Frederica Camper

Frederica Camper (Klein Lankum, 29 maart 1799 - Hillegom, 15 april 1834), voluit Frederica Theodora Ernestine Camper, was een Nederlandse dagboekschrijfster. Ze was de dochter van Theodora Aurelia, gravin van Limburg Stirum en Adriaan Gilles Camper, die zoon was van de bekende botanicus Petrus Camper. Van haar vader leerde zij tekenen en schilderen.

Op 9 mei 1821 trouwde ze met de botanicus en chemicus Jacob Gijsbert Samuel van Breda, die hoogleraar was in achtereenvolgens Franeker, Gent en Leiden. Camper vergezelde haar man toen hij voor het vervaardigen van een geologische kaart van Zuid-Nederland op reis ging. Tijdens deze reizen maakte zij aantekeningen en tekeningen van de aangetroffen geologische terreinen, fossielen en gesteenten; er zijn overigens geen tekeningen bekend die aan Camper toegeschreven kunnen worden. Ook ging Camper mee op de reizen die haar echtgenoot maakte naar Frankrijk, Duitsland en Engeland.

Tijdens de Belgische Opstand in 1830 moesten Camper en haar echtgenoot Gent snel verlaten. Toen zij een jaar later terugkeerden om hun eigendommen mee te nemen, werd het echtpaar bijna gearresteerd.

Het echtpaar bleef kinderloos; de drie kinderen die werden geboren, overleden bij de geboorte.

In 1834 overleed Camper, die al haar hele leven een zwakke gezondheid had. Haar echtgenoot roemde in een necrologie haar schoonheid, haar geest en het gemak waarmee ze zich binnen gezelschappen bewoog.