Gewelddadigheden in Amsterdam (november 2024)
De neutraliteit van dit artikel wordt betwist. Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie. |
Op donderdag 7 en vrijdag 8 november 2024 vonden er gewelddadigheden plaats in Amsterdam tussen verschillende groeperingen, voor en na de Europa League-wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv FC. Er waren verschillende provocaties en er werden gewelddadigheden en vernielingen gepleegd.[1][2]
Rondom de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv werden 62 mensen gearresteerd waarvan meer dan veertig voor verstoring van de openbare orde.[3] 49 van de aangehouden personen woonden in Nederland en tien in Israël. Drie dagen later zaten nog vier verdachten vast op verdenking van openlijke geweldpleging, onder wie twee minderjarigen (16 en 17 jaar).
De aanvallen werden door velen scherp veroordeeld en antisemitisch genoemd, onder meer door de Amerikaanse president Joe Biden.[4]
Achtergrond[bewerken]
De incidenten vonden plaats tegen de achtergrond van toegenomen geopolitieke spanningen, in het bijzonder met betrekking tot de oorlog tussen Israël en Hamas, met pro-Palestijnse demonstraties en oproepen tot solidariteit in verschillende Europese steden. In mei 2024 werd een groep pro-Palestijnse demonstranten in Amsterdam al aangevallen door gemaskerde mannen, waarvan er zeker één een bivakmuts in de clubkleuren van Maccabi Tel Aviv droeg.[5]
Op 4 november kondigden pro-Palestijnse activisten bij de Johan Cruijff ArenA een demonstratie aan, onder de noemer Week 4 Palestine, tegen de komst van de Israëlische voetbalclub. Supportersverenigingen van Ajax riepen op om geen politieke uitingen mee naar het stadion te brengen.[6] De Telegraaf schreef op 5 november dat agenten van de Israëlische geheime dienst Mossad zouden meereizen ter beveiliging van de spelers en staf van Maccabi.[5]
Burgemeester Femke Halsema liet voorafgaand aan de demonstraties weten: "Door de aankondiging van de Ajax Supporters Delegatie 'in te willen grijpen' zijn gewelddadige confrontaties bovendien niet uit te sluiten." De supportersgroepen van Ajax hadden vooraf verklaard een demonstratie bij het stadion niet te zullen tolereren en "zowel binnen als buiten het stadion … waar nodig te zullen ingrijpen."[5]
Vóór de wedstrijd besloot de Amsterdamse driehoek de aangekondigde pro-Palestina protesten te verbieden in de directe omgeving van de wedstrijdlocatie, de Johan Cruijff ArenA en andere stadsdelen uit voorzorg voor opstootjes en incidenten.[7] Geplande protesten werden verplaatst naar het Anton de Komplein. Het gebied rondom de Johan Cruijff Arena en andere stadsdelen werden aangemerkt als veiligheidsrisicogebied.[8]
Er waren vóór de wedstrijd, op 7 november, al problemen gemeld tussen de demonstranten en Maccabi-fans, waaronder het neerhalen van Palestijnse vlaggen van gebouwen zoals op het Rokin.[9] Volgens het feitenrelaas werden daarbij ook taxi's beschadigd, waarop taxichauffeurs elkaar opriepen om naar het Max Euweplein (Holland Casino) te komen waar zich zo'n 400 Maccabi-fans ophielden. De supporters werden onder politiebegeleiding in veiligheid gebracht.[10] In besloten groepen op Telegram werd volgens burgemeester Halsema in de week voorafgaand aan de wedstrijd opgeroepen tot een 'jodenjacht'.[11]
Aanvallen[bewerken]
Na de wedstrijd werden Israëlische fans in verschillende delen van Amsterdam aangevallen, onder meer op en rond de Dam. De aanvallen omvatten steekpartijen, rammen met auto's en mishandelingen. Volgens ooggetuigen riepen sommige aanvallers pro-Palestijnse leuzen, waaronder "Free Palestine". Vijf mensen werden in het ziekenhuis aan hun verwondingen behandeld.[12]
Nasleep[bewerken]
Om 2:29 uur plaatste VVD Stadsdeelcommissielid Michael Vis een video met het commentaar 'groepsjacht op "zionisten"'. Om 6:20 reageert Geert Wilders op het filmpje in het Engels met de woorden "Looks like a Jew hunt..." en "Deport the multicultural scum... Ashamed that this can happen in The Netherlands. Totally unacceptable."[13] Om 7:03 noemt Wilders het - wederom in het Engels - een pogrom.[14]
Premier Dick Schoof omschreef de aanval als ‘volstrekt onaanvaardbaar’ en kwam voortijdig terug uit Boedapest, waar hij de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap en een informele Europese Raad bijwoonde.[15] In een telefoongesprek met premier Benjamin Netanyahu van Israël benadrukte hij de daders op te sporen en te vervolgen. Schoof noemde het macaber dat de aanval uitgerekend gebeurde vlak na de jaarlijkse nationale herdenking op 7 november van de Kristallnacht, de gewelddadige pogrom op Joden in nazi-Duitsland die plaatsvond in de nacht van 9 op 10 november 1938.[16][17] Naar aanleiding van de gebeurtenissen zegde Schoof zijn geplande bezoek aan de Klimaatconferentie van Bakoe af.[18] In een persconferentie op 11 november wees premier Schoof op een breed integratieprobleem dat verder reikt dan enkele probleemjongeren met een migratieachtergrond.[19]
Koning Willem-Alexander meldde op 8 november met de Israëlische president Yitzhak Herzog te hebben gesproken. Hij gaf aan dat hij en koningin Máxima geschokt zijn en zei: "Wij mogen niet wegkijken bij antisemitisch gedrag in onze straten" en "Joden moeten zich veilig kunnen voelen in Nederland, overal en altijd. Wij slaan onze armen om hen heen en laten hen niet los."[20] Volgens de lezing van Herzog zou de koning hebben gezegd "We hebben de Nederlandse Joden in de steek gelaten in de Tweede Wereldoorlog en vannacht hebben we u weer teleurgesteld". [21]
Feitenrelaas driehoek Amsterdam[bewerken]
De driehoek (burgemeester, politie en Openbaar Ministerie) publiceerde op 11 november een feitenrelaas in een raadsbrief, voorafgaand aan het spoeddebat op 12 november in de Amsterdamse gemeenteraad.[10] In het feitenrelaas werd gesteld dat de wedstrijd "vanuit voetbalperspectief geen hoogrisicowedstrijd" betrof maar dat de driehoek zich bewust was van de "bijzondere context", de spanningen in het Midden-Oosten en het samenvallen met de Kristallnachtherdenking. Volgens de raadsbrief zag de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) geen extra dreiging. Toch besloot de driehoek tot extra maatregelen, zoals het verplaatsen van demonstraties, het begeleiden van supporters en het opschalen van de politieaanwezigheid.
Op donderdagochtend 7 november om 11.00 uur kwam de driehoek in een extra vergadering bijeen, vanwege de gebeurtenissen in de avond en nacht. De grootste zorgen waren de agressie van de Maccabi-supporters en de reactie daarop van de taxichauffeurs. Taxiorganisaties en -platforms werden opgeroepen de rust te bewaren, niet de confrontatie te zoeken en zich niet te laten provoceren. Ook werd besproken of de wedstrijd alsnog verboden kon worden. De conclusie luidde dat de juridische basis hiervoor ontbrak en dat het tot meer onrust kon leiden met zoveel supporters al in de stad. Er werd ook contact gelegd met de gemeente Alkmaar en de NS om te zien of men Fenerbahçe-fans (de Turkse club Fenerbahçe speelde die avond in Alkmaar) in Alkmaar kon houden, maar dat plan bleek onhaalbaar.
De politie begeleidde om 17.30 uur circa duizend Maccabi-fans van de Dam naar het Centraal Station. Daar stonden gereserveerde metrostellen klaar om de supporters naar het voetbalstadion te brengen. Aan het einde van de middag vond de aangekondigde pro-Palestina-demonstratie op het Anton de Komplein plaats, waarbij de ME meerdere malen optrad. Na afloop van de wedstrijd om 23.00 uur bleef het rondom het stadion rustig en verwachtte de politie confrontaties in het centrum. Rond middernacht liep een grote groep Maccabi-supporters in het gebied rond de Dam. Een deel van de fans had stokken in de hand en pleegde vernielingen. Daarna ontstonden problemen door kleine groepen relschoppers in de binnenstad en aangrenzende buurten. Zij pleegden gewelddadige hit-and-run acties gericht tegen Israëlische supporters en uitgaanspubliek. De politie besloot de veiligheidsrisicogebieden uit te breiden met enkele hotels en de periode te verlengen. Ook verzamelde de politie kleine groepjes Maccabi-supporters en begeleidde ze naar hun hotel. Rond 1.30 uur namen de meldingen over straatgeweld snel af.
De Israëlische ambassadeur nam contact op met de burgemeester omtrent de situatie rondom de hotels. De politie ontving berichten van hotels met Israëlische supporters waar een grote groep mensen voor de deur zou staan om de fans op te wachten. De politie ging kijken maar trof vrijwel niemand aan. Om 2.45 uur belde de ambassadeur om te melden dat de situatie veel woede veroorzaakte in Israël en dat leden van de regering van plan waren om naar Nederland te komen. Om 3.00 uur, na mislukte pogingen om premier Schoof te bereiken, benaderde de burgemeester minister van Justitie David van Weel. Bij een nieuwe bijeenkomst van de driehoek om diezelfde tijd werd bekend dat er signalen waren dat het om een "Jodenjacht" ging en dat mensen werd gevraagd naar hun nationaliteit.
Op vrijdag om 5.00 uur gaf de ambassadeur aan dat hij meldingen kreeg van vermissingen, tegelijkertijd bood de burgemeester het gemeentelijk crisiscentrum aan voor de coördinatie van de hulp en repatriëring. Om 7.00 uur werd premier Schoof bijgepraat. Om 11:00 uur werd besloten tot het instellen van een noodverordening en een veiligheidsrisicogebied.
De driehoek bereidt een onafhankelijk onderzoek voor naar de gebeurtenissen, de voorbereidingen en het optreden van de autoriteiten. Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid onderschreef de noodzaak hiervan in een brief aan de Tweede Kamer. 'Het is belangrijk dat we leren hoe deze afschuwelijke nacht heeft kunnen plaatsvinden en dat we voorkomen dat zoiets ooit nog in Nederland plaatsvindt.'
Spoeddebat Amsterdam[bewerken]
De gemeenteraad van Amsterdam hield op dinsdag 12 november een spoeddebat. Burgemeester Halsema schreef vooraf in de raadsbrief: 'Wat er is gebeurd, is het gevolg van een giftige cocktail van antisemitisme, hooligangedrag en woede over de oorlog in Palestina en Israël, en andere landen in het Midden-Oosten.' JA21 diende een motie van wantrouwen in tegen burgemeester Halsema, maar deze kreeg geen steun van de andere raadsfracties.
Tweede Kamerdebat[bewerken]
De Tweede Kamer debatteerde op woensdag 13 november in een zitting van dertien uur over de geweldsincidenten in Amsterdam. Minister-president Dick Schoof maakte duidelijk dat harde maatregelen zullen worden getroffen om antisemitisme te bestrijden. ‘Het existentiële gevoel van onveiligheid en angst in de Joodse gemeenschap’ was hem bijgebleven nadat hij sprak met Joodse Nederlanders. ‘Hoe mensen voortdurend op hun hoede zijn. Hoe ze er steeds vaker voor kiezen er zo min mogelijk Joods uit te zien. Laten we het erover eens zijn dat dit echt niet kan en mag.’
In het debat kwam het afpakken van de nationaliteit, een vergaande maatregel, aan bod. Dit kan alleen bij inwoners met een dubbele nationaliteit die veroordeeld zijn voor een terroristisch misdrijf. Hier valt antisemitisch geweld niet onder waardoor eerst een wetswijziging noodzakelijk is. Schoof noemde dit ‘voorstelbaar’ en zegde toe te onderzoeken of de wet uitgebreid kan worden.[22] Het voornemen staat ook in het regeerakkoord van de coalitie.
Buitenlandse reacties[bewerken]
- Israël: De Israëlische president Yitzhak Herzog omschreef het incident om 7:21 uur als een antisemitische pogrom tegen Maccabi-fans en Israëlische burgers.[23] Ook de premier van Israël, Benjamin Netanyahu, veroordeelde de aanslagen en zei op X op 8 november: "Dit zijn de ware gezichten van het radicale terrorisme waar we tegen vechten. De westerse wereld moet nu wakker worden!". In een X bericht op 10 november zag hij een duidelijke antisemitische lijn tussen de gewelddadigheden en het onderzoek van het Internationaal Gerechtshof naar oorlogsmisdaden, beide op Nederlands grondgebied.[24] Buitenland minister Gideon Sa'ar kwam aan het einde van die vrijdagmiddag aan op Schiphol en werd daar opgewacht door minister van justitie David van Weel (VVD) en had een half uur later ook een ontmoeting met PVV fractieleider Geert Wilders. In eerste instantie was er sprake van dat Israel twee vliegtuigen naar Nederland zouden sturen. Dat plan ging na overleg met Nederland niet door. Wel gaf El Al aan extra vluchten naar Amsterdam te sturen.
- Verenigde Staten: De Amerikaanse president Joe Biden noemde in een bericht op X de "antisemitische aanvallen" op Israëlische voetbalfans "verachtelijk" en betitelde ze als de "echo's van donkere momenten uit de geschiedenis".[25]
- Europese Unie: De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen verklaarde ‘woedend’ te zijn over de ‘walgelijke aanvallen tegen Israëlische burgers in Amsterdam’.
- Duitsland: De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock verklaarde: "De beelden uit Amsterdam zijn vreselijk en beschamend voor Europa. De uitbarsting van geweld tegen Joden gaat alle perken te buiten. Hier is geen rechtvaardiging voor." Ook de Duitse premier Scholz reageerde: "Iedereen die Joden aanvalt, valt ons allemaal aan. Joden moeten zich veilig kunnen voelen in Europa."
- Frankrijk: De Franse president Emmanuel Macron reageerde via X met "Het geweld tegen Israëlische burgers in Amsterdam herinnert aan de meest beschamende uren uit de geschiedenis."[26] Twee dagen later kondigde Macron aan aanwezig te zullen zijn bij de Nations League wedstrijd tussen Frankrijk en Israël in Parijs "uit solidariteit" vanwege de incidenten in Amsterdam.[27]
Dit artikel "Gewelddadigheden in Amsterdam (november 2024)" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Gewelddadigheden in Amsterdam (november 2024).