You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Marcus Minucius Felix

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken


Marcus Minucius Felix was een Romeinse ambtenaar, advocaat en een christelijke apologeet. Hij moet tussen het midden van de 2e en het midden van de 3e eeuw hebben geleefd. Zijn enige bekende werk, de dialoog Octavius,[1] is een van de vroegste voorbeelden van Latijnse apologetiek.[2][3]

Octavius[bewerken]

In zijn werk Octavius worden drie personen opgevoerd: Minucius zelf, Octavius en Caecilius. Beide andere mannen zijn vrienden van Minucius, maar Octavius is christelijk, waar Caecilius het Romeinse polytheïstische pantheon vereert. Het gesprek begint bij een strandwandeling in Ostia, waarbij Caecilius een beeld van Serapis godsdienstig groet. Octavius vermaant vervolgens Minucius dat hij (zelf een christen) zijn vriend niet van zijn "heidense" praktijken heeft proberen af te helpen.[bron?]

Dan wil Caecilius zich verdedigen, en houdt hij een betoog waarin hij onder andere het Scepticisme, de elementenleer, de natuurwetten en de Romeinse traditionele religie verdedigt. Ook verwerkt hij in zijn argumentatie het probleem van het lijden en haalt hij verschillende theorieën aan die over het christendom bestonden (kindermoord, incest). Ook de christelijke eschatologie verwerpt hij. Een noemenswaardige passage is alinea 8.4, waarin hij stelt dat vrouwen het zwakkere geslacht zijn, en dat daarom relatief veel vrouwen in zijn tijd christen waren. Zijn betoog besluit hij met de volgende Latijnse zin: quae sunt dubia, ut sunt, reliquenda sunt. Dat betekent vrij vertaald: (christenen,) accepteer nou dat je sommige dingen niet kan weten. (vertaling Geerten den Hertog[bron?]).

Octavius begint zijn tegenbetoog met een evaluatie van het betoog van Caecilius; dat ging alle kanten op en bevatte tegenstrijdige ideeën, zo zegt hij. Octavius komt terug op de misogyne uitspraak van Caecilius en betoogt de gelijkwaardigheid van elk geslacht, elke leeftijd. Dan begint Octavius zijn inhoudelijke reactie op Caecilius: de mens is geschapen met een instinct dat hem naar God richt. Ook stelt hij dat de natuurwetten juist zo ordelijk en consequent zijn omdat God erover waakt. Als argument tegen het probleem van het lijden noemt hij het feit dat bijen één koning hebben (de bijenkoningin was nog geen begrip), dat schapen één herder hebben: God kan zijn almacht dus nooit hoeven delen met het kwaad. Een fors deel van zijn betoog last hij in voor een opsomming en analyse van een lange lijst filosofen. Hij stelt dat in de standpunten van elk van hen duidelijk wordt dat van nature elk mens het instinct heeft om God te zien. Als filosofen het hebben over één voorzienigheid of één denkend principe hebben ze het eigenlijk over God, stelt hij. Over de christelijke visie op het einde van de wereld vertelt Octavius dat alles wat ontstaat moet vergaan.

Hierna komt Caecilius tot geloof en eindigt de dialoog.

Minucius Felix had een belangrijke hulp aan Cicero's de natura deorum (over het wezen van de goden).

Scriptfout: de module "Authority control" bestaat niet.


Dit artikel "Marcus Minucius Felix" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Marcus Minucius Felix.

Page kept on Wikipedia This page exists already on Wikipedia.


Read or create/edit this page in another language[bewerken]