Recht op zelfverdediging
Het Recht op of tot zelfverdediging is een natuurrechtelijk begrip dat in beperkte zin een rol speelt in het volkenrecht, doch -anders dan het concept van zelfverdediging als zodanig- niet als een aan de burger toekomend specifiek recht erkend wordt in het geldend strafrecht.
Strafrecht[bewerken]
Een vermeend recht op of tot zelfverdediging dat de burger zou toekomen wordt vaak verward met het begrip noodweer, dat echter niet als recht geldt doch daarentegen slechts als een strafrechtelijke schulduitsluitingsgrond ten aanzien van bepaalde feiten onder bepaalde omstandigheden, ter zelfbescherming en de rechtsbescherming, waarop een verdachte zich dan zonodig kan beroepen. [1]
Een vergeefs beroep op een vermeend recht op of tot zelfverdediging wordt soms gedaan door verdachten van geweldsdelicten of eigenrichting middels strafbare feiten, bijvoorbeeld in gevallen waarin zij na te zijn aangevallen zelf zodanig (tegen-)geweld tegen hun aanvaller hebben gebruikt dat dit moet worden aangemerkt als buitenproportioneel en aanvallend geweld. Dit geweld kan daarom niet worden beschouwd als noodzakelijk voor hun zelfverdediging. De burger wordt in de rechtspraak geacht zich aan een gevecht te onttrekken door indien mogelijk zich te verwijderen.
Het invoeren van een werkelijk recht op zelfverdediging wordt soms bepleit door (rechtse en populistische) politici, al dan niet gepaard met een verruiming van de Wapenwet. Ook is het een stokpaardje van de wapenlobby in het debat over gun control in met name de Verenigde Staten, waar een recht op vuurwapenbezit in verband wordt gebracht met een (ruim te nemen) bevoegdheid tot zelfverdediging middels wapengeweld [2] [3]
- De Spaanse extreem-rechtse politicus Santiago Abascal van de partij Vox bepleitte in maart 2019 een recht op zelfverdediging, dat "goede en mentaal gezonde Spanjaarden zonder strafblad" daartoe legaal een wapen zouden mogen bezitten en dat het concept van zelfverdediging zou moeten worden uitgebreid.
- In Nederland hebben diverse rechtse politici herhaaldelijk publieke uitspraken gedaan waarmee een aan de burger toekomend recht op zelfverdediging werd gesuggereerd of wenselijk werd geacht, onder meer Fred Teeven, Mark Rutte, Johan Remkes, Geert Wilders en ook Joost Eerdmans (LPF, EénNL en Leefbaar Rotterdam en voorzitter van het mede door hem in 2009 opgericht Burgercomité tegen Onrecht).
- In november 2005 presenteerde de Nederlandse extreem-rechtse politicus en activist Michiel Smit een pamflettistische brochure getiteld Veiligheid? Doe het zelf! - meer wapens, meer veiligheid, met een dergelijk pleidooi voor een recht op zelfverdediging en versoepeling van de wetgeving ten aanzien van bezit en gebruik van wapens door de burger.
- Smit hekelde het Nederlands wapenverbod waarvan ‘onschuldige brave burgers’ het slachtoffer zouden worden: "Voor criminelen en andere kwaadwillenden is het kinderlijk eenvoudig om aan wapens te komen. Maar een burger die zijn huis of winkel wil verdedigen, staat machteloos. Zelfbescherming mag, maar een wapen bezitten niet. Dus als je wordt aangevallen, heb je alleen je eigen vuisten, terwijl criminelen altijd kiezen voor het gebruik van wapens om hun slachtoffer makkelijk te overvallen".
- Smit onderscheidt in zijn brochure tussen zelfverdedigingswapens en vuurwapens. De eerste categorie, waaronder pepperspray en traangas vallen, zou algemeen en vrij verkrijgbaar moeten worden. Voor het bezit van vuurwapens zouden burgers bij de overheid een aanvraag moeten kunnen indien, waarbij minderjarigen en personen "met een crimineel verleden" niet in aanmerking zouden mogen komen. [4]
- Volgens een door hem ingeroepen "Amerikaans onderzoek" zou het aantal geweldsdelicten afnemen indien burgers zichzelf mogen bewapenen. Criminelen zouden volgens Smit bang zijn voor hun prooi als iedereen een wapen bij zich kan hebben. Ook zou dreigen met een wapen volgens hem vaak genoeg zijn om een belager af te schrikken. Bovendien doden de wapens niet, zo stelt Smit, maar de mensen die de wapens gebruiken.
De hardnekkige verwarring met het begrip noodweer, waarbij zelfverdediging lichtvaardig verheven wordt tot een vermeend recht waarop dan ten allen tijde een beroep zou kunnen worden gedaan, steekt geregeld de kop op in berichtgeving over weerbare slachtoffers van misdrijven. [5] [6] [7]
Jurisprudentie[bewerken]
In het Bijlmer noodweer-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld, dat het bezit en gebruik van een verboden wapen (i.c. een vuurwapen) onder bepaalde omstandigheden een beroep op noodweer of noodweerexces niet in de weg hoeft te staan, doch dan wel kan leiden tot veroordeling wegens verboden wapenbezit.
Voor een geslaagd beroep op noodweer of noodweerexces moet komen vast te staan dat zich een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding voordeed van verdachtes lijf of goed, dan wel een onmiddellijke dreiging daartoe, waarbij het noodzakelijk was dat verdachte zich verdedigde en de wijze waarop hij zich verdedigde geboden was. Indien aan dit laatste criterium niet voldaan is, dan kan eventueel nog wel een beroep op noodweerexces slagen. Daarvoor dient dan komen cast te staan dat verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden als gevolg van een hevige gemoedsbeweging, die door de betreffende aanranding werd veroorzaakt.
Volkenrecht[bewerken]
Volkenrechtelijk geldt er een geweldverbod, tenzij er sprake is van een militair optreden door een staat als optreden in opdracht van of gemachtigd door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (art. 42 van het Handvest van de Verenigde Naties). Deze uitzondering kan worden aangemerkt als een statelijk recht op zelfverdediging. Het geweldverbod geldt volkenrechtelijk als dwingend recht, ius cogens, zodat staten dit niet naast zich kunnen neerleggen. Rechtvaardigingen van militaire acties door een staat kunnen wel wordt gezocht in een recht op individuele of collectieve zelfverdediging in geval van een "gewapende aanval", zoals bedoeld in art. 51 van het Handvest. Het recht van zelfverdediging geldt dan slechts totdat de Veiligheidsraad noodzakelijke maatregelen heeft genomen. Daarnaast wordt ook in het volkenrecht een recht van verdediging tegen een "gewapende aanval" begrensd door de eisen van noodzakelijkheid, proportionaliteit en onmiddellijkheid.
Art. 51 van het Handvest luidt (in vertaling):
- "Geen enkele bepaling van dit Handvest doet afbreuk aan het inherente recht tot individuele of collectieve zelfverdediging in geval van een gewapende aanval tegen een Lid van de Verenigde Naties, totdat de Veiligheidsraad de noodzakelijke maatregelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid heeft genomen. Maatregelen die door Leden zijn genomen bij de uitoefening van dit recht tot zelfverdediging dienen onverwijld ter kennis van de Veiligheidsraad te worden gebracht en tasten op geen enkele wijze de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad ingevolge dit Handvest aan om op enigerlei tijdstip over te gaan tot zulk optreden als hij nodig acht voor de handhaving of het herstel van de internationale vrede en veiligheid."
Noten[bewerken]
- ↑ Aanwijzing handelwijze bij beroep op noodweer wetten.overheid.nl
- ↑ Wapenbezitters VS: we hebben recht op zelfverdediging
- ↑ Puristische wapenbezitters VS niet bereid tot compromissen nos.nl
- ↑ Nieuw Rechts wil wapenverbod afzwakken - Nieuw Rechts wil dat het verbod op wapens verdwijnt. Partijleider en Rotterdams gemeenteraadslid Michiel Smit wil mensen het recht geven hun huis, winkel of kantoor te verdedigen met pepperspray, een honkbalknuppel, een vuurwapen of een ander zelfverdedigingsmiddel de Volkskrant 3 november 2005
- ↑ Het recht op zelfverdediging bestaat nog in Nederland
- ↑ 'Wettige zelfverdediging is een mensenrecht' Jean-Marie Dedecker] (LDD en N-VA)]
- ↑ Juwelier Moens: zo denkt de politiek erover
Dit artikel "Recht op zelfverdediging" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Recht op zelfverdediging.