Tijdlijn van de coronacrisis in Nederland
Coronapandemie | ||||
Coronacrisis in Nederland | ||||
Overzicht | ||||
Bestuur | ||||
Gevolgen | ||||
Organisaties & Instanties | ||||
|
Dit is een tijdlijn van de coronacrisis in Nederland.
Tijdlijn[bewerken]
Het RIVM publiceert dagelijks cijfers omstreeks 14.00 uur. Deze cijfers behelzen het aan hen gerapporteerde aantal vastgestelde besmettingen, sterfgevallen en opnames op de intensive care in de afgelopen periode van 24 uur tot 10.00 uur.
Week 9: 24 februari tot 1 maart[bewerken]
- Op 27 februari werd de eerste besmetting met het virus in Nederland gemeld. Het betrof een 56-jarige ondernemer uit Loon op Zand die onlangs naar de Noord-Italiaanse regio Lombardije was afgereisd voor een lederbeurs.[1] De man was een dag eerder opgenomen in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg.[2] In de nacht van 27 op 28 februari meldde zich een Amsterdamse vrouw met klachten, waarna het virus werd vastgesteld. Ook zij was onlangs in Lombardije geweest. Zij moest in isolatie in haar woning in Diemen. Bij beide gevallen werd contactonderzoek verricht door de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD).[3]
- Op 1 maart waren er 10 bevestigde besmettingen in Nederland.[4] Deze kwamen vooral voort uit contact met eerder besmette personen in Nederland. Een van de patiënten is een 49-jarige vrouw die zich op 21 februari bij de spoedeisende hulp van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem meldde met luchtwegproblemen.[4] Zij lag in dit ziekenhuis een week op de intensive care (IC). Zij werd overgeplaatst naar het Erasmus MC. Uit voorzorg stelde het RIVM op 1 maart een opname- en bezoekersstop in voor het Beatrixziekenhuis en zijn dependance in Leerdam. Op 5 maart werden de stops opgeheven.[5]
Week 10: 2-8 maart[bewerken]
- Op 2 maart werden 8 nieuwe besmettingen gemeld. Dit bracht het totaal op 18. De nieuwe besmettingen betroffen een man en een vrouw uit Loon op Zand, een vrouw uit Helmond, een koppel uit Utrecht, een man uit Oss, een man uit Houten en een man uit de regio Rotterdam, die sinds 22 februari verbleef in het Maasstad Ziekenhuis. Later op de dag werd bekend dat ook de vrouw van de eerder gemelde man uit Dalen en een 5-jarig kind uit Alphen aan den Rijn besmet waren geraakt.[6][7] Aan het eind van de dag werd ook een besmetting gemeld in Haarlem, het betrof een man die het virus had gekregen door contact met een eerder besmette patiënte.[8][9] Dit bracht het aantal besmette personen op 21 (officieel nog 18 op dat moment).
- Op 3 maart kondigde het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk een opnamestop voor de intensive care aan.[10] Het brandwondencentrum bleef geopend. Na een eerste test die 2 maart werd uitgevoerd bleek dat een patiënt die 28 februari al in het ziekenhuis werd opgenomen positief testte op het coronavirus. Ook bij een tweede test testte de patiënt positief en de patiënt verbleef in het RKZ in isolatie. Op 5 maart werd de IC weer vrijgegeven.[11] Tevens maakte het RIVM op 3 maart bekend dat er 6 nieuwe besmettingen waren geconstateerd. Hierdoor steeg het aantal bevestigde besmettingen naar 24.[12] Later die dag corrigeerde het RIVM het aantal naar 23, toen een kind van de patiënt uit Diemen, dat eerder één keer positief testte, meermaals negatief testte op het virus.
- Op 4 maart werden 15 nieuwe besmettingen gemeld, waardoor het totaal uitkwam op 38.[13] Vier personen waren in het ziekenhuis opgenomen, de anderen bevonden zich in thuisisolatie. Er werd onder andere melding gemaakt dat een arts van het OLVG in Amsterdam positief testte op het virus. Ook werd een besmetting vastgesteld bij een reiziger die via luchthaven Schiphol op doorreis was. Deze reiziger werd in isolatie geplaatst in de daarvoor bestemde containerwoningen die de week ervoor in Hoofddorp werden geplaatst. Onder de besmette personen was ook een arts van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.[14]
- Op 5 maart liep het aantal bevestigde besmettingen in Nederland op tot 82. Volgens minister Bruins ging het om een "inhaalslag", omdat mensen bewuster zijn van het ziektebeeld en zich alsnog bij de zorgverleners hadden gemeld.[15][16] Besmettingen werden onder andere vastgesteld bij ziekenhuispersoneel in Eindhoven, Breda en 's-Hertogenbosch. Dit betreffen respectievelijk een verpleegkundige van het Catharina Ziekenhuis, een arts-assistent van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en een medewerker van de polikliniek neurologie van het Amphia Ziekenhuis.[15][17] In Flevoland, Limburg en Overijssel werd voor het eerst een besmetting aangetroffen.
- Op 6 maart werd een 86-jarige man uit Hoeksche Waard het eerste dodelijke slachtoffer van Nederland. Hij had al andere gezondheidsproblemen en stierf in het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam.[18] De bron van zijn besmetting is onduidelijk.[19] Op 6 maart nam het aantal bevestigde besmettingen met 46 toe, waardoor het aantal uitkwam op 128.
- Op 7 maart nam het aantal bevestigde besmettingen toe met 60 tot een totaal van 188.
- Op 8 maart werden er 76 nieuwe besmettingen met het coronavirus gemeld, waardoor het totaal opliep naar 264. Onder hen waren 2 nieuwe sterfgevallen. Een 86-jarige man en een 82-jarige man hadden beiden al onderliggende ernstige medische problemen.[20] Het totaal aantal doden in Nederland kwam daarbij op 3. In Zwolle werd het virus geconstateerd bij een medewerker van het Isala-ziekenhuis.[21]
Week 11: 9-15 maart[bewerken]
- Op 9 maart werden 56 nieuwe besmettingen gemeld, waardoor het totaal opliep naar 321 besmettingen.[22] De meeste patiënten kwamen uit Brabant: 134. Na Brabant woonden de meeste patiënten in Utrecht: 52. Van 150 personen was bekend dat zij COVID-19 in het buitenland hadden opgelopen. De meeste patiënten waren in Italië. Hiernaast waren er patiënten in Duitsland, Frankrijk, Iran, Oostenrijk, Kaapverdië, Groot-Brittanië en Hongkong. Bij 90 patiënten werd nog onderzoek gedaan wat de mogelijke bron kan zijn. Op 9 maart kwam tevens berichtgeving van de burgemeester van de Noord-Brabantse gemeente Goirle, die liet weten dat een oudere inwoner van deze plaats was overleden die de dag hiervoor positief testte op het virus.[23]
- Op 10 maart meldde het RIVM 61 nieuwe besmettingen, tot een totaal van 382.[24] Tevens werd vermeld dat 1 patiënt was overleden, waarmee het aantal coronavirus-doden opliep tot 4. Sinds dit weekend werden familieleden van mensen met corona niet meer getest om testlaboratoria te ontlasten, wat van invloed was op de cijfers.[25]
- Op 11 maart werden 121 nieuwe besmettingen gemeld, waarmee het totaal op 503 kwam.[26] Eén patiënt was overleden, wat het aantal doden op 5 bracht. Een deel van deze grootste toename tot dan toe werd toegeschreven aan het extra onderzoek door middel van een 'steekproef' dat voorafgaand onder zorgpersoneel in Noord-Brabant was uitgevoerd.
- Op 12 maart werden 111 nieuwe besmettingen gemeld, tot een totaal van 614. Voor 123 gevallen was de bron van de besmetting onbekend: 33 meer dan de dag ervoor. 102 van de gemelde patiënten werkten in de zorg. De grootste concentraties van besmettingen waren te vinden in Noord-Brabant (266), Utrecht (80) en Zuid-Holland (65).
- Op 13 maart werden 190 nieuwe besmettingen gemeld, tot een totaal van 804. Er waren 5 patiënten overleden, wat het totaal op 10 bracht. Van de 190 nieuwe patiënten werkten er 179 in de zorg. In totaal waren 115 patiënten opgenomen geweest in een ziekenhuis. Door het stijgende aantal coronapatiënten dat in ziekenhuizen werd opgenomen, werd besloten om niet-noodzakelijke operaties uit te stellen, dit om een dreigend tekort aan beschermende middelen, zoals mondkapjes, op te vangen. Ook was het personeel dan beschikbaar voor de acute zorg. Verder werd het aantal bedden op de intensive care uitgebreid.[27][28]
- Op 14 maart werden 155 besmettingen gemeld. Het totaal kwam daarmee op 959. Het dodental steeg met twee naar 12. In totaal waren 136 patiënten opgenomen (geweest) in een ziekenhuis.[29] De gemeenten met de meeste besmettingen waren nu: Tilburg (68), Breda (64), Sittard-Geleen (35), Amsterdam (31), Utrecht (30), Meierijstad (Veghel e.o.; 30), Uden (28), Rotterdam (24).[30] Volgens de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care lagen er 40 à 50 Nederlandse patiënten in kritieke toestand op de intensive care en was meer dan de helft van die patiënten onder de vijftig jaar.[31]
- Op 15 maart werden nog eens 176 nieuwe besmettingen gemeld waarmee het totaal toenam tot 1.135. Het dodental nam met 8 toe tot twintig.[32] Tevens schatte de Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) dat er vermoedelijk zo'n 6.000 mensen in Nederland besmet waren met het virus, of dit waren geweest.[33]
Week 12: 16-22 maart[bewerken]
- Op 16 maart werden er 278 nieuwe besmettingen gemeld. Hiermee nam het totaal toe tot 1.413. Het dodental nam met 4 toe tot 24.[34] Volgens de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) lagen 96 mensen met het coronavirus op intensivecareafdelingen in Nederland.[35]
- Op 16 maart om 19.00 uur sprak minister-president Mark Rutte het land toe via de televisie, radio en verschillende livestreams. Hij legde uit dat het Nederlandse kabinet een strategie van groepsimmuniteit nastreefde, hoewel verspreiding van besmettingen over de tijd het primaire doel is[36] en zei ervan uit te gaan dat een groot deel van de Nederlandse bevolking besmet zou raken met het coronavirus.[37]
- Op 17 maart nam het aantal besmettingen in Nederland met 292 toe tot een totaal van 1.705. Ook waren er 19 nieuwe personen overleden aan het virus; daarmee kwam het totaal op 43. Er lagen 135 coronapatiënten op de intensive care.[35]
- Op 18 maart steeg het aantal besmettingen met 346 tot 2.051. 15 personen overleden, waarmee het totaal op 58 kwam. Er lagen 171 coronapatiënten op de intensive care, later verhoogd naar 177.[35] In totaal waren er 1150 IC-bedden, waarvan de helft (575) vrij zijn voor coronapatiënten. Het totaal aantal IC-bedden kan worden uitgebreid tot 1500, of zelfs nog hoger, maar dat vereist meer apparatuur en legt een hoge belasting op het ziekenhuispersoneel.
- Op 19 maart steeg het aantal besmettingen met 409 tot 2.460. 18 personen overleden, waarmee het totaal op 76 kwam. Er lagen 210 coronapatiënten op de intensive care. Tot nu toe moesten 489 mensen opgenomen worden in het ziekenhuis. De grootste dichtheid aan besmettingen was te vinden in het Noord-Brabantse Boekel. Hier is dat 189 per 100.000 inwoners. De Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) verwachtte dat het aantal coronapatiënten op de Nederlandse intensivecare-afdelingen volgende week zou toenemen tot 500 à 1.000, voornamelijk in Noord-Brabant. Daarom werd een begin gemaakt met het verplaatsen van coronapatiënten vanuit Brabantse ziekenhuizen naar ziekenhuizen in noordelijker gelegen gebieden. Tevens kondigde bloedbank Sanquin aan dat ze bij hun bloeddonoren gingen onderzoeken in welke mate de bevolking beschikt over antilichamen tegen het virus.[38]
- Op 20 maart steeg het aantal besmettingen met 534 naar 2.994 vastgestelde besmettingen. Tevens werden er 30 overledenen gerapporteerd, waarmee dat aantal uitkwam op 106. Er lagen 281 coronapatiënten op de intensive care. Om 19.00 uur sprak koning Willem-Alexander het volk toe.
- Op 21 maart nam het aantal vastgestelde besmettingen toe met 637 tot 3.631. Tevens werden er 30 nieuwe sterfgevallen gemeld, waarmee het totaal op 136 uitkwam. Er lagen 354 coronapatiënten op de intensive care.[39] De provincie met de meeste besmettingen is Noord-Brabant (1.180). Daarna volgen Zuid-Holland (486), Limburg (461) en Noord-Holland (418).[40]
- Op 22 maart werden er 573 nieuwe besmettingen gerapporteerd en waren er 43 nieuwe sterfgevallen gemeld.[41] Er liggen nu 405 coronapatiënten op de intensive care, meldt de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care. Dat waren er 51 meer dan een dag eerder. De gemeente met het grootste aantal besmettingen is nu Tilburg (178), daarna volgen Breda (140) en Meierijstad (119).[42]
Week 13: 23-29 maart[bewerken]
- Op 23 maart werden 545 nieuwe besmettingen gerapporteerd en werden er 34 sterfgevallen gemeld. Tevens werden strengere en verlengde maatregelen afgeroepen. Rutte noemde deze maatregelen een "intelligente lockdown".[43]
- Op 24 maart werden 811 nieuwe besmettingen gerapporteerd en werden er 63 sterfgevallen gemeld.[44] De regio Midden- en Noordoost-Brabant is het zwaarst getroffen met 959 besmettingen. Daarna volgen Utrecht (458), Zuid-Limburg (368) en Brabant-Zuidoost (377).
- Op 25 maart werden 852 nieuwe besmettingen gemeld, het aantal liep daarmee op naar 6.412. Er werden 80 nieuwe sterfgevallen gemeld; in totaal waren er 356 personen overleden aan het virus. Het totaal aantal patiënten dat opgenomen is (geweest) in het ziekenhuis bedraagt 1.836, een toename van 341 ten opzichte van de dag ervoor.
- Op 26 maart werden er 1.019 nieuwe besmettingen en 78 sterfgevallen door het RIVM gemeld. Het totale aantal besmettingen en dodental liep hiermee op naar respectievelijk 7.431 en 434. De regio Midden- en Noordoost-Brabant was het zwaarst getroffen met 1.144 besmettingen. Daarna volgden Utrecht (628), Brabant-Zuidoost (514) en Zuid-Limburg (493).
- Op 27 maart nam het aantal besmettingen toe met 1172 tot een totaal van 8603. Ook overleden er 112 mensen. Daardoor kwam het totaal te staan op 546.
- Op 27 maart begon duidelijk te worden dat de besmettingen zich sneller verspreidden langs de biblebelt. Met name in de gemeenten Goeree-Overflakkee, Oudewater en Nunspeet was het aantal geregistreerde besmettingen sterk gestegen. Ook in Heerde en Zwartewaterland zijn veel besmettingen, in Hasselt zelfs 27 op de bijna 7.000 inwoners. Ook in de gemeenten Hoeksche Waard, Leusden, Epe en Ermelo is er in verhouding een groot aantal besmettingen. Mogelijk hield dat verband met de biddag voor gewas en arbeid, die op 11 maart in kerken werd gehouden.[45]
- Op 28 maart werden er 1159 positieve besmettingen gemeld. Het totaal kwam daarmee op 9762. Daarnaast werden er die dag 93 nieuwe sterfgevallen gemeld, waardoor het totaal opliep tot 639. In totaal waren er 2954 mensen in het ziekenhuis opgenomen (geweest). Dat waren er 454 meer dan de dag daarvoor.[46]
- Op 29 maart werden er 1104 positieve besmettingen gemeld. Het totaal kwam daarmee op 10.886. Daarnaast werden er die dag 132 nieuwe sterfgevallen gemeld, waardoor het totaal opliep tot 771.[47]
Week 14: 30 maart-5 april[bewerken]
- Op 30 maart werden er 884 positieve besmettingen gemeld. Het totaal kwam daarmee op 11.770. Daarnaast werden er die dag 93 nieuwe sterfgevallen gemeld, waardoor het totaal opliep tot 864.[48]
Zie ook[bewerken]
Dit artikel "Tijdlijn van de coronacrisis in Nederland" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Tijdlijn van de coronacrisis in Nederland.