Rode Scheikunde
Geplaatst: Dit artikel is geheel of gedeeltelijk overgenomen uit andere bronnen
02-09-2018
Het is mogelijk dat de tekst met toestemming van de auteur of van een andere bron gekopieerd is, maar dat dit niet duidelijk gemaakt is bij het aanmaken van dit artikel. Indien dit het geval is, kaart dit dan a.u.b. aan op de overlegpagina van dit artikel en op de betreffende beoordelingslijst. Als je een auteursrechtvrije invulling voor deze pagina weet, aarzel dan vooral niet en vervang deze tekst door jouw bijdrage. Vergeet dit dan niet te melden op de beoordelingslijst. Pas als het artikel volledig is herschreven of de auteursrechtensituatie is opgehelderd kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dit aan op de lijst door het toevoegen van de reden. |
Rode Scheikunde/hoofdgebouw/Bouwkunde TU Delft
| ||||
Gebouw Bouwkunde TU Delft met toren.
| ||||
Locatie | Julianalaan 134, Delft | |||
Oorspr. functie | afdeling der Scheikundige Technologie van de Technische hogeschool | |||
Huidig gebruik | Faculteit Bouwkunde TU Delft | |||
Start bouw | 1918 | |||
Bouw gereed | 1923 | |||
Bouwstijl | Traditioneel (met invloeden van Amsterdamse School) | |||
Monumentstatus | rijksmonument | |||
Monumentnummer | 525269 | |||
Architect | G. van Drecht | |||
Eigenaar | TU Delft | |||
Afbeeldingen | ||||
Entree van het gebouw
| ||||
Lijst van rijksmonumenten in Delft | ||||
|
Rode Scheikunde is een universiteitsgebouw van de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. Het gebouw is een rijksmonument en werd gebouwd tussen 1918 en 1923, om officieel dienst te doen als afdeling der Scheikundige Technologie van de toen nog technische hogeschool. Later werd dit gebouw gebruikt als hoofdgebouw voor de TU Delft.
Sinds de brand in het Faculteitsgebouw Bouwkunde in 2008, en dit gebouw niet meer hersteld kon worden, is de faculteit naar het huidige gebouw verhuisd.
Geschiedenis[bewerken]
Het pand is gebouwd in een traditionalistische stijl met invloeden van de Amsterdamse School. Tijdens verbouwingen na WOII onder leiding van de Rijksgebouwendienst werd onder meer de gehele zolder verbouwd tot kantoorruimte voor het Bureau van de Hogeschool (1953). De aaneengesloten strip dakvensters dateert uit deze tijd. Eertijds bevonden zich in deze verticale dakstrook op regelmatige afstand dakkapellen. Ook in de jaren daarna is het gebouw herhaaldelijk verbouwd, onder meer onder leiding van architectenbureau K.J. Roosendaal te Den Haag. De maskerachtige versieringen aan de gevels verhullen de uitlaten van zuurkasten. In de toren bevond zich een waterreservoir, dat bij brand ten gevolge van de scheikundige proeven ingezet kon worden. Door de situering van vleugels is een ruim voorplein vóór de centrale vleugel gerealiseerd. Daar bevindt zich het beeld van Prometheus (1953), dat vervaardigd is door prof. L.O. Wenckebach.
Omschrijving van het gebouw[bewerken]
Het hoofdgebouw is opgetrokken op een samengestelde plattegrond en bestaat in hoofdlijnen uit een centrale vleugel waarin de hoofdentree is opgenomen, met aan weerszijden aaneengeschakelde vleugels. De vleugels aan de westzijde vormen een E-vormig geheel met een hoge toren. De 'E' is met de lange zijde ongeveer in het midden met het centrale volume verbonden. Aan de oostzijde liggen de vleugels in een L-vorm, met gelijkzijdige poten en extra dwarsgeplaatste 'poten' ongeveer in het midden van de 'hoofdpoten'. De hoeken van de vleugels risaleren en/of verzelfstandigen zich tot nevenvolumes. De vleugels bestaan uit twee bouwlagen met een afgeknot zadeldak. De hoekpaviljoens zijn uitgevoerd met een puntdak of schilddak, de extra 'poten' met respectievelijk afgeknotte daken en tentdaken. De daken zijn gedekt met leien in Maasdekking. Iedere travee wordt verticaal beaccentueerd door bakstenen lisenen, die bovenaan aansluiten bij de kunststenen, geprofileerde lijsten onder een dakrand met tandlijst. De lisenen komen in verschillende breedte voor, omdat ze vrijwel de gehele - variërende - breedte tussen de vensters beslaan. De in de kroonlijst opgenomen kapitelen zijn verrijkt met geometrisch reliëf. In de voorgevel is de tekst 'Technische Hogeschool' in deze kroonlijst uitgebeiteld. De hoeken worden benadrukt door de samenkomst van twee lisenen. Iedere travee bevat een enkel venster, een gekoppeld venster of een driedubbel venster. De rechtgesloten, staande vensters zijn uitgevoerd met gemetselde dagkanten en kunststenen lekdorpels en lateien. Op de begane grond zijn granieten onderdorpels verwerkt. Bij gekoppelde vensters zijn de penanten van baksteen en/of van kunststeen. De kunststenen stijlen komen vlak en met geometrisch reliëf voor. De stalen ramen zijn in ondiepe negge geplaatst. De ramen bestaan uit vaste ramen met meerruits bovenlicht of dubbele draairamen met dito bovenlicht. Op iedere bouwlaag bevinden zich tussen de vensters metalen maskersachtige elementen. Tussen de bouwlagen zijn strak geometrische gemetselde reliëfs aangebracht. De voorgevel van de centrale vleugel beslaat elf traveeën, waarvan de middenrisaliet met de hoofdentree drie traveeën in beslag neemt. Deze risaliet heeft een tentdak met op de nok een open koperen dakruiter. De entree is uitgevoerd met een plint, borstweringen langs de stoep en een stoep van graniet. De eerste laag bestaat uit een driedelig portiek met een getrapte arcade, die vanaf de plint volledig in kunststeen is uitgevoerd. De sluitsteen van de middelste arcade wordt gesierd door een met goudverf beschilderde toorts in bas-reliëf. De verticaliteit van de entreepartij wordt benadrukt door forse muurdammen tussen de bogen, die aan de voorzijde in sterk reliëf naar voren treden en als monumentale orde tot en met de dakrand doorgetrokken zijn. Boven het met profiellijsten horizontaal afgesloten portiek bevinden zich tussen de verticale 'orde' gemetselde reliëfs. Deze reliëfs worden afgesloten door een horizontale waterlijst, die tegelijk fungeert als lekdorpel van de drie forse, rechtgesloten, negendelige vensters. De zesruits stalen ramen hebben kunststenen kozijnen, die een eenheid vormen met de sterk horizontaal geprofileerde 'kroonlijst' erboven. In het portiek bevindt zich in het midden een dubbele, houten deur met zijlichten. Aan weerszijden is een tweedelig venster aangebracht. In de drie traveeën brede achtergevel van de risaliet bevindt zich de achteringang met in de middelste travee een groot gebrandschilderd glas-in-lood venster met daarboven een balkon. Op de verdieping bevinden zich drie vensterassen met meerdelige ramen, die met kunststenen kozijnen en penanten zijn uitgevoerd. De kunststeen loopt door in de rijk geprofileerde kroonlijst. Boven deze kroonlijst bevinden zich in de kap drie tweedelige vensters, waarvan de uitkragende muurdammen extra benadrukt worden door verticale kunststenen lijsten. De twee vensters aan weerszijden van de middentravee zijn visueel met elkaar verbonden door een verticale, kunststenen strip. Bovendien vormen ze een geheel met de 'kroonlijst' doordat de lateien onderdeel uit maken van deze lijst . De verticaliteit van de toren in handvormsteen wordt sterk benadrukt door uitgemetselde penanten. De vensters in de vorm van galmgaten zijn trapsgewijs, rondom aangebracht. De borstwering wordt gesierd door beeldhouwwerk. De gemetselde achtkantige torenspits wordt bekroond door een koperen helm. De oorspronkelijke indeling van het gebouw is in grote lijnen gehandhaafd. Van belang zijn onder meer enkele oorspronkelijke trappenhuizen met een ruime bordestrap, die vervaardigd is van graniet en ijzer, het gebrandschilderd glas-in-beton bij de achteringang van de hand van de kunstenaar Daan Wildschut, stalen tochtdeuren, trappenhuis van de toren met betonnen constructie en stalen treden, open betonnen waterreservoir met ijzeren profielen.
Cultuurhistorische waarde[bewerken]
Het universiteitsgebouw 'Rode Scheikunde', later hoofdgebouw van de TU, aan de Julianalaan 132;134 naar ontwerp van architect Van Drecht uit 1918-1923 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde - als uitdrukking van de functie namelijk universiteitsgebouw voor Scheikunde en hoofdgebouw van de universiteit en vanwege de plaats die het inneemt in de geschiedenis van de Technische Universiteit Delft. Vanwege de toegepaste bouwstijl en de plaats die het inneemt in het oeuvre van de architect Van Drecht en vanwege de karakteristieke hoofdvorm, het materiaalgebruik en de detaillering en vanwege de gaafheid. Het heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan het De Vries van Heystplantsoen, de centrale ligging in de TU-wijk en de ruimtelijk-functionele en visuele relatie met de omringende gebouwen van de TU. Het gebouw heeft zeldzaamheidswaarde als een van de grootste vooroorlogse universiteitsgebouwen.
Zie ook[bewerken]
Zie de categorie Voormalig hoofdgebouw TU Delft van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Bronnen, noten en/of referenties |
Dit artikel "Rode Scheikunde" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Rode Scheikunde.
This page exists already on Wikipedia. |