Martin Vollaerts
Martinus Antonius Johannus Vollaerts (Haarlem, 27 december 1913 - 27 augustus 1992) was een Nederlandse Engelandvaarder.
Voor de oorlog[bewerken]
Vollaerts was een zoon van Augustinus Leonardus Vollaerts, hoofd bestuurder van de R.K. Arbeidersbond te Utrecht, en Anna Maria Schouten. Vollaerts groeide op in Haarlem samen met één broer en zeven zussen. Hij ging naar de lagere school en MULO in Haarlem en naar het R.K. Gymnasium van het Heilige Kruis te Uden. Het Heilige Kruis was een zogeheten kleinseminarie, een kostschool waar jongens voorbereid werden op het ambt van priester. Zijn broer Adriaan, priester in Kopenhagen, kwam op 27 december 1936 op 34-jarige leeftijd te overlijden. Beide broers waren op 27 december geboren, Adriaan is ook op 27 december overleden, dit heeft grote impact gehad op Vollaerts. De dood van zijn broer en de benauwende omgeving deden hem besluiten om geen priester te worden. Hij was onderwezen in Latijn, Engels, Frans en de Duitse taal, wat hem tijdens zijn tocht naar Engeland goed van pas kwam.
Oorlog in Nederland[bewerken]
Zijn dienstplicht heeft hij vervuld met een kaderopleiding in 1936. In augustus 1937 ging hij met grootverlof als sergeant van het 16de Regiment Infanterie in Amersfoort.
Vollaerts woonde en werkte in Utrecht bij de Consumptie Melkcentrale als kantoormedewerker totdat hij op 28 augustus 1938 gemobiliseerd werd. Vollaerts was tijdens de Duitse invasie op 10 mei 1940 bij de Grebbelinie in Amersfoort. Op 15 juni 1940 werd hij gedemobiliseerd. Vollaerts keerde terug naar de Utrechtse Consumptie Melkcentrale om zijn betrekking weer op te pakken. Vollaerts was daarnaast secretaris van de Nederlandse Unie, afdeling Maarsen.
Vollaerts werd door zijn directeur L.J. Rooy beschuldigd van Allied sympathieën en werd ontslagen. Gemeenteraadslid A. Duynstee van Maarsen, chef wervingsbureau voor het Oostfront, en directeur L.J. Rooy hebben bij de Sicherheitspolizei aangifte gedaan dat leden van de Nederlandse Unie wapens hadden. Vollaerts werd met zeven anderen opgepakt maar zijn daarna weer vrij gekomen.
Vollaerts ging op 1 december 1940 op het land van de familie Brand Hofland in Leusden wonen om verder niet op te vallen.
Eerst poging naar Engeland te reizen[bewerken]
In januari 1941 ondernam Vollaerts zijn eerste poging om naar Engeland te reizen via de zuidelijke route.
Deze poging strandde bij Vierzon in Frankrijk. Vierzon was makkelijk te bereiken per trein en direct aan de demarcatielijn. Een grens doorsneed Frankrijk in een door Duitsland bezette gebied en het collaborerende Vichy-Frankrijk regime. Deze grens werd in Vierzon zo goed bewaakt dat Vollaerts er geen kans in zag om deze te passeren en keerde terug naar Nederland.
Tweede (geslaagde) poging naar Engeland te reizen[bewerken]
Een tocht vol tegenslagen, ontmoetingen, ontberingen, vreugde en kameraadschap.
Op 30 maart 1942 begon hij zijn tweede poging. Met 300 Reichsmark op zak vertrok Vollaerts naar Putte in Noord-Brabant op de grens van Nederland en België. In Putte werd Vollaerts door een zekere juffrouw Jansen van de Achterstraat 3 de grens over geholpen. Vanaf het Belgische Putte nam hij tramlijn 72 naar Antwerpen. Van Antwerpen direct per trein naar Brussel waar hij moest overnachten.
De volgende dag nam hij de trein van Brussel naar Mons (Bergen) om daar lopend de Belgische Franse grens over te steken naar Maubeuge. Dit was een kleine 25 km, wat neerkomt op zo'n 5 uur lopen. Vanaf Maubeuge nam Vollaerts de trein direct naar Gare du Nord in Parijs. In Parijs liep hij naar het dicht bij gelegen Rue Fanbourg Saint Dennis Hij kon overnachten in Hotel National zonder geregistreerd te zijn. Vollaerts verbleef hier en kreeg hij hier zonder voedselbonnen eten. Hier kreeg voedselbonnen die later vals bleken te zijn.
Vollaerts ging met de trein van Parijs naar Dijon, vandaar met de bus naar Monceau-les-Mines. Daar overnachtte hij in Hotel Famille. Montceau les Mines was een verzetshaard van Résistance et Maquis waaronder veel Poolse mijnarbeiders[1]. Hier bracht een passeur (gids) hem over de demarcatielijn naar Mâcon.
Op 10 april1942 melde Vollaerts zich bij het politiebureau in Mâcon op Rue Montrevel naast het gemeentehuis. In zijn schoenen werden de valse voedselbonnen gevonden daar hij werd gelijk gevangen gezet in de plaatselijke gevangenis. Na 3 maanden kwam Vollaerts weer op vrije voeten op 15 juli 1942. Er werden hem documenten, résidence forcée met een sauf conduit, (gedwongen verblijf met vrijgeleide) verstrekt om het Office Neérlandais in Lyon te bezoeken. Bij de office Neérlandais ontmoete hij Sally Noach[2] die voor hem een paspoort aanvroeg.
Vollaerts werd doorgestuurd naar Mâcon om daar te wachten totdat zijn papieren klaar waren. Vollaerts dook onder in Charnay-lès-Mâcon bij een "safehouse" Chateau La Tour de L'Ange en in Pension Le Manoire van Madame Dumousseau tot begin oktober 1942.
Chateau La Tour de L'Ange, in het bezit van Guillaume en André de Roujoux die een grote rol in het verzet speelden, hadden een organisatie van 420 personen die vluchtelingen hielpen naar Spanje en Zwitserland.[3][4]
Het Pension Le Manoire van Madame Dumousseau lag aan de Route des Bon Vins D354 in Charnay-lès-Mâcon. Deze straat heet tegenwoordig Rue de la Résistance[5], bij de kruising met Rue de la Fontaine lag het pension.
Begin oktober 1942 ging Vollaerts opnieuw terug naar Office Neérlandais in Lyon om zijn papieren te halen. In Lyon kreeg hij een adres in Cannes waar hij per trein via Nice naar toe reisde. Hier werd hij goed ontvangen, maar konden niks voor hem betekenen. Vandaar is hij naar office Neérlandais in Marseille gereisd om de Jhr D.van Lennep[6] te spreken, de Nederlands afgevaardigde voor vluchtelingen. Van Lennep[6] stuurde hem door naar Perpignan, naar de heer Joseph Willem (Joop) Kolkman[7][8] van het Office Neérlandais.
Kolkman bracht hem onder in het opvanghuis Maison Mazard in Soler,[9] waar vele Engelandvaarders en vluchtelingen verbleven totdat er doorreispapieren waren georganiseerd. Dit was een langdurig proces van doorreisvisa en verklaringen. Om de kosten van onderdak te dekken werkten de mensen die waren opgevangen in de landbouw.
Tom Sheridan[bewerken]
In de Office Neérlandais te Lyon heeft Vollaerts een nieuwe identiteit gekregen waardoor het makkelijker zou zijn om Engeland te bereiken. Zijn nieuwe nam werd Tom Sheridan, een Ier uit Manchester. Hij sprak goed Engels met Iers accent om deze identiteit aan te nemen.
Door een Ierse nationaliteit aan te nemen hoopte men op een vrije doorgang door de Ierse neutraliteit in de Tweede Wereldoorlog.
Een echt voordeel heeft dit niet opgeleverd. Zijn doorreisvisa ontbrak en werd gevangen genomen, in Miranda de Ebro kreeg hij geen voedselpakket van de Nederlandse autoriteiten.
10 november 1942[bewerken]
Op 10 november werd het Franse Vichy gebied door de Duitsers vanuit het Noorden naar het zuiden bezet als onderdeel van operatie Anton. Veel van de Engelandvaarders en vluchtelingen uit Soler namen het besluit om met onvolledige papieren de grens met Spanje over te steken. Vollaerts vertrok ook richting Spanje met een valse identiteit en zonder doorreisvisa.
Spanje[bewerken]
Passages uit het dagboek van Hein Levie[bewerken]
16 November, Vollaerts werd door een gids met een Fransman naar een huis in Port Vendres gebracht waar al mede Engelandvaarders zaten Hein Levie, Charles Bartelings, Jan ten Doest te wachten om de tocht over de Pyreneeën te maken.
17 november, om 03.00 uur vertrok de groep met een Passeur om door de bergen naar Spanje te lopen. Na 12 uur lopen bereikte ze de Spaanse grens, de Passeur keerde hier om te riskant voor hem om verder te gaan en wees hem de weg richting Figueras. Na velen uren lopen zijn ze gaan slapen in een hooiberg bij een wijngaard Perelada vins in Perelada.
18 november, in de ochtend werd er besloten dat er in een groepje van 2 naar eten zou worden gezocht. De tweede groep was succesvol en bleef eten bij een boer. Deze heeft de Guardia Civil gebeld, de anderen zouden ook eten krijgen als ze lieten zien waar ze zaten. Het hele groep werd gearresteerd, kregen wel te eten bij de boer. Charles Bartelings verteld hier over.[10]
Pech In het dorp Perelada staat een kasteel gekocht door de vooraanstaande vermogende Miguel Mateu Pla. Pla vriend van Franko welke in zijn kasteel verbleef voor met Mussolini. De inwoners loyaal aan hun landheer hebben de groep aangegeven.
Op het politiebureau in Peralada werd verteld dat ze hun reis konden voortzetten, dit bleek niet waar te zijn. Zij werden op een oude kar geladen met een oud paard er voor naar Figueres. Hein Levie omschrijft dit als een langzame stinkende hilarische tocht. Op het politiebureau in Figueres werden hun bezitting ontnomen. Het eten was zo slecht dat ze na klagen een maaltijd konden krijgen bij Auxilio Social, een soort leger des heils, dit was hun enige 10 min beweging daar na toe onder bewaking.
20 november, werden zij per trein geboeid naar Barcelona gebracht. In Barcelona werden de groep zwaar bewaakt lopend en geboeid naar de La Model gevangenis gebracht. Deze beruchte gevangenis was overvol, vies vol kakkerlakken en vlooien. Ze kregen het voor elkaar om de celdeuren open te laten zodat vrij door de brede gangen konden bewegen, ook werden ze vrijgesteld om geen nazi groet te tonen voor de Spaanse vlag.
21 november, werd er medegedeeld dat zij op transport werden gezet naar Campo de Concentracion de Miranda de Ebro. Per trein volgde via Madrid een lange en onplezierige rit van 2 dagen. De rijtuigen werden achter verschillende goederentreinen gekoppeld en bleven lang stil staan.
23 november 1942, na aankomst in Campo de Concentracion de Miranda de Ebro werden zij met ongeveer 200 anderen ingeschreven dit duurde lang en het was koud.
05 januari 1943, de hongerstaking door de gevangenen bleef niet onopgemerkt voor de buiten wereld. Hierna werden de voedselsituatie beter zeker na Montgomery's successen in Afrika.
22 mei 1943 Vollaerts werd vrij gelaten in een grote groep. Omdat Engeland hun einddoel was werden ze overgedragen aan een vertegenwoordiger van Britse ambassade. Deze bood de groep een maaltijd aan in een restaurant, een hele luxe na de "Campo". Waarna ze per trein naar Madrid vertrokken, na een stop van 6 uur vertrokken ze per trein naar Algeciras. Vollaerts en Hein Levie voelden zich nu na 3 jaar echt vrij.
Van Algeciras naar Gibraltar om aanmonsteren op het Amerikaanse transport schip de Santa Rosa van de American Grace Line. Enkele dagen later vertrokken in konvooi naar de rivier the Clyde bij Glasgow.
5 juni 1943, aankomst in Glasgow
London[bewerken]
7 juni 1943, naar London opgevangen in Brombly school, voordat hij doorgestuurd zou worden. .
15 juni 1943, doorgestuurd naar de Patriotic School
28 juni 1943 verhoor door Luit. ter Zee II K.M.R A. Wolters [11]
29 juni 1943 verhoor door O. Pinto [11]
Vollaerts werd in Londen gelegerd in het Sutherland house op de Marloes road.[12]
K.N.I.L.[bewerken]
09 september 1943, Gedetacheerd bij het K.N.I.L. bij vertrek uit Groot Brittannië.
Ook een broer van zijn vader en een broer van zijn opa hebben bij het K.N.I.L. gediend.
Reisde via New York NY,
08 oktober 1943 Danielson CT USA met Daan Otten, Huib Herklots, Henk Elfrink
01 November 1943 MS Denbighire Pacific Ocean Engelandvaarders. Henk Elfring, ..., Martin Vollaerts, Daan Otten, ...., ....
20 December 1943 Sydney KNIL en Engelandvaarders Daan Otten, Bert Ruys, Leslie Miller, Therese Hijmans, Henk Elfrink, Martin Vollaerts
..
-
08 oktobert 1943 Danielson CT USA, Engelandvaarders op weg naar Australië. Martin Vollaerts, Henk Elfrink, Huib Herklots, Daan Otten
-
01 November 1943 MS Denbighire Pacific Ocean Engelandvaarders. Henk Elfring, ..., Martin Vollaerts, Daan Otten, ...., ....
-
20 December 1943 Sydney KNIL en Engelandvaarders Daan Otten, Bert Ruys, Leslie Miller, Therese Hijmans, Henk Elfrink, Martin Vollaerts
Binnenlands bestuur voor Nederlands-Indië en NICA[bewerken]
Vollaerts werd opgeleid voor bestuurlijke administratieve functies bij het Binnenlands Bestuur in Melbourne en Brisbane. Onder andere op de BB school "Berrington" in Melbourne.
Op geleide militaire ambtenaren waren nodig om het bestuur over te nemen na de Japanese bezetting gevormd in het NICA Netherlands Indies Civil Administration.
23 april 1944 Brisbane benoemd tot tijdelijk waarnemend aspirant-controleur bij het binnenlands Bestuur. 2de Luitenant KNIL.
01 November 1944 ingedeeld bij het NICA detachement op het pas bevrijde eiland Biak en belast met burgerlijke bestuur werkzaamheden.Tevens benoemd tot ambtenaar van de burgerlijke stand en lid van de temporaire krijgsraad aldaar.
01 Juni 1945 ziekte verlof in Melbourne
01 November 1945 in Batavia ambtenaar van de burgerlijke stand en lid van de temporaire krijgsraad.
15 Februari 1946 Wegens lichamelijke ongeschiktheid op verzoek, eervol ontheven uit zijn functie
10 Juni 1946 Betrokkende bezit een aangenaam karakter en heeft zijn dienst na behoren verricht, getekend Majoor L.J. Dijkstra, Binnenlands Bestuur.
31 oktober 1946 ontheven van zijn detachering bij het KNIL en ter beschikking gesteld van het Ministerie van Oorlog
26 november 1947 met de Kota Inten naar Indië vertrokken met eindbestemming Australië waar hij gedemobiliseerd zal worden.
Onderscheidingen[bewerken]
-
Kruis van Verdienste 1943
-
Oorlogsherinneringskruis 1946
Dit artikel "Martin Vollaerts" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Martin Vollaerts.