Albert Bockstael
Albert Bockstael
| ||||
Bockstael in de jaren '70
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 9 september 1898 | |||
Geboorteplaats | Anderlecht | |||
Overleden | 18 november 1989 | |||
Overlijdensplaats | Antwerpen | |||
Land | België | |||
Beroep | poëet, illustrator, filosoof, schilder | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1924-1985 | |||
|
Albert Bockstael (Anderlecht, 9 september 1898 - Antwerpen, 18 november 1989)[1] was een Belgisch kunstenaar die actief was als poëet, filosoof, illustrator en schilder. Zijn kunst werd door de Dictionnaire des Peintres Belges gedefinieerd als mystiek en poëtisch.[2] Hij creëerde een kosmische atmosfeer met humanistische onderwerpen. Het oeuvre is tegelijkertijd idealistisch en realistisch.
Levensloop[bewerken]
Jeugd[bewerken]
Bockstael werd geboren net voor de 20ste eeuw. Door familiaal dramatische omstandigheden groeide hij als tiener op bij zijn grootvader, Emile Bockstael, toenmalig burgemeester van Laken. Deze stuurde hem vanaf de humaniora naar een hoogwaardig pensionaat. Rond zijn 17 raakte Bockstael bevriend met beeldhouwer, Henri Puvrez.
Op 18-jarige leeftijd ging hij naar de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel waar hij bevriend werd met René Magritte en Victor Servranckx. Het artistieke trio deelde een atelier tijdens hun studentenjaren op de zolder van Maison du Cygne in hartje Brussel op de Grote Markt. Dankzij V. Servranckx ontwierp hij talloze patronen voor het internationaal bekende behangpapierfabriek Les Usines Peters-Lacroix, ook gekend als U.P.L., in Haren. Met Magritte bleef hij in contact via briefwisseling waarin Magritte zijn diepe bewondering voor de werken van Bockstael laat blijken.[3]
Tijdens hun studies werd Brussel bezet door de Eerste Wereldoorlog en werd zijn vrijheid al op zeer jonge leeftijd ontnomen, hij onderging een deel van de oorlog als gevangene. Hierdoor zijn fascinatie voor de essentie van het leven: het brood en de vrijheid. Ondanks zijn aristocratische afkomst koos hij ervoor om na zijn vrijlating als matroos op de handelsvloot te werken. De invloed van deze periode is duidelijk zichtbaar in de thema's van zijn beginjaren als kunstenaar.
Interbellum[bewerken]
In 1924 vestigde hij zich definitief in havenstad Antwerpen, dat hij ontdekt had als matroos. Daar bouwde hij zijn gezinsleven verder uit met zijn vrouw Palmyre, hun drie kinderen en twee honden. Toch had hij ook nood aan een rustige, afgelegen plek om aan zijn oeuvre te werken. Hij bouwde aan de oevers van de Rupel in Wintam een atelier op de restanten van een verlaten kippenhok. Aangestrande materialen uit de Rupel ontving hij als een geschenk met open armen en geest. Hij toverde het atelier om tot een volwaardig weekendverblijf. Hij noemde het "TolNuts", waarbij Tol verwijst naar het betalen van tol. Nuts refereert naar de historische uitspraak van de Amerikaanse officier, Douglas McArthur, hij zei tijdens WOII “Nuts” tegen een Duitser die hem vroeg om zich over te geven. Op deze, voor hem heilige plek, verkoos hij om al zijn vrije tijd solitair en met hart en ziel aan zijn oeuvre te werken. Daarnaast oefende hij zijn job als publicist bij Rizla uit, waar hij tot 81-jarige leeftijd bleef werken.[4]
Samen met Auguste Oleffe, Henri Logelain en Philibert Cockx maakte Bockstael deel uit van het schildersatelier l'Effort, opgericht door Hubert Bellis.
Op 36-jarige leeftijd stelde hij al internationaal tentoon in Galerie Zak te Parijs, het begin van het succes van Bockstael als schilder.
Bockstael leerde in 1934 dichters Georges Linze en Achilles Chavée kennen en werd deel van de artistiek-literaire beweging, Groupe d'Art moderne de Liège. Zo ontmoette hij ook Valerius De Saedeleer, kunstschilder en één van de grondleggers van de Latemse Scholen, waar hij geregeld mee discussieerde. Linze en Chavée vroegen hem later om mee te werken aan hun publicaties, waaronder het internationaal bekende tijdschrift Anthologie van G. Linze.
Rond deze periode werkte hij ook mee aan het literair tijdschrift Tribune van Jean Groffier.
Galerist Geert Van Bruaene, vriend van Paul van Ostaijen, nodigde Bockstael in 1939 een paar maal uit om te exposeren in Brussel.
De literaire beweging, l’Horizon Nouveau wijdde een editie in hun tijdschrift van juni ’39 aan Albert Bockstael. Een jaar later werd hij als krijgsgevangene wederom vastgezet, deze keer in Duitsland tijdens WO II. Daar schreef hij zijn eerste geïllustreerde poëziebundel, La Belle Journée, uitgegeven door Editions l’Horizon Nouveau, de uitgeverij van diezelfde beweging in Luik.
Deze publicatie zette de toon voor Bockstael als illustrator binnen de literaire scène. Hij tekende in 1943 de illustraties van Cormidor en La Paroisse Eblouie, twee romans van Jules Gille.
Jean Boon vroeg hem om meerdere dichtbundels te vergezellen met zijn wonderlijke beeldtaal. Hij is onder andere te zien in Les Chansons Bohèmes en Andante Amoroso.
In 1945 werd hij gepubliceerd in de eerste uitgave van het wekelijkse surrealistische tijdschrift, Le Ciel Bleu, waar René Magritte, Wassily Kandinsky, André Breton, Lewis Carroll en veel anderen in voorkwamen.
Naoorlogse periode[bewerken]
Tussen de jaren ’54 en ’70 stelde hij meerdere malen (inter)nationaal tentoon in galerijen te Luik, Antwerpen, Brussel, Parijs, Stuttgart, München, Düsseldorf, Milaan en Hongkong. In het begin van die periode werkte hij één van zijn meesterwerken af, de Toren van Babel. Dit werk komt voor in Eros du Dimanche, een boek van kunstcriticus, Anatole Jakovsky.
Tussen het maken door van zijn vaak uiterst gedetailleerde schilderijen, tekeningen en poëzie nam hij ook nog steeds opdrachten aan als illustrator. In 1952 tekende hij voor André Sarmate’s dichtbundel Les Savoyardes.
Tijdens de tentoonstelling in 1961 in het Congrespaleis van Luik werd zijn bekende schilderij Bonheur aangeschaft door de stad Luik. In datzelfde jaar werd een aflevering aan hem gewijd op het toenmalig, Belgisch televisiekanaal B.R.T.: “Op bezoek bij Bockstael”.
In 1969 werd hij bekroond met de Prix d’Illustration de l’Ecole d’Art de Florenville. Twee jaar later wint hij de Theo Vonckprijs voor rijpe figuratieve kunst.[5]
Vijftig jaar na zijn eerste schilderij presenteerde hij nog een meesterwerk. Commedia Umana Xxe eeuw is een unicum in de kunstgeschiedenis en ongetwijfeld zijn hoogtepunt als kunstenaar.[6] Dit tafereel is zo gedetailleerd en complex dat er een analytische verhandeling over werd geschreven door René Gerbault, L'univers Archetypique d'Albert Bockstael. Deze schepping werd voor het eerst in 1973 onthuld aan het grote publiek op zijn retrospectief in het Marcel Peeters Centrum te Antwerpen samen met 130 anderen tekeningen en schilderijen. Tijdens de lente van datzelfde jaar werd dit visionair beeld voorgesteld op de Vlaamse televisie in het cultureel programma Zoeklicht.
Samen met tijdgenoten Aglane, Jan Bulens, Jean-Jacques Gaillard, Elisabeth Geurden, Horst-G. Loewel en Aubin Pasque vertegenwoordigde Bockstael België op de biënnale van Düsseldorf in 1974.
Bockstaels werk werd verkocht aan de Belgische staat, het Museum voor moderne en hedendaagse kunst (Luik), het congrespaleis te Luik, het Gemeentekrediet van België en door talrijke Belgische, Duitse, Franse, Israëlitische, Zwitserse en Amerikaanse verzamelaars.
Stijl[bewerken]
Albert Bockstael was een ideeënschilder. Hij kopieerde de realiteit niet, hij verbeeldde het onzichtbare en verwerkte het dagdagelijkse in een poëtische jas. Hij bestudeerde en filosofeerde over de menselijke soort, de Creatie, kosmische harmonie, enzovoort.
In de beginperiode verklaarde kunstcriticus Paul De Hasse zijn stijl als Bockstaeliaans Expressionistisme, terwijl Bockstael duidelijk niet tot de expressionisten behoorde en op zoek was naar zijn eigen stijl. Zijn vroege werken hebben eerder een kubistische vormtaal en een naïeve sfeer, terwijl Bockstael toch sterk van de naïeven verschilde van idee door zijn bewuste omgang met de realiteit tegenover de meer spontaan, onbewuste stijl van de naïeven.
Na de oorlog begon hij intens gebruik te maken van symboliek en archetypen zoals de surrealisten, toch werkte hij eerder mystiek en tegelijk realistischer dan zijn surreële tijdgenoten.
Huis Hellemans beschrijft zijn stijl in 1983 voor het eerst als mystische poëzie. Met precisie afgebeeld doopt hij het gewone leven in het fantastische van de droom, vol symboliek en poëzie, vertaald op doek en papier met een kritische bril op de maatschappij. Nu is pas duidelijk, als we kijken naar zijn onderwerpen, dat hij een waar visionair was. Al is het moeilijk om één enkel etiquette op hem te plakken volgens kunstcriticus Theo Vonck. G. Matthijs spreekt zelfs over Bockstaelisme, een -isme die nog onbegrepen is.
Door het intensief gebruik van kleur, die hij zelf mengde in zijn atelier, schilderde hij met een sterk sensoriële gevoeligheid. Hij paste ook een vernieuwend gebruik van perspectief toe, eerder vanuit een poëtisch standpunt en niet volgens de academische traditie. Zijn oeuvre gaat van heel kleine naar tot het plafond reikende werken. Vaak bevatten ze een boodschap en de titels geven meestal een poëtische meerwaarde aan het werk. Ze zijn een mogelijke sleutel tot de betekenis die de kunstenaar zelf aan zijn creaties gaf.
Oeuvre[bewerken]
Publicaties[bewerken]
- La Belle Journée, Albert Bockstael; voorwoord door J.-P. Bonnami, Editions l'Horizon Nouveau, Luik 1942
- Commedia Umana Xxe, Albert Bockstael; voorwoord door T. Vonck, 1973
- Ami notre Bonheur, Albert Bockstael, Editions Wastiau-Jeukens, Brussel 1976
Illustraties[bewerken]
- Problème d’un Art Nouveau, Anthologie no 4, G. Linze, illustratie door A. Bockstael, “Le jeune homme et les bonnes bêtes”, 1939
- Cormidor, Jules Gille, illustraties door Albert Bockstael, 1943
- Chansons Bohèmes, Jean Boon, illustraties door Albert Bockstael, 1944
- Andante Amoroso, Jean Boon, illustraties door Albert Bockstael, 1944
- Les Savoyardes, André Sarmate, illustraties door Albert Bockstael, 1952
- Au Bout de la Route: Poemes et Prefaces, voorwoord door R. Moirant; A. Jaumotte, P. Hubermont, J.-M. Horemans, J.-G. Linze, G. Linze, P. Dresse, R. Poulet, H. Barbusse, Y. Benoiste-Gironiere, A. Bologne-Lemaire, M. Carême, M. Etienne, A. Haulot, F. Hellens, illustraties door E. Scauflaire, Horn, A. Bockstael, J. Koenig, 1965
- Les Memoires de Dieulepere, Moirant, voorwoord door G. Linze, illustraties door A. Bockstael, Editions Malgrétout, Brussel, 1974
- A Cheval de l’Amateur au Professionnel, E. De Loménie, cover illustratie van A. Bockstael, Editions Malgrétout, Brussel, 1974
Schilderijen[bewerken]
- De Toren van Babel, olieverf op canvas, 1m32 x 2m10 (1959)
- Commedia Umana, olieverf op canvas, 1m31 x 2m20 (1973)
Catalogus[bewerken]
- Malerei, Regionalmuseum Neubrandenburg, tentoonstellingscatalogus, 2009
Erkenningen[bewerken]
1969 - Prix d’illustration de l’école d’Art de Florenville.
1971 - Theo Vonckprijs voor rijpe figuratieve kunst.[5]
Tentoonstellingen selectie[bewerken]
1934 - Galerie Zak, Parijs
1939 - Galerij Le Diable par la queue (L’agneau moustique), G. Van Bruaene, Brussel
1947 - La Maison de Seigneur, Genval
1946 - Galerij Le Diable par la queue (L’agneau moustique), G. Van Bruaene, Brussel
1949 - De grote boekhandel, Antwerpen
1954 - Galerij Le Diable par la Queue (L’agneau moustique), G. Van Bruaene, Brussel
1954, ‘57 - Galerij Au cheval de verre, Pierre Della Faille, Brussel
1957 - De Toonzolder, Antwerpen
1960 - Galerij K. Middelheimpark, Antwerpen
1961 - Congrespaleis, Luik
1963, ’64, ’65, '66, ’70, ’72, ’75, '83 - Galerij Campo, Antwerpen Meir 47
1964 - Galerie Senatore, Stuttgart, Duitsland
1964, ‘69 - Galerij Gebo, Antwerpen
1967 - Nouvelle Galerie L'Escalier, Brussel
1967 - Galerie Jean Baudoux. Liège.
1969 - Galerij De Zolder, Willebroek
1972, '73, '75 - Galerij van de XXe Eeuw, Antwerpen
1972, ‘74 - Martini Center, Brussel
1973 - Galerij van de XXe Eeuw, GroepstentoonstelIing met Octave Landuyt, Aubin Pasque, Jean-J. Guillard, D'Havé, Antwerpen
1973 - Marcel Peeters Centrum, Antwerpen
1973, ’75 - Maison de la Culture Les Chiroux, Luik
1974 - La Maison de I'Amérique Latine, Brussel
1974 - IKI ’74-4, Internationale actuele kunstbeurs, Düsseldorf
1974 - lnternationaal Salon van actuele Kunst, Groepstentoonstelling, Brussel
1975 - Màhler-Besse & Co., Groepstentoonstelling, Antwerpen
1977 - Huis Hellemans, Edegem
1978 - Standaard Galerij, Antwerpen
Externe links[bewerken]
Op de Franstalige Wikipedia te raadplegen;
- Dictionnaire des peintres belges
- Atelier l'Effort en Tijdschrift Fantasmagie
- Enkele personen die van invloed waren op Bockstaels leven: Henri Puvrez, Georges Linze, Jean Groffier, Anatole Jakovsky, Aubin Pasque.
Op de Engelstalige Wikipedia te raadplegen:
Bronnen
Voetnoten en referenties
|
Scriptfout: de module "Authority control" bestaat niet.
Dit artikel "Albert Bockstael" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Albert Bockstael.