Harry Kleyn
Harry Kleyn (Sigli, Atjeh, Nederlands-Indië, 9 juli 1916[1] – Amsterdam, 7 november 1983[2]) was een Amsterdams fotograaf uit Nederlands-Indië.
Leven en werk[bewerken]
Harry Kleyn was de zoon van Louis Kleyn (Leiden), bankmanager in Nederlands-Indië en de Atjehse vrouw die hij bij haar koosnaam Bibi noemde. Hij was in Indië ook initiatiefnemer van het Indo-Europeesch Verbond (IEV) op Java (Indramajoe).
Kleyn bracht zijn zoon Harry in de zomer van 1928 - de Olympische Spelen waren in volle gang - naar Nederland om in Amsterdam naar de HBS te gaan. In 1934 rondde hij de praktijkopleiding tot fotograaf bij Fotoatelier M.H. Laddé (zwager van J. Merkelbach) af. Daarna ontwikkelde hij zich tot een veelzijdig fotograaf. In deze vroege jaren bouwde Harry tevens een grote collectie mode-tekeningen en handgekleurde foto’s op. In de tijd dat kleurenfotografie niet of nauwelijks bestond, legde Harry zich toe op het met de hand kleur aanbrengen in zwart-wit foto's. Er ontstond een grote collectie handgekleurde afdrukken. Een deel van deze kostbare kunstverzameling is bewaard gebleven.
Tussen 1937 en 1940 was hij bedrijfstechnisch fotograaf bij Van Leer’s Vatenfabriek. Daarna was hij gedurende 14 jaren in dienst bij de Koninklijke Hoogovens als industrieel fotograaf, waar hij als chef-fotograaf verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van de fototechnische afdeling.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest hij onderduiken. Volgens de overlevering maakte hij toen illegaal pasfoto’s ten behoeve van ‘nieuwe’ persoonsbewijzen.
Vanaf 1954 maakte hij vanuit zijn eigen bedrijf IPIM (International Photography for Illustrated Magazines) waarmee hij zich als vakfotograaf in 1940 bij de Kamer van Koophandel had ingeschreven, een enorm oeuvre aan artistieke zwart/wit-foto’s. Geliefde onderwerpen: zijn vrouw en muze Thecla, portretten, bloemen en bomen, ballet, en vooral Amsterdam en Holland. Hij ging op reportage naar verschillende Europese landen. Toen maakte hij ook foto’s voor ansichtkaarten in opdracht van het bedrijf Jos-pé (prentbriefkaartuitgeverij 1925-1983).
In 1962 werd hij chef fotoredacteur van de Geïllustreerde Pers (GP). Gedurende 13 jaren werkte hij als leidinggever aan het uitbouwen van de fototechnische afdeling. Reeds eerder, vanaf 1958, produceerde hij in opdracht van de GP voor het tijdschrift Romance een reeks fotoromans. De verhalen speelden zich voornamelijk in Amsterdam af. Hij was pionier, de eerste in Nederland die beeldromans produceerde. Hij was de ontwerper, de regisseur en de fotograaf, en deed de lay-out.
De GP was de uitgever van tijdschriften als Margriet, Revue, Viva en Avenue. In het souterrain van het pand aan de Stadhouderskade bevond zich de fotostudio, een legendarische broedplaats en voor hem tevens de plek van intensieve artistieke uitwisseling met tijdgenoten als Wina Born, Ed van der Elsken, Paul Huf, Sem Presser, Kees Scherer en Joop Swart. Harry maakte er ontelbare foto’s. Deze verschenen ‘met de onzichtbare hand’ (zonder naamsvermelding) in de bladen. Zoals dit ook gebeurde bij de Hoogovens. Publicaties 'met de onzichtbare hand' waren toen nog geaccepteerd. De wet op het auteursrecht is van veel later datum.
In 1975 vestigde Harry zich weer als zelfstandig fotograaf. Van Baerlestraat 7 met zijn studio met lab werd een steeds levendiger ontmoetingsplek voor kunstenaars; vrienden en verwanten.
Harry trouwde in 1942 met Thecla Niehe. Zij was toen al bijna zeven jaar zijn model en muze. Ze kregen twee kinderen; dochter Vivian (1946) en zoon Louis (1948). In 1943 huurde hij het bovenhuis Van Baerlestraat nr. 7 (een pand anno 1877), waar het gezin woonde en waar Harry zijn atelier en laboratorium had. Hij woonde en werkte er 40 jaar lang. In de buurt waren veel kunstenaars en couturiers gevestigd, zoals de beeldhouwer Han Wezelaar (wiens werk Harry veelvuldig vastlegde), televisieregisseur Erik de Vries met danseres Hans Snoek (oprichtster Scapino Ballet) en de couturiers Dick Holthaus, Frans Molenaar en Fong Leng. De studio van Harry was een artistieke ontmoetingsplaats. Harry’s vrouw Thecla had daarin ook een belangrijke rol. Zij organiseerde mede modeshows, voor onder anderen de couturier Ferry Offerman, werd medebestuurder van de - ook in de Van Baerlestraat gevestigde - modeopleiding Charles Montaigne (de latere Hogeschool AMFI) en zij runde in de avonduren een balletstudio in het atelier.
In 1979 ondernam Harry samen met Thecla een reis naar Indonesië, waar hij het graf van zijn vader († 1932) in Bandoeng bezocht. Op de terugreis via Singapore schafte hij camera's, lenzen en telelenzen aan. Dit opende voor hem de mogelijkheid tot nieuwe fotografische experimenten. Op 3 maart 1980 vonden in de Van Baerlestraat heftige rellen plaats. De politie bestreed met pantservoertuigen en waterkanonnen de bezetting door krakers van een pand aan de Vondelstraat. Harry had een voor anderen niet toegankelijk en uniek gezichtspunt vanaf het dak van zijn huis. Dit resulteerde in vele bijzondere opnamen.
1983, maandag 7 november: Harry overlijdt, bijna thuis, aan een hartstilstand, in het zicht van zijn leef- en werkplek.[3]
Indisch[bewerken]
Bekwaam, doch steeds zeer bescheiden. Hierin herkent men zijn Indische aard. In zijn kunstenaarschap is de Indische hand steeds duidelijk aanwezig.
Baanbrekend[bewerken]
In een aantal opzichten was Harry Kleyn als fotograaf baanbrekend.
- Grondlegger van foto-beeldverhalen in Nederland (1958-1962), Romance, Geïllustreerde Pers.
- Hij experimenteerde met de lijnlitho-methode (de grenzen opzoeken van een scherp zwart/wit)[4], in zijn tijd een geheel nieuwe en innovatieve artistieke prestatie. Deze fotowerken waren onder meer te zien op de tentoonstelling ter gelegenheid van ‘Amsterdam 700’ in het Van Gogh Museum.
- Hij onderzocht de mogelijkheden van de abstracte fotokunst in zwart/wit met opmerkelijke resultaten; o.m. in 'Photoshop' avant la lettre en de lumografie-techniek.
- Zijn industriële fotografie maakte hij geschikt om te documenteren, een toepassing die in die tijd in opkomst was. Met name voor het vastleggen van bedrijfshistorie - van onder meer Van Leer's Vatenfabrieken, de Hoogovens en De Nederlandsche Bank.
Tentoonstellingen[bewerken]
Solo-exposities[bewerken]
- Hoogovens (1953)
- Airport Schiphol Frommer (1976)[5]
- Mode Academie Charles Montaigne (postuum, 1987).
Deelname aan[bewerken]
- Arti et Amititiae, Amsterdam, vijfmaal deelname aan de tentoonstellingen (1947/1960)
- Chicago, zevenmaal deelname aan de jaarlijkse International Exhibition (1948/1955)
- Johannesburg, Twelfth South African Salon of Photography (1948)
- Havana, Salon Internacional de Arte Fotografico (1949)
- Van Gogh Museum (1975), tentoonstelling ter gelegenheid van Amsterdam 700.[6]
Prijzen[bewerken]
- Onderscheiding, 2e prijs Stichting Amsterdam-Rijnkanaal ter gelegenheid van de opening van dat kanaal (1952).
- Onderscheiding, 3e prijs voor zijn lijnlitho-methode, wegens nieuwe artistieke prestatie – expositie Van Gogh Museum (1975).
Publicaties[bewerken]
Harry Kleyn, Amsterdams fotograaf uit Indië, een monografie met ca. 150 foto's, 2019. Sous double signature Vivian en Louis Kleyn (uitgeverij IPIM, 150 blz. ISBN 9789081984324, nur-code 652.).
Lidmaatschappen[bewerken]
- Nederlandsche Fotografen Patroonsvereniging (vanaf 1941)
- Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten, NVF (vanaf 1962)
- Arti et Amicitiae, Amsterdam
- De Kring, Amsterdam
- Gkf, Beroepsvereniging van Fotografen.
- Het Fotografengilde (vanaf 1941)
Nalatenschap[bewerken]
Het archief van Harry Kleyn bevindt zich in zijn atelier te Amsterdam en wordt vooralsnog beheerd door de erven Vivian en Louis Kleyn. Diverse van zijn foto's zijn tevens ondergebracht in openbare collecties: het Amsterdams Gemeentearchief, het Utrechts Archief en het archief van Spaarnestad (dit laatste archief is opgenomen in het gedigitaliseerde Nationaal Archief).
Dit artikel "Harry Kleyn" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Harry Kleyn.