You can edit almost every page by Creating an account. Otherwise, see the FAQ.

Non-agressieprincipe

Uit EverybodyWiki Bios & Wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Niet te verwarren met Normaal Amsterdams Peil (NAP). Volgens Hans-Hermann Hoppe is het cruciale verschil tussen staten en bedrijven (bijv. hotels) dat staten eliminerend zijn.

Het non-agressieprincipe (NAP) is het moraalfilosofisch concept dat agressie, gedefinieerd als het beginnen met (initieren van) de toepassing van of (gecommuniceerd) bedreiging met forcerend handelen tegen elk ander individueel moreel bekwaam menselijk persoon[1][2][3] (kortweg persoon), op alle manieren, een foute (immorele/verboden) handeling is[4][5][6][2] en het, op alle manieren, niet doen ervan een goede (morele/toegestane) handeling is.[7][8][9][10][2], waarbij het forcerend handelen bestaat uit of fysiek interfereren (inmengen) met eigendom van zulk persoon zoals lichamelijk eigendom (forcerende interferentie),[10], of breken van (incl. geven van valse) beëedigde verklaringen (fraude) waarin zulk persoon tegenpartij is, zoals gesloten beloften (contractbreuk),[11] en waarin de overtredingsconditie (interferentie of breken verklaring) van de forcerende handeling noodzakelijk veroorzaakt (conditio sine qua non) wordt onder keuze-vrijwilligheid (redelijke voorzienbaarheid en redelijke vermijdbaarheid) door forceerder, terwijl zulk persoon dit soort keuze-vrijwilligheid niet heeft, en ten slotte waarbij het focerend handelen de wederzijdse vrijstellingen tussen partijen (instemming) in acht neemt.

Bedreigen met beginnen met een forcerend handeling, zoals hierboven, wordt ook een forcerende handeling genoemd. Vervolgens wordt beginnen met een forcerende handeling een schendende handeling genoemd. Niet-geïnitieerde forcerende interferentie wordt hier verondersteld zuiver reactionair en defensief (zelfverdediging en verdediging van eigendom) te zijn tegen de initiërende forceerder. Het recht op zelfverdediging wordt door libertariërs verondersteld onderdeel te zijn van het NAP, want anders is het een pacifistische moraliteit. Het woord forcering wordt in dat geval geïnterpreteerd als een schijnbare schending, in de zin dat het anders een schending zou zijn geweest. Door gebruik te maken van het woord 'forcering', van een persoon, eigendom of contract, wordt dus toegestaan om samen met echte schending ook van deze schijnbare schending te spreken. De morele legitimiteit bepaald hier dus het verschil analoog aan #andere vormen van forcering. Strikt genomen volgt het recht op zelfverdediging uit het principe van vrijheidsrecht en het principe dat NAP-moraliteits handelsbekwaamheid een vereiste deugd is waarop eigendomsclaims gebaseerd zijn. De schender heeft geen morele handelsbekwaamheid meer, nadat deze begon met forceren. Het realiseren van de zelfeigenaarschap en daarmee ook morele handelsbekwaamheid ofwel morele volwassenheid van een persoon is onderdeel van de ouderlijke plicht.[4] Het wegvallen van 'morele handelsbekwaamheid' bij de initiator van forcering neemt niet weg dat het gebruikelijk is om het proportionaliteitsbeginsel toe te passen op vergeldingsrecht en herstelrecht, waarna onvrijwillige terbeschikkingstelling en morele rehabilitatie het moreel handelsbekwaamheid onder condities hersteld. Voor andere gevallen van schijnbare schending en zelfverdediging, zie #Poging tot overtreding.

Dit concept wordt ook wel de non-initiatie van geweld genoemd waarbij met geweld wordt bedoeld de forcerende handeling, of alternatief genaamd forcering, forceringsgeweld of juridisch geweld, om expliciet het onderscheid te maken met fysiek geweld. Fysiek geweld hangt doorgaans een subjectief schade oordeel (bijv. vernietiging, letsel) aan een fysieke toestand (bijv. verwijdering boom). Forceringsgeweld hangt een objectief overtredingsoordeel aan fysieke interferentie en omvat daarmee huisvredebreuk en lichaamsvredebreuk (fysiek lastigvallen) en meer algemeen binnendringen van eigendom. De schade zal vervolgens worden bekeken vanuit het perspectief van de geschondene. Dit principe werd door Ayn Rand geformuleerd[11][6] als "non-initiation of force", waar we ‘force’ vertalen met forcerende interferentie. Het principe is de morele basis voor, of een vooraanstaand idee in het libertarisme, anarchokapitalisme, minarchisme, natuurlijke rechten, in wetsovertredingen en, indien toegepast op de staat in plaats van een persoon, in rechtmatige oorlogstheorie.

Gezaghebbende toestemming en vrijwilligheid[bewerken]

Het verbodsrecht op fysieke interferentie dat volgt uit eigendomstitel, welke overgedragen kan worden d.m.v. een vervreemding en verwerving in een tweezijdig contract, zijn een vorm van gezag (autoriteit) welke met legitieme ofwel gezaghebbende toestemming vrijgesteld kan worden voor anderen via een eenzijdig instemmend contract. Libertariers zeggen doorgaans dat personen vrijwillig kunnen handelingen indien zij vrij zijn van schendingen van het NAP, een situatie die ook wel voluntarisme (in het Engels voluntaryism) wordt genoemd.[12][13] De ratio hierachter is dat vrijwillig betekent, ongedwongen, wat door libertariers wordt geinterpreteerd als ongeforceerd (vrij van initatie van forcering door tegenpartij[14]), wat betekent vrij van agressie. Dus niet-vrijwillige contracten zijn nietig, analoog aan de vernietigingsgrond voor contracten onder bedreiging[15].

Verschillende interpretaties van het woord vrijwilligheid[bewerken]

Een menselijke handeling is vrijwillig indien uitgevoerd vrij van

  1. agressie van een tegenpartij. Nonaggressie-vrijwilligheid.
  2. beperkinging in keuzevrijheid gedefinieerd als redelijke voorzienbaarheid en redelijke vermijdbaarheid van een consequentie. Keuzevrijheid-vrijwilligheid of intentie-vrijwilligheid.
  3. beperkingen in kansen of mogelijkheden. Gevangenschapsvrije-vrijwilligheid.
  4. schending van zijn of haar wensen. Zie bijvoorbeeld: loonslaaf.
  5. de verplichting om belastingaangifte te doen. Zie vrijwillige naleving.

Een verplichting is vrijwillig aangegaan indien

  1. (a) daartoe is ingestemd door de geplichtigde via 'eenzijdig instemmend' en 'eenzijdig verplichtend' contract of (b) daartoe is ingestemd (vrijgesteld) door de eigenaar van de grond d.w.z. de ruimte. Nonagressie-vrijwilligheid.
  2. daartoe is ingestemd met wilsverklaring. Wilsverklaring-vrijwilligheid.
  3. deze is aangegaan onder keuzevrijheid en vrij van gevangenschap. Deze laatste combinatie vind rechtvaardiging in het zelf-beschikkingsrecht van mensen bij het aanbreken van de meerderjarigheid, wat volgens libertariers onderdeel is van ouderlijke plicht.

Handelingstheorie[bewerken]

Libertariers en economen van de Oostenrijkse school definieren handelen (action) doorgaans als doelgericht gedrag (purposefull behavior). In de context van het hierboven beschreven non-agressieprincipe is een oorzakelijke handeling doelgericht indien het 'redelijke doelstelling' had in de zin van keuzevrijheid-vrijwilligheid van de consequentie waarvoor de aansprakelijkheid beschouwd wordt.

Wetsovertredingen in civiel en strafrecht[bewerken]

Het filosofische concept van agressie hierboven gedefinieerd kan grofweg teruggevonden worden in de wetgeving van de onrechtmatige daad in het civiele recht en de misdaad in het strafrecht.[bron?] Voorbeelden hiervan, zijn inbreuk op lichaam (lichamelijke integriteitsschending, mishandeling, fysiek lastigvallen, aanranding (oude betekenis), aanranding, vrijheidsberoving door lichamelijke dwang) of roerend eigendom (inbraak, diefstal) of onroerend eigendom (erfvredebreuk, huisvredebreuk), of in contracten zoals contractbreuk en fraude, of bedreiging daarmee (gewapende overval, bedreiging).

Het centrale idee is dat het slachtoffer van de agressie zelfverdediging of gedelegeerde verdediging mag toepassen, bestaande uit toepassing of bedreiging met conditioneel geweld of indringing tegen de agressor wat anders een schending zou zijn geweest. In de wetgeving vinden we dat terug als recht op onmiddellijke recht op zelfverdediging van eigen lijf en eigendom (noodweer) of dat van anderen.

Tegenvoorbeelden van agressie[bewerken]

Voorbeelden van handelingen die geen schending van het NAP zijn en dus moreel toegestaan:

  • Geweld, berepen als een fysieke kracht die letsel veroorzaakt, is wel toegestaan in geval van boksen of chirurgie, omdat het met wederzijdse toestemming van de deelnemers gebeurt. Of fysiek geweld geiniteerd wordt maakt hier niet uit, echter geiniteerd forceringsgeweld (force) is niet toegestaan.
  • Dwang, begrepen als een bedreiging met conditioneel geweld, is wel toegestaan als deze conditie een schending is welke zelf-verdediging rechtvaardigd.
  • Bedreiging met verdedigingsgeweld (defensive force) is helemaal geen forceringsgeweld en bedreiging met forceringsgeweld A is slechts ook forceringsgeweld indien het forceringsgeweld A geiniteerd forceringsgeweld is.
  • Dwang, begrepen als een fysieke kracht die die de controle vrijheid van het eigen lichaam inperkt, is wel toegestaan in gevallen zoals een veiligheidstoel in een achtbaanrit wegens instemming.
  • Dwang, begrepen als het afdwingen van een omstandigheid op andermans eigendom, is toegestaan indien de initiatie van forcering niet wordt gebruikt.
  • Reputatieschade veroorzaakt door meningsuitingen, zonder waarheidsbeloften, en zonder schendende bedreigingen zijn geen agressie volgens het NAP, omdat mensen geen eigenaar zijn van hun reputatie, welke een gevormde mening is in het hoofd van andere mensen, en mensen zijn vrij om te communiceren op eigen voorwaarden.
  • Slachtofferloze delicten
  • Het niet betalen voor goederen en diensten die (door een monopolie) geleverd en geproduceerd zijn door gebruikmaking van agressie tegen de ontvanger.

Vrijheidsrechten en (on)vervreemdbaarheid[bewerken]

De Morgan dollar geeft een profiel van Libertas een personificatie van vrijheidsrecht

Analoog aan Wesley Newcomb Hohfeld's claimrechten en vrijheidsrechten, kunnen we zeggen dat elk persoon verplicht is tot het respecteren van elke eigendom en contracten (zie NAP), en het vrijheidsrecht heeft tot het doen en laten wat wils zolang door persoon aan deze verplichten wordt voldaan, m.a.w. niet-aggressieve handelingen zijn toegestaan.

Het concept van onvervreemdbare natuurlijke vrijheidsrechten komen we tegen in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Onvervreemdbaar eigendomsrecht wordt verkregen door een consensusprincipe voor oplossen van conflicten zoals een eerste-verwervingsprincipe via een claim, waarbij de onvervreemdbaarheid vanzelfsprekend niet geldt voor de eigenaar. Analoog zijn de contractuele bevoegdheden van de tegenpartijen in een eenzijdige contract ook vervreemdbaar via vrijstelling, maar de contractuele verplichtingen voor de contract-aansprakelijke niet. Tweezijdige contracten zijn atomaire combinaties van eenzijdige contracten. In tegenstelling tot het Nederlandse recht kunnen eenzijdige contracten gewoon worden aangegaan met een eenzijdige rechthandeling zoals bij het vaststellen van een je eigen wet op je eigen land bij vrijstelling.

De vrijheidsrechten bestaan uit de door eigendomsclaim veiliggestelde onvervreemdbare vrijheden (vrijheid tegen interferentie en claims van anderen). De vrijheidsrechten stellen niet expliciet vrijheid van vereniging veilig, en omsingeling en vrijheidsberoving zoals met de openbare ruimte is in principe mogelijk. Echter als twee partijen samen kunnen komen dan stelt de onvervreemdbare contractvrijheidsrecht, dat volgt uit het eigendomsrecht, de economische vrijheid veilig. De vrijheidsrechten bevatten ook de verdere vervreemdbare vrijheidsrechten binnen de natuurlijke bronnen zonder eigendomsclaim en daarmee mogelijk niet vrij van interferentie van anderen.

Verschillende betekenissen van vrijheid[bewerken]

Verschillende interpretaties van vrijheid (liberty):

  • Vrijheid van afdwinging van de fysieke toestand van een zaak. De feitelijke macht over een zaak.
  • Vrijheid van agressie. (Toine Manders, LP)
  • Recht van fysieke interferentie met een zaak.
  • Recht om vrij te zijn van fysieke interferentie. (Rothbard)

Poging tot overtreding[bewerken]

Een poging tot een overtreding is een incomplete overtreding. Indien dit bewezen kan worden is er spraken van causale voorbestemming van een handelend persoon, tot het plegen van een overtreding. Hierbij is er geen sprake van morele handelsbekwaamheid van het persoon en daarom is een ingreep moreel verdedigbaar. Voorbeeld: western duel tussen Charles Bronson en Henry Fonda in Once Upon a Time in the West,[bron?] wat duidelijk geen voorbeeld is van een legale doodswetstrijd. Een agressieve preventieve aanval om een vermogen tot aanvallen bij de vijand weg te nemen, is echter wel agressie.

Oorzakelijkheid[bewerken]

Zie Oorzakelijkheid#Juridische betekenis en Non-interventie voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Oorzakelijkheidstheorie kan ook worden toegepast op overtredingen van het NAP. Elke persoon is eigenaar van de consequenties van zijn lichamelijk handelingen, en het handelen van persoon via zijn eigendom, als verantwoordelijkheidseigendom[16], waarmee bedoeld wordt, alle omstandigheden die met keuze-vrijwilligheid (in de zin van redelijke voorzienbaarheid en vermijdbaarheid) veroorzaakt worden door fysieke interferentie in de zin van 'conditio sine qua non'. Persoon is daarmee bezitter van aansprakelijkheid (plicht) t.o.z. van een eventueel slachtoffer door toepassing van regels voor juridische veroorzaking op deze verantwoordelijkheid, d.w.z. het in rekening brengen van immuniseringen in geval van bijvoorbeeld toestemming, nalatige (keuze-vrijwillige) veroorzaking van overtedingsconditie door slachtoffer zelf, maar met uitzondering van kanalisering (bijv. een vrouw die haar eigen verkrachting uitlokt), etc. Indien zakelijk-eigenaarschap wordt verworven via claim over een stoffelijke ding/object (zaak) kan dit worden gezien als een uitbreiding van je lichaam.

Aanzetten tot overtreding[bewerken]

In geval dat een overtreding indirect (via implicatie) veroorzaakt wordt, is er sprake van verre of afgelegen oorzaak en is de directe veroorzaker de nabije oorzaak ook wel teruggetraceerde vervangende aansprakelijkheid genoemd. Vervangende aansprakelijkheid kan gebruikt worden voor volledige corrigerende gerechtigheid, en is een vorm van niet-beperkte aansprakelijkheid. Voorbeelden zijn medeplichtigheid, aanzetten tot het plegen van misdaden en wanbedrijven en in heling wordt dit geriskeerd. Meer oorzaken kunnen worden gevonden met een groter aansprakelijkheidsbereik.

Neutraliteit[bewerken]

Vredespaleis, oorspronkelijk gebouwd om een thuis te bieden voor de PCA, een rechtbank die is opgericht om oorlog te beëindigen door de Den Haagse Verdrag van 1899.

De vredesconferentie van Den Haag formuleert een definitie van neutraliteit, ofwel 'Den-Haag-neutraliteit'. Uit de theorie van 'interfererende oorzaken' en het non-aggressieprincipe, is het geen schending om een conflictant C in conflict A (direct of indirect strijdende partij) in een conflict onderdak of overpad te bieden of er handel mee te drijven of zelfs te helpen zolang dit niet leidt tot interfererende oorzakelijkheid in een overtreding. Er is dan sprake van intersubjectieve neutraliteit van partij B m.b.t. conflict A indien partij B door de ogen van alle partijen in het conflict geen schending pleegt. In de praktijk betekent dat, dat B conflictant C zal moeten binden tot een intersubjectief niet-schendingsverbintenis in het conflict A.

Eigendomsclaim[bewerken]

Verschillende filosofen hebben een antwoord gegeven op de vraag, met welke deugd een persoon eigendom claimt uit de wildernis ofwel uit de natuur waarop geen relevante eigendomsclaims rusten. Dit is doorgaans een kwestie van decentraal gewoonterecht of consensus protocol. De volgende basisprincipes en verdedigingen kunnen direct worden vastgesteld:

  • Het vereisen van de deugd van NAP-moraliteitsbekwaamheid voor het maken en behouden van een eigendomsclaim. Dit realiseert een moeilijkheidsgraad doordat eigenaren hun eigendom voor implicatie door overtredingen moeten behoeden.
  • Eigendomsclaims hebben de vorm van een eisenpakket dat anderen verbiedt fysiek te interfereren in een stoffelijke zaak of een overlappende eigendomsclaim te maken op deze zaak. Daarbij moet er worden uitgesloten dat de interferentie veroorzaakt is door de eigenaar zelf.
  • De winstgevendheidstheorie van eigenaarschap van Hermann-Hans Hoppe.[17]
  • Eerste-verwervingsprincipes.

Andere vormen van forcering[bewerken]

Legale forcering[bewerken]

Analoog aan het concept van forcerende interferentie definieert de staat het concept van legale 'forcerende interferentie' wat, zoals beschreven in de geweldsmonopolie doctrine, alleen door de politie mag worden toegepast. Als een burger deze wetsgedefinieerde forcerende interferentie toepast dan is het een wetsovertreding. Voorbeelden hiervan zijn:

Internationele soevereine staatsforcering[bewerken]

Zie artikel forcerende interferentie en zelfverdediging in internationaal recht

Het internationaal recht definieert 'internationale forcerende staatsinterferentie',[18] op analoge manier zowel als initiërende ofwel schendende interferentie en als afwerende ofwel verdedigende interferentie.


Dit artikel "Non-agressieprincipe" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische   en/of op de pagina Edithistory:Non-agressieprincipe.



Read or create/edit this page in another language[bewerken]