You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Post-Apollosyndroom

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Het Post-Apollosyndroom was in de jaren 70 van de vorige eeuw een gevoel van leegte en weemoed dat ontstond bij sommige Apollo-astronauten. Dit syndroom ontstond vrijwel na het voltooien van hun maanmissies en het terugkeren op aarde.

De NASA had destijds weinig aandacht voor astronauten die de psychologische nawerking van hun maanwandelingen niet of nauwelijks konden verwerken en hun toevlucht zochten tot roes-opwekkende middelen zoals alcohol. De onmacht om de wereldbevolking duidelijk te maken dat hun maanexcursies hoofdzakelijk bedoeld waren om de maan op een wetenschappelijke manier te onderzoeken speelde een grote rol in het ontstaan van het Post-Apollosyndroom.

Astronauten lijdend aan het Post-Apollosyndroom[bewerken]

Vrijwel elke astronaut die deelnam aan het Apolloprogramma leed achteraf aan een vorm van depressie of leegtegevoel. Sommige astronauten konden er relatief goed mee overweg en zochten een totaal andere baan of hobby die helemaal niets te maken had met hun tijd bij de NASA.

  • Neil Armstrong (Apollo 11) sloot zich geheel af van de opgeklopte mediabelangstelling die veroorzaakt werd door de heisa rond de eerste bemande landing op de maan.
  • Edwin Aldrin (Apollo 11) had een alcoholprobleem dat deels te wijten was aan de desinteresse van journalisten inzake ruimtevaarttechnologie en interplanetaire ontdekkingsreizen. Aldrin had liever deelgenomen aan een puur wetenschappelijke J-series mission zoals Apollo 15, Apollo 16 of Apollo 17, omdat bij dit soort missies de aandacht van de media niet gericht was op de heisa rond de eerste bemande landing op de maan.
  • Charles Conrad (Apollo 12) bleef tot op relatief hoge leeftijd een kwajongensachtige avonturier en werkte mee aan o.a. het Delta Clipper project (McDonnell Douglas DC-X, 1993).
  • Alan Bean (Apollo 12) kon zijn herinneringen omzetten in door hem gemaakte schilderijen, allen taferelen tonend uit de bemande maanexcursies van het Apolloprogramma.
  • Edgar Mitchell (Apollo 14) probeerde de verborgen kanten van de menselijke psyche te doorgronden, en was tevens een onderzoeker van door hem veronderstelde interventies van buitenaardse oorsprong.
  • James Irwin (Apollo 15) vond soelaas in zijn geloof, en nam deel aan ontdekkingstochten om o.a. te proberen de Ark van Noach en de Ark van het Verbond op te sporen.
  • Alfred Worden (Apollo 15) kon zijn herinneringen omzetten naar poëzie.
  • Charles Duke (Apollo 16) vond net als James Irwin van Apollo 15 steun in zijn geloof. Duke kon de desinteresse en onverschilligheid van de jeugd tijdens zijn voordrachten niet aan en werd daardoor depressief.


Dit artikel "Post-Apollosyndroom" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Post-Apollosyndroom.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]