Transfusion practitioner
Een Transfusion Practitioner (TP, ook gekend als een Transfusie Verpleegkundige, een Hemovigilantiemedewerker, een PBM Practitioner of PBM Verpleegkundige) speelt een kritische rol in het ontwikkelen van een cultuur van transfusieveiligheid, adequaat gebruik van bloedcomponenten en ‘Patient Blood Management’ (PBM) in gezondheidszorginstellingen. De opleidingsachtergrond van de TP varieert. Meestal betreft het verpleegkundigen of laboranten. Het werk van TP’s kan verschillen tussen landen en organisaties. Binnen één ziekenhuis kunnen er een of meerdere TP’s zijn. Een groot deel van hun missie is ervoor te zorgen dat de huidige klinische praktijken in overeenstemming zijn met nationale en internationale richtlijnen en normen.
TP’s verbeteren de praktijk van transfusie door de transfusieveiligheid op verschillende manieren te promoten.[1] [2] De activiteiten van een TP zijn bijvoorbeeld:
- transfusieonderwijs voor artsen, verpleegkundigen, anesthesiemedewerkers, enz.
- informatie verstrekken over transfusie aan patiënten en hun familie
- risico management waaronder het schrijven, implementeren, updaten en opvolgen van lokaal beleid en procedures
- opvolging/monitoring (bv. audit) en feedback m.b.t. ‘compliance’ met ‘best practice guidelines’
- behandelen van transfusie incidenten (bv. extra informatie verzamelen uit het dossier en op de werkvloer)
- opvolging/monitoring en rapportering van hemovigilantie-gerelateerde activiteiten
- bijdragen aan de verzameling en analyse van gegevens over het gebruik van bloedcomponenten, bijvoorbeeld m.b.t. de verspilling van bloedcomponenten, ter ondersteuning van een adequaat gebruik van de bloedvoorraad
- implementeren van PBM strategieën
In Nederland wordt in de Richtlijn Bloedtransfusie geadviseerd om in elk ziekenhuis een onafhankelijke hemovigilantiemedewerker/ Transfusion Practitioner aan te stellen. Deze functie wordt ingevuld door een verpleegkundige en/of een laboratorium analist of een mix hiervan. Ze maken deel uit van de transfusiecommissie en vormen een multidisciplinair transfusie team met (o.a.) een internist-hematoloog en de klinisch chemicus van de bloedtransfusiedienst van het ziekenhuis.
In België wordt de rol van de TP gestimuleerd door BeQuinT (Belgian Quality in Transfusion), een initiatief van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. De meeste Belgische ziekenhuizen hebben een TP, gewoonlijk met een verpleegkundige, labotechnische, vroedkundige of biomedische achtergrond. Ze maken deel uit van het transfusiecomité en vormen een multidisciplinair transfusie team met (o.a.) een klinische arts en de bloedbankverantwoordelijke.
In het Verenigd Koninkrijk maakte de implementatie van de rol van de TP deel uit van de 'Better Blood Transfusion' strategie van het Department of Health.[3] [4] [5]
In Australië vormde de rol van de TP in de ziekenhuizen een sleutelelement om netwerken op te richten op het niveau van de overheid, regionaal en nationaal niveau om transfusiepraktijken te verbeteren.[6] TP worden erkend als voortrekkers van kwaliteit, veiligheid, adequaat bloedverbruik en PBM in samenwerking met artsen.[7] De verantwoordelijkheid voor de toepassing van PBM wordt in Australië gebeurt door middel van toegewijde PBM posities ofwel als onderdeel van bestaande rollen, bv. de verpleegkundige in pre-operatieve polikliniek.[6]
Hemovigilantie[bewerken]
Hemovigilantie is het geheel van procedures m.b.t. het toezicht om transfusiereacties en incidenten op te volgen, rapporteren, onderzoeken en analyseren. Het heeft betrekking op de volledige transfusieketen, van de bloeddonatie en verwerking van bloed(componenten) tot de uitgifte ervan en de transfusie aan patiënten. Deze rapportering speelt een fundamentele rol in het vergroten van de patiëntveiligheid door het leren uit gebreken en vervolgens invoeren van veranderingen in het systeem om deze gebreken in de toekomst te voorkomen.[8]
De rol van TP’s in hemovigilantie (vooral in de ziekenhuis setting) omvat de analyse en de interne en externe* rapportering van transfusiereacties en incidenten (*aan het onafhankelijke hemovigilantie bureau TRIP in Nederland (Transfusie- en Transplantatiereacties in Patiënten) of aan het FAGG in België (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten)). Door het proces van dichterbij te bekijken en een gesprek aan te gaan met relevante collega’s (en ev. patiënten), kan de TP essentiële details verzamelen die nodig zijn om de analyses te vervolledigen. Deze informatie draagt bij aan de finale conclusie en aanbevelingen voor toekomstige transfusies voor de patient, of de implementatie van correctieve en preventieve maatregelen. Nationale hemovigilantie instellingen zoals TRIP en het FAGG voorzien de TP van een hulpmiddel om klinische collega’s op te leiden over transfusieveiligheid en aanbevelingen voor ‘best practice’.
Adequate transfusie[bewerken]
TP’s kunnen de transfusiepraktijk helpen te verbeteren door strategieën toe te passen zoals gerichte opleiding voor de betrokken klinische groepen, met focus op en promotie van nationale richtlijnen, en regelmatige audits m.b.t. adequaat gebruik van bloedcomponenten. [6] [7]
Bijvoorbeeld de aanbeveling om 1 unit rode bloedcellen per keer toe te dienen bij niet-bloedende patiënten met herbeoordeling van de klinische toestand van de patiënt en het bloedbeeld om na te gaan of het nodig is om nog een unit toe te dienen.[9] Een pilootstudie uitgevoerd door een TP introduceerde een single unit transfusiebeleid van rode bloedcellen voor niet-bloedende patiënten in een acute medische unit en leidde tot een vermindering van 40-45% van het verbruik van rode bloedcellen over een periode van 6 maanden. De implementatie van het single unit beleid omvatte een periode van opleiding voor zowel klinische medewerkers als laboranten. De TP is goed geplaatst om dergelijke initiatieven te trekken en op te volgen waarbij ze zowel clinici benaderen die bloedcomponenten voorschrijven als laboranten.
Audits[bewerken]
Audits worden vaak afgenomen om kennistekorten te identificeren bij medewerkers, topics te bepalen voor toekomstige opleiding en bij te dragen aan kwaliteitsverbeteringen. In het Verenigd Koninkrijk, is de ‘National Comparative Audit of Blood Transfusion’ (NCABT) een programma van klinische audits dat kijkt naar het gebruik en de toediening van bloedcomponenten in de NHS en onafhankelijke ziekenhuizen in het VK. [10] Dit audit programma heeft als doel bewijs te leveren dat bloed adequaat voorgeschreven en gebruikt wordt, dat het veilig toegediend wordt en om in kaart te brengen waar de praktijk afwijkt van de guidelines met mogelijke afbreuk aan de zorg aan de patiënt. Dataverzameling voor deze audits kan uitgevoerd worden door een aantal gezondheidszorgprofessionals binnen de betreffende instelling. De merendeel van de dataverzameling en inzending wordt echter gerealiseerd door de TP. Zonder de input van de TP’s zouden bij veel van deze audits onvoldoende data verzameld worden om een accurate reflectie te geven van de transfusiepraktijk en zo aanbevelingen te doen voor verbetering.
Naast nationale audits, is de TP uniek geplaatst om lokale audits uit te voeren m.b.t. zaken die bijvoorbeeld ontdekt werden door de toepassing van hemovigilantie. Deze audits kunnen opgesteld worden in overeenkomst met de lokale context van de gezondheidszorg. De resultaten worden dan aan het transfusie (of PBM) comité gerapporteerd met aanbevelingen en een lokaal overeengekomen actieplan.
Impact[bewerken]
Het rechtstreeks bewijs voor de impact van TP’s is beperkt. Hoewel de oorzaken waarschijnlijk multifactorieel zijn, daalde het gebruik van rode bloedcellen dramatisch in Australië , Nieuw Zeeland, de VS en het VK na de introductie van TP’s. [2] [11] [12]
Referenties[bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Transfusion practitioner" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Transfusion practitioner.