Familie Bos (Wehe-den Hoorn)
De Familie Bos is een familienaam van oorsprong uit Wehe-den Hoorn.
Een van de eerste vermeldingen van het gebruik van de geslachtsnaam Bos is terug te vinden op de gevelsteen in de Hamsterborg te Den Ham bij Aduard. Daar worden de eigenaren Pieter Jacobs Bos en Wiske Jacobs Scholtens vermeld. Pieter Jacobs Bos en Wiske Jacobs Scholtens woonden in de boerderij ‘t Bosch in Den Andel voordat ze de Hamsterborg kochten. Later heeft de familie Heeres ten Bosch aan deze boerderij ook haar naam ontleend.
"Bos(ch)” duidde aanvankelijk struikgewas of kreupelhout aan (vgl. Engels bush). Dit eventueel op een drooggevallen stuk land. Onder invloed van het Franse bois nam het in het Middelnederlands de betekenis 'bos' aan, en als zodanig verdrong het de oude benaming hout, die enkel hier en daar in de dialecten bewaard bleef. Zowel de oude als de jongere toepassing kunnen ten grondslag liggen aan de familienamen Bos, Van (de/den) Bos(se), Op de(n) Bos(ch), Ten Bosch(e), etc. etc.
Het is ook niet uit te sluiten dat de naam Bos terug te voeren is op het verdwenen eiland Bosch dat voor de Groningse kust lag. Het is aan te nemen dat namen van eilanden ook een inspiratiebron waren voor een familienaam. De boerderij ’t Bosch kan bijvoorbeeld zijn naam te danken hebben aan dit eiland en daarmee weer de familie.
Tot 1530 was het eiland Bosch eigendom van het klooster van Aduard. Het klooster had ook een voorwerk op het eiland. Het eiland verdween tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 grotendeels in zee, waardoor het onbewoonbaar werd. Enkele decennia later groeide het eiland weer iets aan, maar in 1717 verdween Bosch tijdens de Kerstvloed voorgoed in zee. Volgens sommige bronnen zou op het eiland een dorp Cornsand hebben gelegen, volgens andere bronnen was Cornsand ooit een apart eiland dat op enig moment met Bosch was samengesmolten.
Familienamen zijn archaïsch, dat wil zeggen dat zij veel oude kenmerken hebben. De spelling van de Nederlandse taal wordt gemoderniseerd, maar voor de eigen namen gelden andere regels. Omdat de familienamen onveranderlijk bij de Burgerlijke Stand zijn vastgelegd, onttrekken zij zich aan herzieningen van de spellingsregels.
Om de variatie aan verschillende naamvormen te begrijpen moet men beseffen dat de standaardisatie van het Nederlands eeuwen in beslag heeft genomen. De Burgerlijke Stand kwam in de 19de eeuw in ontwikkeling, juist in een periode waarin belangrijke spellingvoorschriften werden geformuleerd en de spelling werd geüniformeerd.
Uit archieven en geschiedkundige beschrijvingen van boerderijen blijkt dat de familienaam “Bos” als zodanig vanaf ca. 1650 ongewijzigd gevoerd wordt. In de diverse geraadpleegde literatuur en naslagwerken komen de varianten “Bus”, “Busch” en “Bosch” ook regelmatig voor.
Familiewapen Bos[bewerken]
Vanaf 1700 bestaat het familiewapen bestond binnen de familie. Dit blijkt uit de graven van Grietje Pieters Bos en Jacob Pieters Bos en Jacomina Clasen. Deze beide graven zijn beschreven in het naslagwerk “Groninger gedenkwaardigheden” van A. Pathuis. Deze graven zijn terug te vinden in Den Ham en Usquert. Het meest in het oog springende wapen werd teruggevonden op de gedenksteen van het graf van Jacob Pieters Bos en Jacomina Clasen. Op deze steen in Usquert zijn een aantal typische elementen terug te vinden. Een eigenerfde kroon, drie klavertjes voor de overerving van de landgoederen en een Keizerlijke adelaar of Friese halve adelaar. Het bijzondere aan de adelaar is, is dat het in het rechter vlak staat, terwijl dit meestal in het linker vlak staat. Hiermee is het wapen als zodanig uniek in de Gronings Friese heraldiek.
Binnen de heraldiek hanteert men verschillende symbolen voor grondbezit: klaver (weidelanden; klaver was tevens symbool van kwalitatief goed grasland), eikel (bosbezit) en turf (veengebied; tevens symbool van rijkdom). Klaver komt als symbool voor grondbezit het meeste voor. Bovendien komen dergelijke symbolen meestal in drietallen voor. Men kon namelijk alleen eigenerfde zijn wanneer een familie minimaal drie generaties grootgrondbezitter was van minimaal 30 jukken land. De eigenerfden waren "uit eigen recht" gerechtigd tot het voeren van een wapen.
In de Noord Nederlandse (boeren) wapens is veelal de linkerhelft van het wapen van het heilige Roomse Rijk (de halve adelaar), en staat in de rechterhelft de geslachtskenmerken en of huistekens. Het wapen van het geslacht Bos is daarop een uitzondering, door dit beeld juist gespiegeld te hebben. Deze afwijking is mogelijk te verklaren doordat in de veelvoud van familiewapens met de adelaar in het linker vlak de noodzaak gaf om de adelaar rechts te positioneren. Of dat een bepaald keizerlijk ambt was toegewezen. De keizer had zich persoonlijk het recht voorbehouden dit symbool te verlenen. Of gewoon om dat een steenhouwer of schilder in het verleden een foutje heeft gemaakt.
Het provinciewapen van Groningen bestaat uit een combinatie van het wapen van de Stad en de Ommelanden. Ook hier verschijnt de Rijksadelaar in het wapen.
Het oorspronkelijke wapen van de familie is terug te vinden bij boerderij Lutjebosch in Usquert en werd gevoerd door Jacomina Clasen en Jacob Pieters Bos. Hij was rond 1750 landbouwer op de boerderij Papekop in Uithuizen. Het kruis in het linker boven vlak is dan ook het huisteken van de boerderij Papekop. Het blijkt dat oorspronkelijk het graf op het erf van de boerderij Papekop (een katholieke schuilkerk) gelegen heeft. Daarna is het verplaatst naar de kerk in Usquert, waar het rond 1900 naar de boerderij Lutjebosch gebracht is. Jacob Pieters Bos was zoon van Pieter Jacobs Bos en Wiske Jacobs Scholtens die als eigenerfde woonachtig waren in boerderij ‘t Bosch te Den Andel en later de Hamsterborg in Den Ham. De zus van Jacob Pieters Bos, Grietje Pieters Bos bleef op de Hamsterborg wonen. Haar grafsteen is teruggevonden in de kerk te Den Ham. Het devies onder het wapen is dan ook afkomstig van haar grafsteen (Van ouderdom en doot is god alleen bevryt. Het ondermaandse rond verandert met der tyt). Grafsteen Grietje Pieters Bos Grafsteen Jacomina Clasen en Jacob Pieters Bos Hamsterborg
De helmkroon representeert dat de familie tot de eigenerfden (land-adel) behoorde. Het was in Groningen een gebruik dat grote eigenerfde boeren met bepaalde heerlijkheden zich “jonker” (afgekort jor. of jk.) of ‘heer” noemden. De vrouwelijke vorm is dan freule. Deze titels zijn de laagste stand in de (Land-)adellijke rangen. Het is niet uit te sluiten dat de familie één van deze deze titels ook gebezigd hebben. Op de Hamsterborg ruste het recht van zwanendrift. Deze heerlijkheid geeft recht op de titel “heer” of “pluimgraaf”.
De twee zwanen die uit de kroon opstijgen en het kruis in de bek houden, representeren de sage van boerderij de Cruisstede waar de oudst bewezen voorouders Pieter Tonnis en Muij Diewer gewoond hebben.
In 2018 is het wapen geschilderd door de heraldicus en wapentekenaar van de Hoge Raad van Adel, Piet Bultsma-Vos. Als voorbereiding daarop is het wapen geactualiseerd. Het oorspronkelijke huismerk de “X” is vervangen door een rij bomen en een geschakeerd vlak.
- Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden, Assen 1977; pagina 366, nr. 1892, en pagina 694 nr. 3851
- C.P. Bos, K. Reinders, 200 jr Lutje Bosch, 'twee eeuwen boerenbestaan op het Groninger Hogeland’ Groningen, 2009; pagina 47
- Boelens J.M.B.en Nienhuis, O.J, Boelens een RK Groninger familie met een grote Bossche tak, Bedum 2006. pagina 557
Dit artikel "Familie Bos (Wehe-den Hoorn)" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Familie Bos (Wehe-den Hoorn).