You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Uwe Krüger

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Uwe Krüger (Leipzig, 15 mei 1978) is een journalist en communicatiewetenschapper gespecialiseerd in onderzoek naar de onafhankelijkheid van de pers.

Leven[bewerken]

Uwe Krüger groeide op in Borsdorf (Saksen) en in Bergen auf Rügen. Hij studeerde van 1998 tot 2006 journalistiek en politieke wetenschappen in Leipzig. In 2003/04 volgde hij een stage aan de Leipziger Volkszeitung. Van 2007 tot 2010 was hij wetenschappelijk medewerker aan het Institut für Praktische Journalismusforschung in Leipzig (IPJ) en redacteur bij het journalistieke vaktijdschrift Message[1].

In oktober 2012 trad hij in dienst als onderzoeksassistent aan het Institut für Kommunikations- und Medienwissenschaft (IfKMW) van de universiteit van Leipzig. In 2013 voltooide hij zijn proefschrift "Meinungsmacht" onder leiding van Michael Haller.

Zijn onderzoek richt zich op journalistieke ethiek, journalistiek en PR, journalistiek en sociale media, met de focus op methodologisch onderzoek en geschreven pers.

Publicaties[bewerken]

  • Meinungsmacht (2013)

In zijn proefschrift verwijst Krüger naar de eerdere wetenschappelijke en journalistieke behandeling van het onderwerp, waarbij hij zich onderscheidt van meer marxistisch georiënteerde onderzoeksbenaderingen omdat zijn stellingen empirisch moeten worden getoetst. Het resultaat van Krüger's onderzoek kan worden geïnterpreteerd als een herfeodalisering van de structuren van de politieke publieke sfeer door de privatisering van de macht.

Krüger verwijst naar Lutz Hachmeister met zijn stelling dat zich in de politiek, het bedrijfsleven en de toonaangevende media een "gesloten samenleving" heeft ontwikkeld, en ook naar Peter Ludes, die zegt dat journalisten, als vertrouwelingen, hun geprivilegieerde toegang tot politici niet in gevaar willen brengen en daarom afstand doen van kritiek.

In het grootste deel van Krügers proefschrift over de invloed van de elites op Duitse journalisten en media wordt een theoretisch model ontwikkeld dat het mediagedrag verklaart met behulp van pressiegroepen en sociale netwerken en voorspelt dat toonaangevende media het huidige discours van de elites min of meer weerspiegelen, maar de grenzen ervan niet overschrijden en de premissen niet kritisch ter discussie stellen.

De eerste stelling van Krüger is "dat een elite die in belangrijke kwesties (oorlog en vrede, macro-economische orde) min of meer consensus vindt, kan regeren tegen de belangen van een groot deel van de bevolking in en dat de journalistieke elites te nauw in het elitemilieu zijn geïntegreerd om voldoende kritisch en controlerend effect te hebben als beschermers van het publieke belang".

In het empirische deel richt zijn sociale netwerkanalyse zich in de eerste plaats op de sociale omgeving van 219 toonaangevende redacteuren van Duitse toonaangevende media. Een op de drie onderhoudt informele contacten met politieke en economische elites. Bij vier journalisten buitenlandse politiek zijnde Stefan Kornelius, Klaus-Dieter Frankenberger, Michael Stürmer en Josef Joffe, vindt hij enorm netwerk van connecties met VS- en Navohoogwaardigheidsbekleders. Verder worden de connecties van de journalisten Kai Diekmann (Bild), Peter Frey, Claus Kleber (ZDF) en Matthias Naß (ZEIT) geanalyseerd.

"Dat Josef Joffe (Zeit) adviseur bij HypoVereinsbank en Stefan Aust (Der Spiegel) en Helmut Markwort (Focus) adviseurs bij Deutsche Telekom AG zijn, lijkt problematisch. Klaus-Dieter Frankenberger (FAZ), Stefan Kornelius (SZ) en Peter Frey (ZDF) als adviseurs van de Bundesakademie für Sicherheitspolitik, een denktank binnen het federale ministerie van Defensie lijken dat evenzeer. Volgens de statuten van de Bundesakademie adviseert de Adviesraad de Raad van Toezicht, die op zijn beurt bestaat uit de Bondskanselier en de federale ministers van Defensie, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Financiën, Justitie, Economie en Ontwikkelingshulp. De drie journalisten hebben zich er aldus toe verbonden de federale regering te adviseren, die zij als publieke pleitbezorgers moeten bekritiseren en controleren"(blz.148)[2]

Op de vraag wat voor invloed de elites op journalisten uitoefenen, vermoedt Krüger dat "journalisten met waarden en meningen als die van de elites een hogere kans hebben om toegang te krijgen tot de hoogste kringen. De integratie in het elitemilieu versterkt vervolgens langzamerhand conformiteit. Dit betekent ook dat journalisten met gelijkaardige meningen als de elites betere kansen hebben om carrière te maken, omdat ze in hun eigen bedrijf en in de industrie met exclusieve informatie en hooggeplaatste gesprekspartners punten kunnen scoren"[3] Krüger maakt hierbij gebruik van het concept sociaal kapitaal van Pierre Bourdieu.[4]

Reacties

In een FAZ-recensie schreef Boris Holzer dat de integratie van journalisten in elite-netwerken niet beoogd wordt. De oorzakelijkheid kan niet aangetoond worden.[5]

Peter Zudeick van de SZZ bevestigt dat de media de neiging hebben tot "zelfregulering", maar interpreteert dit niet als een beïnvloeding, maar als een onafhankelijke beslissing van de journalisten.[6]

Op 29 april 2014 werd Krüger's concept van netwerken van alfajournalisten met denktanks en politieke elites door het satirische programma "Die Anstalt" (ZDF) gebruikt om de eenzijdige berichtgeving over de Oekraïense crisis door Duitse kwaliteitsmedia te bekritiseren. Onder andere Jozef Josse vroeg een uitzendverbod bij het hoog gerechtshof en schreef een klaagbrief aan Peter Frey van ZDF.[7]. Hoewel de vraag tot uitzendverbod werd afgewezen[8] werd het programma uit de mediatheek van ZDF gehaald.

In een interview met ZAPP-auteur Daniel Bröckerhoff (NDR) op 14 mei 2014 gaf Stefan Kornelius niet nader omschreven fouten en een algemeen gebrek aan transparantie toe, maar verdedigde hij zijn lidmaatschappen (Atlantik-Brücke, Deutschen Gesellschaft für Auswärtige Politik, en Bundesakademie für Sicherheitspolitik) als onderdeel van zijn journalistieke werkzaamheden. Hij vormde zijn mening onafhankelijk en vertegenwoordigde niet de mening van deze instellingen en bekritiseerde het overdreven en in toon onredelijk debat met hem en de toonaangevende media als geheel. Aan het onderzoekswerk van Krüger kende hij een bijzondere rol toe in de kritiek op de toonaangevende media. Hij verwierp Krüger's stelling over de invloed van elites in het journalistieke werk van toonaangevende media en alfajournalisten en bestempelde het als ongegrond.[9] Michael Haller bekritiseerde het gebrek aan ernst en precies gedefinieerde termen als 'mainstream' om het meningsverschil aan te gaan met Krüger's argumenten.[10]

  • Mainstream (2016)

In zijn publicatie Mainstream. Waarom we de media wantrouwen probeert Krüger de redenen voor het verlies van vertrouwen van grote delen van de bevolking in de "mainstream media" te achterhalen. Naar zijn mening werd dit vertrouwensverlies overduidelijk tijdens de Oekraïense crisis. Veel lezers waren van mening dat de verslaggeving eenzijdig en eenvormig was. Door de kritiek van bekende persoonlijkheden uit politiek en journalistiek hadden de media vooral defensief en lasterend gereageerd, waardoor de vertrouwenscrisis werd versterkt. Krüger's zelfverklarende doel is om, door empathie, de media de perceptie van de lezers en de lezers de werkprocessen in de mediawereld te helpen begrijpen. Hij probeert het "raadsel" op te lossen van "hoe mediaharmonie tot stand kan komen in een vrije en pluralistische democratie". Krüger openbaart daarom de netwerk- en arbeidsomstandigheden van journalisten, de informele communicatieprocessen in het mediagebeuren en de afhankelijkheden en invloeden tussen media, maatschappij en politiek, het "achter de coulissen van media en politiek".

Peter Praschl, in Die Welt, is het in veel opzichten eens met Krüger als hij zegt dat de journalistiek "verre van zo geloofwaardig is als ze zou moeten zijn en denkt te zijn [.....]. Journalisten zijn inderdaad vaak partijdig, te veel kind aan huis bij de machtigen, te selectief in de keuze van onderwerpen, gedreven door hun eigen overtuigingen en gerekruteerd uit homogene milieus (middenklasse met universitaire graden)". Praschl ziet echter de reden voor de conformiteit in de media in het consumentengedrag van de lezer, bij wie de mediacrisis niet doordringt.[11]

Werken[bewerken]

Boeken

  • Gekaufte Presse in Russland. Politische und wirtschaftliche Schleichwerbung am Beispiel der Medien in Rostov-na-Donu. LIT (Reihe Medien & Politik), Münster 2006.
  • Meinungsmacht. Der Einfluss von Eliten auf Leitmedien und Alpha-Journalisten – eine kritische Netzwerkanalyse. Herbert von Halem Verlag (Reihe des Instituts für Praktische Journalismus- und Kommunikationsforschung), Köln 2013, .
  • Mainstream. Warum wir den Medien nicht mehr trauen. C.H. Beck, München 2016 (2. Auflage).

Weblinks[bewerken]


Dit artikel "Uwe Krüger" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Uwe Krüger.

Page kept on Wikipedia This page exists already on Wikipedia.


Read or create/edit this page in another language[bewerken]