Heerlijkheid Arenborg
De Heerlijkheid Arenborg was vanaf circa de 16e eeuw een grondheerlijkheid of wellicht een ambachtsheerlijkheid in het buitengebied (banne) 't Ven van de Nederlandse stad Venlo.
Gebiedsafbakening[bewerken]
De heerlijkheid betrof in ieder geval de Arenborg zelf, een aantal bijgebouwen waaronder een stal, een boomgaard,[1] een gedeelte van het Sprengersbos(ch) (later het hele bos),[2][3] enkele boerderijen (waaronder de nu monumentale Hoeve Genraai, en de verdwenen boerderijen Nieuw-Rengels en de Witteshof),[4][5] het Bultenven, een onbekende omvang aan landerijen, en kreupelhout. De heerlijkheid lag aan de voet van de steilrand.[6]
Ontstaansgeschiedenis[bewerken]
De naam Arenborg wordt voor het eerst genoemd in de jaren zestig van de 16e eeuw. In 1567 verkocht Wilhelm ingen Aerenborch samen met zijn compagnon aan Anna ingen Rae drie morgen land gelegen nabij ‘den gut ingen Aerenborgh’. Dit is tot nu toe de oudst bekende vermelding van het landgoed.
De aanleg van de Arenborg dateert voornamelijk uit de 17e eeuw. In deze periode was het goed in bezit van Hendrik Arenborgh en Neesken Vennekens. Zij verkochten in 1664 ‘den Arenborch int Venne groot drie vierdeel plaks’ aan Johan Hinssen en Anna Pullen. Vervolgens werd Arnold Bloemarts, schepen en burgemeester van Venlo, eigenaar van de Arenborg. Hij gaf het huis volgens de literatuur in 1708 als huwelijksgeschenk aan zijn dochter Maria Agnes Bloemarts en haar echtgenoot Joannes Franciscus de Bruijne uit Vilvoorde (Vlaams-Brabant), landrentmeester-generaal in het Overkwartier van Gelre.
Na het overlijden van het echtpaar De Bruijne-Bloemarts werd de Arenborg bezit van dochter Isabella Maria De Bruijne en Peter Jacob Joseph Swerts. Langs de vrouwelijke lijn ging het goed in de tweede helft van de 18e eeuw vervolgens over naar de belangrijke Venlose regentenfamilie Van Wessem. Dit bleef zo tot 1865, toen de Arenborg in handen kwam van Jeannette Hubertine Richardt, die tevens het nabijgelegen landhuis Lovendaal bezat. Na het kinderloos overlijden van haar zoon Hypolite Collaes werd de Arenborg samen met alle andere bezittingen in 1911 publiekelijk verkocht. Het complex werd in dat jaar overgedragen aan de families Hegger en Van Rijn.
Bewonersgeschiedenis[bewerken]
Deze lijst is verre van volledig, maar in de archieven zijn de volgende bewoners aangetroffen:
- - <1567 Wilhelm ingen Aerenborch
- - 1567 Anna ingen Rae
- - 1650-1664 Hendrik Arenborgh (Hendrik van Arenberg) x Neesken Vennekens
- - Johan Hinssen x Anna Pullen
- - Johannes Baptista van Arenbergh x Mechtildis Ingenray
- - 1680-1708 Arnold Bloemarts x Elisabeth Moeitz
- - 1708 - Maria Agnes Bloemarts x Joannes Franciscus de Bruijne
- - Isabella Maria Francisca de Bruyne D'Abserbergh x Joannes Franciscus de Windt
- - 1750 Isabella Maria Francisca de Bruyne D'Abserbergh x Peter Jacob Joseph Swerts de Beauregard
- - 1759-1762 Petrus Keuller x Johanna Maria van Laeckerveldt
- - 1762 Petrus Jacobus Joseph Swerts
- - late 18e eeuw Hendrica Barbara Isabella Swerts x Hermannus Gerardus van Wessem
- - <1853 Petrus Franciscus van Wessem
- - <1859 Ferdinand Clemens August van Wessem
- - 1863 Wed. Valentijn[7]
- - 1865 Jeannette Hubertine Richardt x Jean Baptiste Aimé Collaes (tevens landgoed Lovendael)
- - 1891 E. Collaes[8]
- - <1911 Hyppolite Collaes
- - 1911 opgedeeld: J. van Rijn / G. Theelen / W. van Rijn / H. Hekker (Hegger)
Heerlijke rechten[bewerken]
Van het goed Arenborg is in ieder geval bekend dat men de volgende heerlijke rechten had:
- pachtgelden
- tolrecht[9]
- Recht van dode hand
- Het recht van de gruit
- Recht van eendenkooi
- Recht van duivenvlucht
Zie ook[bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Heerlijkheid Arenborg" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Heerlijkheid Arenborg.