Aanvallen op Israëliërs in Amsterdam op 7 en 8 november 2024

Op 7 en 8 november 2024 werden Israëlische supporters van Maccabi Tel Aviv F.C. aangevallen in Amsterdam na afloop van een Europa League-wedstrijd tegen Ajax.^[1] Het geweld lijkt wijdverbreid en gecoördineerd te zijn geweest, met meerdere aanvallen in de stad.

Sommige waarnemers en mediabronnen beschreven de incidenten als een massale pogrom tegen Joden vanwege het gecoördineerde karakter ervan en de selectie van Joodse en Israëlische individuen als doelwitten. De Israëlische en Nederlandse functionarissen beschreven de aanval als antisemitisch.

Achtergrond[bewerken]

Het incident vond plaats tegen de achtergrond van toegenomen geopolitieke spanningen, in het bijzonder met betrekking tot de oorlog tussen Israël en Hamas, met pro-Palestijnse demonstraties en oproepen tot solidariteit in verschillende Europese steden. Rapporten geven aan dat sommige van de aanvallers een immigrantenachtergrond hadden en sterke politieke sentimenten uitten met betrekking tot het conflict in het Midden-Oosten.

Vóór de wedstrijd had de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema pro-Palestina-protesten verboden in de directe omgeving van de wedstrijdlocatie, de Johan Cruijff ArenA, en was een geplande bijeenkomst verplaatst naar een kilometer van het stadion. Er waren al problemen gemeld tussen de demonstranten en Maccabi-fans vóór de wedstrijd, waaronder het neerhalen van een Palestijnse vlag en het afsteken van vuurwerk door de demonstranten.

Aanvallen[bewerken]

Na de wedstrijd begonnen groepen naar verluidt Israëlische fans in verschillende delen van Amsterdam aan te vallen. De aanvallen omvatten steekpartijen, rammen met auto's en mishandelingen. Volgens ooggetuigen riepen sommige aanvallers pro-Palestijnse leuzen, waaronder "Free Palestine". Tien mensen raakten gewond bij de aanvallen.

De Nederlandse autoriteiten meldden dat ze tot nu toe 62 mensen hebben gearresteerd in verband met de aanvallen. De politie zegt ook op de hoogte te zijn van berichten over een mogelijke gijzeling en vermissingen, maar kan daar nog geen bevestiging over geven of dit ook daadwerkelijk gebeurd is. ^[2]

Internationale reactie[bewerken]

Omstreeks 4.30 uur plaatselijke tijd stuurde de Israëlische regering twee vliegtuigen naar Amsterdam om Israëlische burgers die door de aanslagen waren getroffen, te helpen en indien nodig te evacueren. Israëlische en Nederlandse autoriteiten coördineerden hun inspanningen om medische en logistieke steun te verlenen aan de slachtoffers.

De premier van Israël, Benjamin Netanyahu, veroordeelde de aanslagen en zei op X (voorheen Twitter): "Dit zijn de ware gezichten van het radicale terrorisme waar we tegen vechten. De westerse wereld moet nu wakker worden!"

De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen verklaarde dat ze ‘woedend’ is over de ‘walgelijke aanvallen tegen Israëlische burgers in Amsterdam’.

De Duitse minster van buitenlandse zaken Annalena Baerbock verklaarde: "De beelden uit Amsterdam zijn vreselijk en beschamend voor Europa. De uitbarsting van geweld tegen Joden gaat alle perken te buiten. Hier is geen rechtvaardiging voor."

Nederlandse reactie[bewerken]

Premier Dick Schoof omschreef de aanval als ‘volstrekt onaanvaardbaar’ en zei dat de rust was wedergekeerd. Hij vertelde Netanyahu dat de voorbereiders zouden worden gevonden en vervolgd. Schoof noemde het macaber dat de aanval uitgerekend gebeurde vlak voor de jaarlijkse herdenking van de Kristallnacht, de gewelddadige pogrom op Joden in nazi-Duitsland die plaatsvond in de nacht van 9 op 10 november 1938.