Cavaliers´ dismissal´
De 'cavaliers´ dismissal' is een minder bekende drogreden die in 1984 werd geidentudiceerd, benoemd en beschreven daar de [[Canada|Canadees]-Amerikaanse protestantse [[theologie|theoloog], filosoof Don Carson.
== Bijbelstudies Carsons beschrijving van deze drogreden verscheen in zijn werk Exegetical Fallacies eerste druk 1984, tweede druk 19960, in dit boek biedt hij moderne verklaringen van door hem als theoloog opgemerkte betwistbare interpretaties in het onderwijs omtrent de oude degrammaticale, linguïstieke, culturele, theologische en historische aspecten en facetten van Bijbelstudies. Dit zowel ten behoeve van wetenschappelijke verhandelingen door theologen en specifieke kenners van de drie Bijbelse talen: het (Hebreeuws (de meest gebruikte taal van de Bijbel in het christendom die in het Oude Testament uit het Joodse geloof overgenomen en [[adaptatie (literatuur)]geadapteerde]] boeken van de Thora en Tenach), het Koine-Grieks en het Aramees (de taal waarin enkele eveneens door het christendom uit het Joodse geloof overgenomen Bijbelboeken deels geschreven zijn, zoals Ezra [1], Daniel [2] en in Jeremia[3] en diverse eigennamen en afzonderlijke woorden en zinnen her en der verspreid in zowel het Oude als het Nieuwe Testament]].
Deze studies betreffen het debat over diverse opvattingen over de betekenis(sen) van bepaalde bekritiseerde passages van passages die zijn vertaald uit genoemde drie Bijbelse talen.
De drogreden cavalier´s dismissal[bewerken]
In Exegetical Fallacies onderzocht Carson voorkomende interpretatiefouten en misvattingen met betrekking tot Bijbelstudies, de Bijbelse talen en hun grammatica, logica en geschiedenis. Hij schetste het belang van het onderzoek en noteerde de bijdragen die hij verwachtte dat het boek zou leveren aan het hermeneutische begrip van de lezer. In dit werk komt Carson tot een uitgebreide inventarisatie drogredenen of denkfouten, waaronder de door hemzelf als zodanig benoemde cavalier´s dismissal (letterlijk: arrogante verwerping): daarbij wordt door degene die zich daarvan bedient gesteld als zou een bepaald standpunt een discussie zogenaamd onwaardig, önzin of elachtelijk"etc. zijn, waarmee diegene dan zichzelf meent te kunnen ontslaan van het leveren van een beweerd bewijs of beweerde weerlegging. Dit ofschoon dit echter juist de meest wezenlijke basisregel is bij discussies.
Carson ging vervolgens verder met het hoofdgedeelte over drogredenen en denkfouten bij het bestuderen van woorden. In deze sectie schetste hij veelvoorkomende exegetische fouten met betrekking tot semantiek. Specifieke fouten die door de auteur zijn geanalyseerd, zijn onder meer semantische anachronismen,het zich beroepen op onbekende of onwaarschijnlijke betekenissen, onzorgvuldig beroep op achtergrondmateriaal, verbale parallellomanie, koppeling van taal en mentaliteit, valse aannames over technische betekenis, problemen rond synoniemen en componentiële fouten, analyse, selectief en bevooroordeeld gebruik van bewijsmateriaal, ongerechtvaardigde semantische disjuncties en beperkingen, ongerechtvaardigde beperking van het semantische veld, problemen met betrekking tot de Semitische achtergrond van het Griekse Nieuwe Testament, ongerechtvaardigde verwaarlozing van onderscheidende eigenaardigheden van een corpus, en ongerechtvaardigde koppeling van betekenis en referentie. De auteur sloot het gedeelte af met een discussie waarin het belang, de rol en de uitdagingen van het onderzoeken van de context van bijbelse woorden werden geanalyseerd.
in de sectie over grammaticale drogredenen analyseerde Carson de flexibiliteit van het Grieks in het Nieuwe Testament, drogredenen of denkfouten die verband houden met verschillende tijden en stemmingen, drogredenen die verband houden met verschillende syntactische eenheden, en het potentieel voor hernieuwde precisie bij het omgaan met grammatica.
In de sectie waarin de drogredenen of denkfouten worden onderzocht die verband houden met verschillende tijden en stemmingen, onderzocht Carson fouten die verband houden met de aoristustijd, de conjunctief van de aoristus in de eerste persoon en de middle voice.Naast het actieve en passieve kent de Engelse taal immers ook fenomeen dat bekend staat als de middenstem, soms chiquer ‘het mediopassieve’ genoemd. De middelste stem komt voor wanneer het onderwerp van de zin het zelfstandig naamwoord of de zelfstandig naamwoordgroep is waarop wordt gereageerd, maar er zijn geen attributen van het passieve, zoals het hulpwerkwoord.
In de sectie waarin fouten werden onderzocht die verband houden met verschillende syntactische eenheden, onderzocht Carson voorwaardelijke bepalingen, voorlopige overwegingen met betrekking tot het artikel, de Colwell-regel en andere gerelateerde zaken die verband hielden met het artikel, en de relaties tussen tijden.
In het derde grote deel van Exegetical Fallacies waarin logische denkfouten worden onderzocht, gaf Carson een inleidend deel over de aard en universaliteit van logica. Dit gedeelte wordt gevolgd door een selecte lijst met logische denkfouten.
Tot de door hem onderzochte logische fouten behoren onder meer valse disjuncties, het onvermogen onderscheid te maken, een beroep te doen op selectief bewijsmateriaal, onjuist gehanteerde syllogismen, negatieve gevolgtrekkingen, verwarring over het wereldbeeld, misvattingen bij het formuleren van vragen, ongegronde verwarring van waarheid en precisie, puur emotionele oproepen, ongegronde generalisatie en overspecificatie, ongegronde associatieve sprongen, valse verklaringen, de non-sequitur, de cavalierś dismissal, drogredenen gebaseerd op dubbelzinnige argumentatie, ontoereikende analogieën, misbruik van de term ‘duidelijk’ en soortgelijke uitdrukkingen, en een simplistisch beroep op autoriteit.
Bron[bewerken]
Carson, D. A., Exegetical Fallacies, 2nd Ed.Grand Rapids, Michigan: Baker Books, 1996; ISBN 978-0-8010-2086-5
Bronnen, noten en/of referenties |
Dit artikel "Cavaliers´ dismissal´" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Cavaliers´ dismissal´.