Proces der 72
Het Proces der 72, ook wel het eerste OD-proces genoemd, was een proces, gevoerd door de Duitse Sicherheitsdienst, waarbij 72 van de 86 gevangenen ter dood veroordeeld werden. De waren leden van de Ordedienst, de Delftse Mekel-groep, de Schoemaker-groep en dertien beroepsofficieren, die ondanks het ondertekenen van de erewoordverklaring aan het verzet hadden deelgenomen. Allen wachtte een zware straf.
Het proces begon eind maart 1942 in hotel de Witte op de Amersfoortse Berg [1], vlak bij Kamp Amersfoort en eindigde op 3 april.
De gevangenen kregen hun eigen kleren aan, hun haren werden geknipt en zij werden geschoren. Daarna werden ze naar het hotel gebracht en moesten in een wachtzaal gaan zitten. De rechtszaal hing vol vlaggen met hakenkruizen. Achter de tafel zat de president, een majoor der luchtdoel-artillerie. Naast hem zaten twee officieren en aan de andere kant een onder-officier en een tolk. Er waren tien advocaten, die voor het proces een uur met de gevangenen overleg mochten plegen. Ze hadden ook sigaretten bij zich.
Ze werden in groepjes voorgeleid en uitgescholden.
Op 4 april moesten allen weer naar De Witte, Versteegh, Schoemaker, Westerveld, Van Meel, Van Slooten en Hamaker werden nogmaals verhoord. Toen Versteegh zei: "We zijn in Gods handen", werden alle bijbels afgenomen. De volgende dag was het Pasen.
Op 8 april kwam de uitspraak: 65 OD-ers en 10 mannen van BOLT (opgericht door Herman Bolt) waren ter dood veroordeeld en werden naar Blok 4 gebracht. De uitspraak van de leden van de Mekel-groep was er nog niet. Jan Mekel werd weer verhoord.
Na het proces[bewerken]
Na de uitspraak werden de zwaarbewaakte gevangenen door de Grüne Polizei in overvalwagens naar de gevangenis van de Wehrmacht aan het Wolvenplein in Utrecht gebracht. Degenen die in kamp Amersfoort achterbleven moesten in rijen opgesteld zwijgzaam toekijken hoe zij werden afgevoerd.
Toen Rode Kruisverpleegster A M de Bussy - van der Lelie toestemming vroeg hen te bezoeken, zei rechter (Obergerichtsrat) Stegemann dat zeker 2/3 van hen zouden worden begenadigd, maar zij kreeg toestemming hun lot bij generaal Christiansen te bepleiten. Zij maakte een afspraak voor 15 april ten kantore van de generaal op de Vijverberg in Den Haag. Toen ze daar aankwam, werd ze naar het Hotel des Indes gebracht, omdat de generaal een overval op zijn kantoor vreesde. Er was net een overval geweest op de trein waarin nazileider Reinhard Heydrich naar Nederland kwam, en hij zei dat hij de veroordeelde OD-ers geen gratie kon verlenen, Befehl ist Befehl. Als gunst wilde hij voor 1 persoon een uitzondering maken, ze mocht een naam noemen. Daar kon zij niet op ingaan. Christiansen verwees haar naar de Duitse dominee Luther, die haar naar het Wolvenplein stuurde.
Ze mocht de gevangenen bezoeken maar niet apart spreken. Ze kreeg de indruk dat ze gratie verwachtten, want ze vroegen om vitaminen om mee te nemen naar het kamp in Duitsland. De Bussy nam citroenen en wortels mee en kon hen ook sigaretten en chocolade geven. Op 30 april, Koninginnedag, moesten Luther en De Bussy ineens binnen een uur vertrekken. Er werd nog een korte kerkdienst gehouden, waarbij Luther op het orgel speelde en het avondmaal hield en uit volle borst "Ere zij God" en "Vrede op Aarde" werd gezongen.
In Utrecht werden 63 vonnissen bekrachtigd, de overige 9 vonnissen werden omgezet in levenslang tuchthuisstraf. Daarna gingen de 63 veroordeelden per trein naar concentratiekamp Sachsenhausen, waar ze op zondag 3 mei 1942 met enkele andere gevangenen werden geëxecuteerd.
Executie op 3 mei 1942[bewerken]
Nadat de gevangenen waren vertrokken, kreeg De Bussy vier dagen huisarrest. Daarna kwam ds Luther haar melden dat ze weer vrij mocht bewegen. het vonnis was voltrokken. Hij gaf haar een kalender. Op de achterkant stond een verslag dat door één van de OD-ers was geschreven.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Proces der 72" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische .