Royal Transport
Doel en gebruik[bewerken]
De Royal Transport is ontworpen door Peregrine Osborne, markies van Carmarthen (1659-1729). Ze werd gebouwd door Robert Lee, als een snelle en veilige methode om Koning-Stadhouder Willem III (1650-1702) en andere personen van hoge rang, boodschappers en goederen, naar Nederland en terug te brengen. [1]Een 2-mast model! De Royal Transport werd te water gelaten op 11 december 1695 bij Chatham Dockyards, ten oosten van Londen. Ze werd beschouwd als een Sixth Rate-schip, een 3-mast fregat van 220 ton met 18 kanonnen. Haar lengte was 27,4 m, breedte 7,2 m en haar diepgang was 2,4 m.
Het zusterschip van de "Royal Transport", de "Peregrine Galley", (3-master) is van dezelfde ontwerper en heeft vrijwel dezelfde afmetingen en werd te water gelaten op 21 september 1700. [2]
Ontmoeting tussen Willem III en Peter de Grote[bewerken]
Toen Peter de Grote (1672-1725) tsaar werd, had Rusland geen eigen vloot. Peter was vastbesloten om een vloot op te zetten, dus reisde hij in 1697-98 naar Nederland om nieuwe technologieën te onderzoeken, vooral scheepsbouw. Kort daarna verlegde Peter de focus naar de scheepsbouw in Engeland, omdat ze daar volgens vastgelegde methodes bouwden. Koning-Stadhouder Willem III verwelkomde de mogelijkheid om de handel met Rusland weer op te voeren, dus gaf hij Peter alle mogelijke hulp. Kort daarna, tijdens een ontmoeting tussen Peter en William in Utrecht, op 11 september 1697, gaf William de "Royal Transport" aan Peter als geschenk. Terwijl hij nog in Nederland verbleef, ontving tsaar Peter op 9 november 1697 van Lord P. Carmarten een brief waarin hij hem informeerde over de definitieve beslissing van de koning, om zijn jacht aan hem te schenken. Twee weken later, op 23 november, ontving de Russische ambassade de officiële bevestiging van deze beslissing uit Londen. Op 11 januari 1698 arriveerde Peter I in Londen, waar hij op 2 maart het koninklijk geschenk in ontvangst nam.
De Royal Transport was een van de modernste schepen van William, met een experimenteel ontwerp en tuigage. Het schip werd voor Peter verbouwd en opnieuw ingericht voor het verblijf van meer personen, en kreeg extra gouden bewerkte decoraties.
Er zijn aanwijzingen dat Peter I met het jacht Royal Transport tijdens zijn verblijf in Engeland vier reizen met het jacht maakte, maar misschien waren er nog veel meer. De eerste tocht vond plaats op de Theems. Op de laatste reis, 20 april 1698, bezocht Peter I het kustfort van Chatham (Kent) met zijn enorme scheepswerf, en na het inspecteren van de voorraden en het arsenaal en het bezoeken van drie Britse schepen die in de haven van Chatham waren gestationeerd, verliet Peter vergezeld van een escorte van 23 Britse schepen Engeland op 21 april 1698. Hij had een 40-tal vakmensen en wetenschappers verzameld, die met hem in de Transport Royal naar de rede van Texel voeren.[3] Daar ging Peter aan wal en zette Peter zijn reis door Europa voort naar o.a. Wenen en Venetië. De overblijvende personen voeren samen met een flottielje van transportschepen met een Engelse bemanning onder leiding van kapitein Wilhelm Ripley naar Archangelsk, destijds de enige Russiche haven aan open zee. Ripley werd helaas in juni van het daaropvolgende jaar vermoord aangetroffen in Moskou.
Verdere actie en ondergang[bewerken]
Bij aankomst in Archangel daar op 3 juni 1698, werd het jacht gerangschikt bij de "Witte Zee Flotilla". In juli werd op bevel van Peter I, in een door hem geschreven brief uit Engeland, een poging gedaan om het jacht langs rivieren, meren en over land, naar het zuiden van Rusland over te brengen voor opname in de Azov-vloot. Dit mislukte. In augustus 1702 zeilde Peter I voor de laatste keer op het jacht Royal Transport van Archangel naar het dorp Nyuhchi, waarbij hij het Solovetskiklooster aandeed. Van Nyuhchi begon de beroemde "Gosudarev Road", van de Witte Zee, naar het Onegameer. In het voorjaar van 1715 gaf Peter I opdracht om zijn jacht over te brengen naar de Oostzee. Op 29 augustus 1715 verliet de Royal Transport onder Captain Thomas Hutchinson en 4 andere schepen: de Uriel met Captain Ivan Sinyavin, de Salafail met Captain Vitus Bering, de Varahail met Captain Bents en de Yagudiil met Captain John Deane, de haven van Archangel met bestemming St Petersburg aan de Oostzee. De schepen raakten rond de Noordkaap van elkaar gescheiden door slecht weer. De "Uriel" en de "Salafail" bereikten Kopenhagen op 1 december, de "Varahail" overwinterde in Flekkö in Noorwegen, en de "Yagudiil" overwinterde, nadat ze was teruggebracht voor reparatie, nabij Trondheim in Noorwegen.
De "Royal Transport" had eind september het Kattegat bereikt, maar kreeg te maken met zwaar weer en stroming, waardoor ze op 25 september gedwongen werd om onderdak te zoeken in de Zweedse archipel bij Gotenburg. Ze werd opgemerkt door de Zweedse marine, maar het weer was te slecht om haar te kunnen bereiken. De Royal Transport vuurde kanonnen af om hulp, de Engelse vlag wapperde in de wind. De volgende dag, 26 september, braken haar ankers los en strandde ze op een rif en zonk. Haar bemanning bestond uit 50 man, 24 overleefden.
wrak gevonden?[bewerken]
De Izvestia van 22 oktober 2015 publiceert, vrij vertaald en samengevat, het volgende bericht:[4]
Voor de kust van Gotenburg, Zweden, deed een expeditie onder leiding van het IJslandse bedrijf "iXplorer ocean research" en het Zweedse bedrijf "Diving Unlimited" met de steun van Russische duikers en wetenschappers een sensationele vondst: Het favoriete schip van Peter I, Transport Royal, dat hier in 1715 zonk. Het hoofd van de expeditie, Alexei Mikhailov, vertelde Izvestia over hoe de zoektocht werd uitgevoerd en welke fragmenten van het schip de binnenlandse onderzoekers hopen boven te krijgen van de zeebodem:
"Eigenlijk is dit geen jacht, maar eerder een klein fregat: een driemaster van ongeveer 30 meter lang. Een model daarvan, gemaakt in het midden van de 19e eeuw, wordt bewaard in het "Central Naval Museum" van St. Petersburg, maar komt niet overeen met het origineel: het heeft twee masten. Peter's favoriete fregat was een driemaster, hetgeen wordt bevestigd door archiefdocumenten. En bij het inspecteren van het gevonden object werd dit ook bevestigd."
Het is dus vrij zeker dat het gevonden wrak de Royal Transport is vanwege de afmetingen en de drie masten.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Royal Transport" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Royal Transport.