You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Ragnar in Torhout

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Geplaatst:
21-03-2022
Genomineerd wegens copyright   Dit artikel is geheel of gedeeltelijk overgenomen uit andere bronnen


Omdat deze pagina daarmee mogelijk auteursrechten schendt, is ze op de beoordelingslijst geplaatst.
De hiervoor opgegeven reden is: Bijna letterlijk overgenomen uit de bron (gecontroleerd via Google Books)

Het is mogelijk dat de tekst met toestemming van de auteur of van een andere bron gekopieerd is, maar dat dit niet duidelijk gemaakt is bij het aanmaken van dit artikel. Indien dit het geval is, kaart dit dan a.u.b. aan op de overlegpagina van dit artikel en op de betreffende beoordelingslijst. Als je een auteursrechtvrije invulling voor deze pagina weet, aarzel dan vooral niet en vervang deze tekst door jouw bijdrage. Vergeet dit dan niet te melden op de beoordelingslijst.

Pas als het artikel volledig is herschreven of de auteursrechtensituatie is opgehelderd kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dit aan op de lijst door het toevoegen van de reden.

(//)

Karel de Kale, koning van West-Francië ging een alliantie aan met de beroemde Ragnar Lodbrok. Hierbij gaf hij het klooster van Torhout omstreeks 840 in leen aan Ragnar. Dit klooster werd door de geestelijke Rimbert in zijn levensbeschrijving van de heilige Anskar genoemd. Anskar was bevriend met de van de Deense koning Harald Klak en missionaris, nadien bisschop van Hamburg-Bremen. Anskar bleek te beschikken over het klooster Torhout, maar zijn missiegebied was Scandinavië. We moeten Torhout dan ook beschouwen als een uitvalbasis ten behoeve van zijn missiewerk. Niet onder de Vlamingen, want die waren al sinds vele generaties gekerstend. Het waren vooral Scandinavische kooplieden en avonturiers die de nabije havenplaats Brugge aan de Reie aandeden. Brugge vormde een goede uitvalsbasis in het gebied van de Schelde, de rivier die de grens met het rijk van Lotharius vormde. Volgens Rimbert had Anskar Deense en Slavische jongens uit gevangenschap vrijgekocht om hen voor de eredienst op te leiden. Enkele jongens stuurde hij naar het klooster van Torhout. Het is echter vreemd dat Anskar jongens uit zijn missiegebied in het hoge noorden helemaal naar Vlaanderen zou hebben gestuurd. Eerder is aan te nemen dat ze uit Brugge afkomstig waren, een plaats waar de slavenhandel vermoedelijk welig tierde. Het klooster Torhout komt in het relaas van Rimbert uitgebreid aan de orde. Dat is goed verklaarbaar, want hij was zelf in dit klooster opgeleid. Rimbert was met Anskar bevriend en volgde hem in 865 op als bisschop van Hamburg-Bremen.

Na de dood van keizer Lodewijk de Vrome in 840 kwam het klooster Torhout en alle toebehoren in het rijk van de West-Frankische koning Karel de Kale te liggen. Deze droeg het goed, nog wel het bezit van het Oost-Frankische bisdom Hamburg-Bremen, over aan de Vikingaanvoerder Ragnar. Na de overdacht van Torhout aan Ragnar weken de meeste kloosterlingen uit, maar enige vrijgekochte Denen en Slaven bleven ten dienste van de Deense hoofdman achter.

Ragnar raakte het klooster weer kwijt.

We kunnen slechts gissen naar de reden waarom hij bij Karel de Kale in ongenade gevallen was. Vervolgens ondernam hij uit wraak in 845 een aanval op het Seinegebied in het hart van het West-Frankische Rijk. Nadat hij Parijs had bestookt, werd hij door Karel afgekocht, waarna hij met zijn mannen het ruime sop koos.

De plunderingen in het Seinegebied werden ook in de Annalen van Sint-Bertijns gemeld, maar hierin wordt de Vikingaanvoerder niet bij naam genoemd. Na hun wandaden werden de rovers volgens deze annalen door goddelijke toorn met blindheid en waanzin getroffen. Hierdoor bewogen verklaarde de Deense koning Harek zich vervolgens bereid de buit aan Lodewijk de Duitser te overhandigen. Hier is iets vreemds aan de hand. In het West-Frankische Rijk gemaakte buit werd via de Deense koning aan de Oost-Frankische koning gegeven. Waarom zou Ragnar zijn buit afgeven aan Harek, en waarom zou de Deense koning, die vlak daarvoor een grootscheepse aanval op het Elbegebied had ondernomen, Lodewijk de Duitser begunstigen?

In de jaarboeken van Xanten vinden we een andere lezing. De mannen van Ragnar vertrokken naar Rorik, terwijl hun aanvoerder zelf door goddelijke toorn met blindheid en waanzin getroffen was. Hij zou alsmaar zieker zijn geworden en zo op een vreselijke manier aan zijn eind zijn gekomen. Hetzelfde lot trof de meesten van zijn mannen. Sommigen ontsprongen de dans’ door zich veertien dagen van vlees en mede te onthouden’.


Over het algemeen wordt de vermelding van Rorik gezien als een vergissing van Gerward, de schrijver van de Jaarboeken van Xanten. Hij zou koning Harek hebben bedoeld. Maar de gebruikte spelling lijkt toch geen ‘slip of the pen’ te zijn, terwijl er in de Annalen van Sint-Bertijn juist over het optreden van Harek twijfel werd uitgedrukt, alsof de bron niet geheel betrouwbaar was. Het bericht van Gerward is-hoe onvolledig ook- nog altijd het uitvoerigst. We zagen al dat hij in Gendt in de Betuwe verbleef, in aan Rorik als leen overgedragen gebied en wel bekend moet zijn  geweest met deze Deen.

Bij dit alles blijft het onverklaarbaar hoe Karel de Kale over het klooster in Torhout kon beschikken. Zelfs een koning kon zich niet straffeloos aan goederen van de kerk vergrijpen. Het ligt meer voor de hand dat Rimbert door zijn relatie met Torhout, tijdens het schimmige spel tussen Karel en Ragnar, zijn kans waarnam om het klooster tot bezit van de kerk van Hamburg-Bremen te bestempelen. Hij staafde zijn valse claim door Torhout veelvuldig in zijn biografie van Anskar in verband te brengen met de vrome missionaris. Waarschijnlijk moeten we het klooster Torhout beschouwen als koningsgoed, dus persoonlijk bezit van de koning dat Lodewijk de Vrome aan Anskar in leen had overgedragen. In dat geval kon zijn zoon Karel de Kale heel goed zijn vazal Ragnar ermee hebben beleend, een gang van zaken die in die dagen niet ongewoon was.

Torhout is geen willekeurige keuze van de West-Frankische koning geweest. Het klooster lag even ten zuiden van het net opkomende Brugge. Deze havenplaats en handelsnederzetting had een sterk Scandinavisch karakter. De naam is van overzeese oorsprong, mogelijk van het Oudnoordse bryggja, dat aanlegplaats betekent. Brugge kon als handelsplaats opkomen in een periode dat andere plaatsen het juist zwaar te verduren hadden. Want die werden regelmatig door Vikingen bestookt, terwijl Brugge steeds met rust gelaten werd. Ironisch genoeg brachten de monniken na de plundering van de Sint-Baafsabdij in Gent in 851 hun kostbaarheden in veiligheid naar het Deense bolwerk Brugge.

Deze havenplaats, gunstig gelegen aan een zeearm, was een goede uitvalsbasis in het gebied van de Schelde, de rivier die de grens met het rijk van Lotharius vormde. De installatie van Ragnar in Vlaanderen was Karels tegenzet op de komst van Lotharius' aanhanger Harald junior naar de Scheldemonding in 841. Het was geen toeval dat het aantreden van Ragnar in dezelfde periode plaatsvond. Ook Karel zocht in het waterrijke kustgebied blijkbaar militaire steun bij Deense warlords om het hoofd te kunnen bieden aan het overwicht van zijn rivaal Lotharius. De laatstgenoemde had niet alleen de militarie suprematie in de Scheldemonding maar had zich met de aan hem getrouwe Denen in het Zeeuwse kustgebied ook een gunstige uitgangspositie voor aanvallen op het West-Frankiche Rijk verschaft.

Bronnen:[bewerken]

Luit van der Tuuk, Vikingen - Noormannen in de Lage Landen (Omniboek - Kampen), 2020 ISBN


Dit artikel "Ragnar in Torhout" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Ragnar in Torhout.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]