Transferprobleem
Het transferprobleem van John Maynard Keynes betreft het effect van de terugbetaling van schulden op de economie van de schuldenaar. Deze bestaat uit twee componenten, een effect op de binnenlandse absorptie en een effect op de ruilvoet. Keynes paste de analyse toe op de schadevergoeding die Duitsland moest betalen na de Eerste Wereldoorlog, en kwam tot de conclusie dat Duitsland dit onmogelijk kon terugbetalen. Hij werd echter tegengesproken door de Zweedse econoom Bertil Ohlin die van mening was dat Duitsland dit wel degelijk zou kunnen betalen. Het transferprobleem werd sindsdien een favoriet thema voor wiskundige economen die het probleem benaderen vanuit de algemeen-economische evenwichtstheorie. Het probleem kwam opnieuw in de actualiteit in de jaren tachtig tengevolge van de Latijns-Amerikaanse schuldencrisis. Ook daar kwam men tot de conclusie dat de schulden niet terugbetaalbaar waren. De oplossing werd uiteindelijk gevonden in 1989 met het Brady plan, genaamd naar de toenmalige Amerikaanse minister van Financien Nicholas F. Brady die de bankleningen omzette in lange-termijn obligaties, de zgn. Brady bonds.
Dit artikel "Transferprobleem" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Transferprobleem.