Tragedy of the anticommons
De tragedie van de anti-meent is een type coördinatiefout, waarbij men kiest hulpbronnen niet te delen waardoor er geen commons ontstaat, zelfs wanneer de algemene toegang tot middelen of infrastructuur in de algemene interesse zou zijn van iedereen betrokken.
Het concept is het best begrepen als de tegenhanger van het oudere concept "de tragedie van de meent", waarin het gecombineerde gebruik van velen de capaciteit van een bestaansmiddel overschrijdt en deze uitput of vernietigt door slechte coördinatie.[2]
De term verscheen oorspronkelijk in het gelijknamige artikel uit 1998 van Michael Heller[2] en is het centrale argument van zijn boek uit 2008.[3] Het model is vervolgens geformaliseerd door James M. Buchanan en Yong Yoon.[4] In een Science- artikel uit 1998 betogen Heller en Rebecca S. Eisenberg dat ondanks de rol van octrooien in het algemeen bij het motiveren van uitvindingen en openbaarmaking, dit niet betekent dat biomedisch onderzoek een van de vele sleutelgebieden was waar concurrerende octrooirechten daadwerkelijk konden voorkomen dat bruikbare en betaalbare producten de markt bereiken.[5]
Zowel de tragedie van de meent en anti-meent zijn voorbeelden van een nadelig Nash-evenwicht. Nash-evenwichten zijn some vrij moeilijk te overkomen maar aanpassingen aan de structurele condities waarin de keuzes gemaakt worden kunnen het verhelpen, zoals onteigening, laches, patent pools of creatie van licentieorganisaties.
Voorbeelden[bewerken]
In de vroege luchtvaart hadden de gebroeders Wright patenten op bepaalde aspecten van vliegtuigen, terwijl Glenn Curtiss patenten had op rolroeren, een vooruitgang op het Wrights-systeem, maar antipathie tussen de patenthouders verhinderde combinatie van de uitvindingen. De regering werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gedwongen om in te grijpen en een patentpool te creëren.[6]
In zijn Harvard Law Review-artikel uit 1998[2] merkte Michael Heller op dat er na de val van het communisme en invoering van schoktherapie, er veel openluchtkiosken waren, maar ook veel lege winkels in veel Oost-Europese steden. Na onderzoek concludeerde hij dat het voor een startende retailer moeilijk of zelfs onmogelijk was om succesvol te onderhandelen over het gebruik van die ruimte, omdat veel verschillende instituties en private partijen rechten hadden op het gebruik van winkelruimte. Hoewel alle bezitters geld verloren met de leegstaande winkels, en er veel vraag was naar winkels, stonden concurrerende belangen in de weg.
Heller claimt dat de opkomst van de "roversbaronnen" in middeleeuwse Duitsland het resultaat was van de tragedie van de anti-meent.[3] Edelen probeerden normaalgesproken tol te heffen op delen van de Rijn die langs of door hun leengoederen liepen, door torens langs de rivier te bouwen en ijzeren kettingen te spannen om te voorkomen dat boten vracht de rivier op en af zouden vervoeren zonder een vergoeding te betalen.[3] Herhaalde pogingen van het Heilige Roomse Rijk, waaronder meerdere door de eeuwen heen door de keizer, om de tolheffing op de Rijn te reguleren, mislukten. En pas met de oprichting van de "Rijnbond" van de keizer met bepaalde edelen en geestelijken werd de heerschappij van de "roofridders" over de Rijn verpletterd. Riviertol op de Rijn, steeds meer opgelegd door staten in plaats van individuele heren, bleef een knelpunt in de betrekkingen en handel in het Rijnstroomgebied tot de oprichting van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart in 1815.
Heller en Rebecca S. Eisenberg zijn academische hoogleraren in de rechten die geloven dat biologische patenten een "tragedie van de anticommons" creëren, "waarin mensen schaarse middelen te weinig gebruiken omdat te veel eigenaren elkaar kunnen buiten sluiten."(vertaald uit Engels)[5] Anderen beweren dat patenten dit "anti-meent"-effect op onderzoek niet hebben gecreëerd, op basis van enquêtes van wetenschappers.[7][8]
Het nationale Amerikaanse "Institute of Medicine" benadrukte een voorbeeld van de tragedie van de anti-meent in de context van het delen van gegevens over klinische onderzoeksgegevens op medisch gebied. Enkele opmerkelijke uitdagingen waren onder meer het beschermen van de privacy van patiënten, het balanceren van tegenstrijdige belangen, gebrek aan standaardisatie van gegevens, het waarborgen van gegevenskwaliteit en -integriteit, en wettelijke en regelgevende belemmeringen, die over tijd allemaal hebben bijgedragen aan problemen met betrekking tot coördinatie en samenwerking.[9] Dit is een voorbeeld van de tragedie van de anti-meent, omdat de lagere potentiële efficiëntie van klinische operaties, evenals de tevredenheid van patiënten, in het gedrang komt door een onderbenutting van klinische gegevens.
De juridische strijd tussen Apple Inc. en Samsung kan worden gezien als een voorbeeld van de tragedie van de anti-meent, met name op het gebied van intellectuele eigendomsrechten. Zowel Apple als Samsung bezitten talloze patenten met betrekking tot mobiele apparaten[10] en hebben een langdurig series aan rechtzaken over mogelijked pateninbreuk. Deze situatie is een goed voorbeeld van de tragedie van de anti-meent, in de zin dat eigenaars van een bestaansmiddel de mogelijkheid hebben om anderen uit te sluiten van het gebruik ervan, wat leidt tot onderbenutting van date bestaansmiddel. De beperkingen van Apple Inc. en Samsung op hun vermogen om te innoveren is een algemeen nadeel voor hen beiden, evenals voor de gewone mensen.
Verschillende octrooigeschillen hebben de productie van het COVID-19-vaccin tijdens de aanvang ervan stopgezet. Enkele opmerkelijke gevallen zijn Pfizer vs. Moderna,[11] Bharat Biotech vs. Serum Institute of India,[12] en Moderna vs. Arbutus.[13] Deze drie gevallen zijn mogelijk een geval van de tragedie van de anti-meent. Hoewel de respons op het COVID-19-vaccin relatief snel was, was dit voornamelijk te danken aan wetenschappers, artsen, ethische keuringscommissies, fabrikanten en regelgevende instanties die snel handelden in de noodtoestand.[14] Een patentgeschillen, kunnen het productieproces hebben vertraagd en de beschikbare technologie hebben verdeeld tussen concurrerende bedrijven. Octrooigeschillen met betrekking tot het COVID-19-vaccin zijn complex en er zijn vaak meerdere partijen en rechtsgebieden bij betrokken. De betrokken problemen kunnen zeer technisch zijn en het kan jaren duren om ze op te lossen.
Zie ook[bewerken]
Verder lezen[bewerken]
- (en) Rose, Carol M. (1986) The Comedy of the Commons: Commerce, Custom and Inherently Public Property, 53 University of Chicago Law Review 711, herdrukt als chapter 5 in: Rose, Carol M., Property and persuasion: Essays on the history, theory and rhetoric of ownership, Westview Press 1994
- (en) (2002). Resurrecting the Space Age: A State-Centered Commentary on the Outer Space Regime. Comparative Strategy 21 (1) . DOI: 10.1080/014959302317350855.
- (en) (2003). Fragmentation in Property: Towards a General Model. Journal of Institutional and Theoretic Economics 159: 594–613 .
- (en) (2000). Symmetric Tragedies: Commons and Anticommons. Journal of Law and Economics 43 (1): 1–13 . DOI: 10.1086/467445.
Externe links[bewerken]
- (en) Heller's talk in de Authors@Google-serie
- (en) Roberts, Russ, Heller on Gridlock and the Tragedy of the Anticommons. EconTalk. Library of Economics and Liberty (November 2, 2009).
Bronnen, noten en/of referenties
|
Dit artikel "Tragedy of the anticommons" is uit Wikipedia. De lijst van zijn auteurs is te zien in zijn historische en/of op de pagina Edithistory:Tragedy of the anticommons.