personen).
stoet
niet "stout" (ondeugend) maar "dapper".
wuf
niet noodzakelijk negatief bedoeld ("wijf") maar soms ook neutraal "vrouw".
zeuren
niet "dreinen" maar "valsspelen".
zoet
met een korte oe: niet "zoet" maar "zout".

West-Vlaamse dialecten onderling[bewerken]

snake
"slang" in Merkegem, "salamander" of "bloedzuiger" in Stene, "hagedis" in Volkerinkhove, "raar persoon" in België.

Oost-Vlaams en Standaardnederlands[bewerken]

wijs
niet "verstandig" maar "leuk, geweldig".

Brabants en Standaardnederlands[bewerken]

aorig
niet "aardig" maar "raar", "eigenaardig".
kere
niet alleen "keren" maar ook "vegen".
manne
niet alleen "mannen" maar ook "kinderen".
mens
niet alleen "mens" maar ook "man" ("m'ne mens" = "mijn man").
pap
niet alleen "pap" maar ook "vla".
poetse
niet alleen "glimmend boenen" maar ook "schoonmaken".
schoon
niet "rein" maar "mooi".
tuin
vanouds niet "gaarde" maar "omheining".
zuiver
niet (alleen) "zuiver" maar ook "proper".

Hollands en Standaardnederlands[bewerken]

hak
niet alleen "hak" maar ook "hiel".
klant
niet alleen "koper" maar ook "vriend" of "jongen".
kreuke
eerder "opvouwen" dan "verfrommelen".
legge
niet alleen "leggen" maar ook "liggen".
leuk
soms niet "aardig" maar "lauw" (enclaves in Zuid-Holland) of "vreemd" (West-Friesland).
moei
niet "moeder" maar "tante".
over (twee weke)
soms niet "na (twee weken)" maar "(twee weken) geleden".
schaloos
soms niet "schadeloos" maar "beschadigd".
sluis
soms niet "stuw" maar "stenen bruggetje" (in Amsterdam).
stekelvarke
meestal niet "stekelvarken" maar "egel".
tijelijk
soms niet "tijdelijk" maar "tijdig".

Hollandse dialecten onderling[bewerken]

bakkie
"kopje" in het Zuid-Hollands, "schoteltje" in het West-Fries.
ruigt(e)/rucht
"stro" in het Aalsmeers, "wildgroei" in het Zoetermeers, "hakhout" in het Zaans (in het Brabants begrepen als "onkruid").

Limburgs en Standaardnederlands[bewerken]

brölle
niet alleen "brullen" maar ook "loeien".
het
niet alleen "het" maar ook "zij" (vrouwelijk enkelvoud).
kaetel
niet alleen "ketel" maar ook "kookpan".
sjoew
niet "schuw" maar "bang" of "lelijk", en niet "schouw" maar (de hele) "schoorsteen".
vare
niet alleen "varen" maar ook "autorijden".
wie
niet "wie" maar "hoe", bovendien "als" (in vergelijkende betekenis).
zeim
niet "zeem" maar "appelstroop" (N.B. evenmin "honing", zoals in het Vlaams).

Zeeuws en Standaardnederlands[bewerken]

beleid
eerder "handigheid" dan "bestuur".
bescheid
niet "bewijsstuk" maar "met het oog zichtbaar voorwerp".
gezeggelijk
niet alleen "inschikkelijk" maar ook "aangenaam" (van weer gezegd).
'aeveloôs
niet alleen "haveloos" maar ook "slordig" (in andere betekenissen).
schoef
niet "schuw" maar "wild", "onbeheerst".

Nederlands in Vlaanderen en Nederland[bewerken]

N.B.: veel van de onderstaande woorden gelden in Vlaanderen als substandaard.

Zie ook: Lijst van verschillen tussen het Nederlands in Nederland, Suriname en Vlaanderen
bank (meubelstuk)
in Nederland heet ieder zitmeubel voor twee of meer personen een bank, in Vlaanderen is een bank altijd hard.
bediende
"knecht" of "butler" in Nederland, "witteboordswerknemer" in Vlaanderen.
deftig
"chic" in Nederland, "fatsoenlijk" in Vlaanderen.
fruitsap
"sap van (divers) fruit" in Nederland, "sinaasappelsap" in Vlaanderen.
fondant
"suikerwerk of borstplaat" in Nederland, "chocola(dereep)" in Vlaanderen.
hemd
" (onder)hemd" in Nederland, "overhemd" in Vlaanderen.
kabinet
betekent in Vlaanderen "het geheel van de persoonlijke medewerkers van een minister", in Nederland "het geheel van regeringsministers en staatssecretarissen".
kleed
kan ook jurk betekenen, "een schoon kleedje": een mooi jurkje.
kous
in Nederland wordt alleen beenbedekking tot aan de knie of hoger kous genoemd, in Vlaanderen elke beenbedekker.
kunstacademie
hogeschoolopleiding (HBO) in Nederland, volksschool (met name voor kinderen) in Vlaanderen.
lopen
in Nederland "te voet gaan" (meestal wandelen, soms rennen), in Vlaanderen "rennen".
middag
in Nederland verstaat men onder middag de periode tussen 12.00 uur en de aanvang van de avond (18.00 uur), in Vlaanderen duurt "middag" slechts tot 13 of 14 uur.
morgen
in Nederland verstaat men onder morgen de periode tot 12.00 uur, in Vlaanderen verstaat men onder morgen de periode tot circa 9.00 uur, daarna is het voormiddag tot 12.00 uur.
muntje
klein muntstuk (vaak kleine coupure) of "token" in Nederland, meestal "pepermuntje" in Vlaanderen.
namiddag
begint in Nederland pas rond 16.00 uur maar in Vlaanderen al kort na 12.00 uur.
pan
in Nederland betekent "pan" alles waarin voedsel gekookt of gebraden wordt, in Vlaanderen wordt alleen een koekenpan zo genoemd.
patat
"frieten" in Nederland, "aardappel" in Vlaanderen.
poepen
"ontlasten" in Nederland, "vrijen" in Vlaanderen.
regent
"bestuurder" (historisch of met negatieve bijklank) in Nederland, "leraar voortgezet onderwijs" in Vlaanderen.
schoon
in Vlaanderen meestal "mooi" (zoals het Duitse schön), in Nederland meestal "rein".
verstaan
"goed horen" in Nederland, "begrijpen" in Vlaanderen.
voormiddag
in Nederland loopt de morgen tot 12.00 uur, in Vlaanderen verstaat men onder voormiddag de periode tussen ongeveer 9.00 en 12.00 uur.
weerhouden
"tegenhouden" in Nederland, "kiezen" in Vlaanderen: "Wij hebben u weerhouden voor deze functie": u bent geselecteerd voor deze functie.

Frans in Wallonië en Frankrijk[bewerken]

déjeuner
"ontbijt" in Wallonië, "middagmaal" in Frankrijk.

Brits en Amerikaans Engels[bewerken]

apartment
Br. "kamer", Am. "woning in een flat".
chips
Br. "friet", Am. "chips".
college
Br. "deelinstituut aan universiteit", Am. "universiteit / faculteit".
elk
Br. "eland", Am. "wapiti".
football
Br. "voetbal", Am. "American football", Aus. vaak "Australian football".
hockey
Br. meestal "(veld)hockey", Am. (en Can.) meestal "ijshockey".
pants
Br. "onderbroek", Am. "pantalon".
sparrow
Br. "mus", Am. "gors".
subway
Br. "voetgangerstunnel", Am: "metro"
to table [a motion]
Br. "ter tafel brengen", Am. "onder de tafel schuiven".
yard
Br. "erf", Am. "tuin".

Castiliaans en Latijns-Amerikaans Spaans[bewerken]

bestia
"beest" in Spanje, vaak "paard" in L-A.
camión
Cast. "vrachtwagen", Mex. "autobus".
luego
Cast. "later", Mex. "onmiddellijk".
manteca
Cast. "reuzel, vet", L-A ook "boter" (wat in het Castiliaans altijd als verkleinwoord is: "mantequilla"), informeel "marihuana".
tomar
Cast. meestal "nemen", L-A "zuipen".

Klassiek en Middeleeuws Latijn[bewerken]

adjutare, cantare, natare, spectare etc.
hebben in het KL een intensitief aspect ("voortdurend helpen, zingen etc."), in het ML vaak niet.
animositas
"opgewondenheid" in het KL, "toorn" in het ML.
basilica
"markthal" in het KL, "basiliek" in het ML.
causa
enkel "rechtszaak" en "oorzaak" in het KL, ook "zaak", "ding" in het ML.
civitas
"burgerij" in het KL, "stad" in het ML.
comes
"metgezel" in het KL, "graaf" in het ML.
dux
"(leger)aanvoerder" in het KL, "hertog" in het ML.
imperator
"legeraanvoerder" in het KL (tot 27 v.Chr.), "keizer (van het Heilige Roomse Rijk)" in het ML.
pontifex maximus
"opperpriester" in het KL, "paus" in het ML.
princeps
"(leger)aanvoerder" in het KL, "prins" in het ML.

Vreemde talen onderling[bewerken]

N.B.: als er twee woorden staan betekent het dat het eerste woord voorkomt in de eerstgenoemde taal, en het tweede woord in de als tweede genoemde taal.

Albanees en Duits[bewerken]

gjelbër/gelb
"groen" in het Albanees, "geel" in het Duits.

Albanees en Romaanse talen[bewerken]

verdhë / vert, verde etc.
"geel" in het Albanees, "groen" in Romaanse talen.

Arabisch en Duits[bewerken]

Milch
"zout" in het Arabisch, "melk" in het Duits.

Arabisch en Hebreeuws[bewerken]

lahm/lechem
"vlees" in het Arabisch, "brood" in het Hebreeuws.
medina
eerder "stad" in het Arabisch, en eerder "staat" in het Hebreeuws.

Arabisch en Indonesisch[bewerken]

kalimat
"woorden" in het Arabisch, "zinnen" in het Indonesisch.

Balinees en Indonesisch[bewerken]

Deens en Duits[bewerken]

blød/blöd
"zacht" in het Deens, "stom" in het Duits.
hose/Hose
"kous" in het Deens, "broek" in het Duits.
stund/Stunde
"poosje" in het Deens, "uur" in het Duits.
øl/Öl
"bier" in het Deens, "olie" in het Duits.

Deens en Engels[bewerken]

ansvar/answer
"verantwoording" of "verantwoordelijkheid" in het Deens, "antwoord" in het Engels.
flæsk/flask
"varkensvlees" in het Deens, "fles" of "flacon" in het Engels.
sky
"wolk" in het Deens, "hemelgewelf" in het Engels.
time
"tijd" in het Engels, "uur" in het Deens.
trævl/travel
"vezel" in het Deens, "reis" in het Engels.

Duits en Engels[bewerken]

also
"zo" of "dus" in het Duits, "ook" in het Engels.
bekommen/become
"krijgen" in het Duits, "worden" in het Engels.
belieben/believe
"wensen" in het Duits, "geloven" in het Engels.
Böttcher/butcher
"kuiper" in het Duits, "slager" in het Engels.
Gift
"Gif" in het Duits, "geschenk" in het Engels.
Kraft/craft
"kracht" in het Duits, onder meer "vaardigheid" en "(lucht)vaartuig" in het Engels.
deutsch/Dutch
"Duits" in het Duits, "Nederlands" in het Engels.
restlos/restless
"volkomen" in het Duits, "rusteloos" in het Engels.
Schnake/snake
"langpootmug" in het Duits, "slang" in het Engels.
Widder/wether
"ram" in het Duits, "hamel" in het Engels.
ziemlich/seemingly
"tamelijk", "flink" in het Duits, "schijnbaar" in het Engels.

Duits en Zweeds[bewerken]

Tatort/tätort
"plaats delict" in het Duits, "zeker type nederzetting" in het Zweeds.

Engels en Esperanto[bewerken]

curious/kurioza
"nieuwsgierig" in het Engels, "curieus" in het Esperanto.
demand/demandi
"eisen" in het Engels, "vragen" (om informatie, niet om te verzoeken) in het Esperanto.
forest/foresto
"bos" in het Engels, "afwezigheid" in het Esperanto.
me/mi
"mij" in het Engels, naast "mij" ook "ik" in het Esperanto.
sane/sana
"gezond" (met betrekking tot verstand) in het Engels, "gezond" (in algemene zin) in het Esperanto.
we/vi
"wij" in het Engels, "jij/jullie/u" in het Esperanto.

Engels en Frans[bewerken]

car
"auto" in het Engels, "bus" in het Frans.
douche
"irrigator" of "vaginale douche" in het Engels, "stortbad" in het Frans.
escalator/escalier
"roltrap" in het Engels, "trap" in het Frans.
large
"groot(schalig)" in het Engels, "breed" in het Frans.
legume/légume
"peulvrucht" in het Engels, "groente" in het Frans.
library/librairie
"bibliotheek" in het Engels, "boekwinkel" in het Frans.
location
"locatie" in het Engels, "huur" in het Frans.
prevent/prévenir
alleen "voorkomen" in het Engels, ook "waarschuwen" in het Frans in de zin van iemand op de hoogte stellen van iets dat hij nog niet wist (anders is het 'avertir': iemand op de vingers tikken, een waarschuwing geven.)
pork/porc
"varkensvlees" in het Engels, "varken" in het Frans.
sensible
"merkbaar", "verstandig" of "praktisch" in het Engels, "gevoelig" in het Frans.

Engels en IJslands[bewerken]

leg
"been" in het Engels, "baarmoeder" in het IJslands.

Engels en Noors[bewerken]

time
"tijd" in het Engels, "uur" in het Noors.
sky
"hemelgewelf" in het Engels, "wolk" in het Noors.

Engels en Spaans[bewerken]

embarrassed/embarazada
"gegeneerd" in het Engels, "zwanger" in het Spaans.
escalator/escalera
"roltrap" in het Engels, "trap" in het Spaans.

Engels en Tsjechisch[bewerken]

boot/bota
"laars" in het Engels, "schoeisel" in het Tsjechisch.

Frans en Italiaans[bewerken]

assez/assai
"genoeg" of "tamelijk" in het Frans, "zeer" in het Italiaans.

Frans en Noors[bewerken]

fromage/fromasj
"kaas" in het Frans, "bavarois" in het Noors (Bokmål).

Frans en Spaans[bewerken]

attendre/atender
"wachten" in het Frans, "aandacht geven (aan)" in het Spaans.
cadenas
"hangslot" in het Frans, "kettingen" in het Spaans.
coller/colar
"plakken" in het Frans, (onder meer) "zeven" in het Spaans.
demander/demandar
"vragen" in het Frans, "gerechtelijk vervolgen" in het Spaans.
diviser/divisar
"delen" in het Frans, "waarnemen" in het Spaans.
doubler/doblar
"verdubbelen" in het Frans, "vouwen" in het Spaans.
embarrassé(e)/embarazada
"gegeneerd" in het Frans, "zwanger" in het Spaans.
entendre/entender
"horen" in het Frans, "begrijpen" in het Spaans.
(s')exprimer/exprimir
"(zich) uitdrukken" in het Frans, "uitpersen" in het Spaans.
marcher/marchar(se)
"stappen" of "marcheren" in het Frans, "vertrekken" in het Spaans.
quitter/quitar
"verlaten" in het Frans, "wegnemen" in het Spaans.
rester/restar
"blijven" in het Frans, "aftrekken" (wiskunde) in het Spaans.
salir
"bevuilen" in het Frans, "naar buiten gaan" in het Spaans.
sol
"bodem" in het Frans, "zon" in het Spaans.
taper/tapar
"indrukken" in het Frans, "bedekken" in het Spaans.
voler/volar
zowel "vliegen" als "stelen" in het Frans, enkel "vliegen" in het Spaans.

Fries en Gronings[bewerken]

nuver
"raar", "vreemd" in het Fries, "leuk" of "mooi" in het Gronings.

Fries en Vlaams[bewerken]

kobbe
"kokmeeuw" in het Fries, "spin" in het West- en het Oost-Vlaams (ook Zeeuws).

Italiaans en Spaans[bewerken]

burro
"boter" in het Italiaans, "ezel" in het Spaans.
rio
"beek" in het Italiaans, "rivier" in het Spaans.

Kodisch en andere talen van Soemba[bewerken]

rara
"geel" in het Kodisch, "rood" in andere Soembanese talen.

Pools en Tsjechisch[bewerken]

jagoda/jahoda
"bes" in het Pools, "aardbei" in het Tsjechisch.
kwiecien/kveten
"april" in het Pools, "mei" in het Tsjechisch.

Portugees en Spaans[bewerken]

aceitar
"accepteren" in het Portugees, "oliën" of "omkopen" in het Spaans.
menina
"meisje" in het Portugees, "gezelschapsdame" in het Spaans.


Dit artikel "Lijst van valse vrienden" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Lijst van valse vrienden.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]